Ds. J. Van Sliedregt Over Het (Bijzondere) Werk Van De Heilige Geest
Met Name In De Dagen Van Het Oude Testament (1)
Kort geleden mochten wij weer gedenken dat op het Pinksterfeest de Heilige Geest is uitgestort. Dat de Heilige Geest met Pinksteren is uitgestort betekent niet dat er ook niet al voor het Pinksterfeest sprake was van de Heilige Geest. Gods Woord is daar zeer duidelijk over. De Heere God heeft Zich geopenbaard als de Drie-enige God. Van eeuwigheid af zijn er de drie Personen, God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest. Deze moeten weliswaar van elkaar onderscheiden worden, maar zijn nooit te scheiden. Met de kerk der eeuwen belijden wij dat God een enig en eeuwig God is, maar ook dat Hij Drie-enig God is.
Ook voor Pinksteren was de Heilige Geest al werkzaam. Als wij spreken over het werk van de Heilige Geest denken wij vaak aan het zaligmakende werk van de Heilige Geest. Ook daarvan was in de dagen van het Oude Testament al sprake. Op welke wijze zou de Kerk van het Oude Testament zich anders hebben kunnen bekeren van hun zondige werken? Hoe zouden zij anders van verre Christus kunnen hebben omhelzen in een waar geloof?
Nu moeten wij als het gaat om het werk van de Heilige Geest niet alleen denken aan het zaligmakende werk van de Geest. Er zijn ook de algemene werkingen van Gods Geest. Wij kunnen dan bijvoorbeeld denken aan het werk van de Heilige Geest bij de schepping en onderhouding van de wereld. In ieders leven wordt wel iets zichtbaar van het (algemene) werk van de Heilige Geest. Als wij met elkaar kunnen communiceren of als wij talenten en gaven van de Heere hebben gekregen om die te ontwikkelen moeten wij bedenken dat ook dat het werk is van Gods Geest.
Naast het zaligmakende en het algemene werk van de Heilige Geest kunnen wij ook spreken over het bijzondere werk van de Heilige Geest. Wij kunnen dan denken aan de vleeswording van Gods Zoon. Ook dat is mede het werk van de Heilige Geest geweest. Gods Geest kwam over de maagd Maria. Daarnaast kunnen wij ook denken aan het feit dat de Heere door de eeuwen heen ambtsdragers heeft uitgezonden in Zijn Wijngaard om die te bearbeiden. Of aan het feit dat ons Gods Woord geopenbaard is.
Bij dat laatste aspect wil ik iets langer stilstaan en lijkt het mij mooi om, met het oog op de mannen (en uiteraard ook vrouwen en jongeren onder ons) die de Schriften onderzoeken iets door te geven van wat wijlen ds. J. van Sliedregt daarover schrijft in zijn Catechismusverklaring. Het gaat om de tweede van vier preken waarin hij stilstaat bij Zondag 20. Als het gaat om de openbaring van Gods Woord zegt ds. Van Sliedregt dat de Heere daarin het verlossingswerk voor de gehele Kerk heeft voorbereid. En dat is al begonnen in de dagen van het Oude Testament. Toen is de Heere al begonnen Zijn Woord te openbaren. Overigens is dat werk niet opgehouden met de geboorte van Christus en ook niet met Pinksteren. Dat werk is doorgegaan tot aan de openbaring van het laatste Bijbelboek aan Johannes op Patmos.
Ds. Van Sliedregt wijst erop dat de ‘openbaringspersonen’ die wij vanuit de Schrift kennen zoals bijvoorbeeld Adam, Henoch, de aartsvaders, David, Salomo, de profeten en de apostelen Gods openbaringen niet alleen maar ontvingen tot hun persoonlijke onderwijzing of vertroosting, maar dat zij deze tegelijkertijd ontvingen voor heel de Kerk. ‘Zij werden zaligmakend bearbeid door de Heilige Geest, zoals ieder kind Gods. Zij deelden daarom in de verlichting van de Geest (illuminatie), maar tegelijk ontvingen zij openbaringen, geldend voor de gehele Kerk’. In zekere zin kun je dus zeggen dat zij tegelijkertijd geïnspireerd en geïllumineerd werden.
Ds. Van Sliedregt geeft daar twee voorbeelden van. Er zouden overigens natuurlijk veel meer voorbeelden te geven zijn. Het eerste voorbeeld dat hij noemt is dat Adam na de zondeval in het paradijs de moederbelofte krijgt. De betekenis daarvan is tweeledig. Deze belofte is voor hem persoonlijk van betekenis, namelijk tot zaligheid van zijn ziel. Maar tegelijkertijd is deze belofte ook bestemd tot troost voor de Kerk van alle eeuwen. Dat geldt ook, en dat is het tweede voorbeeld dat ds. Van Sliedregt noemt, voor de belofte die de Heere aan Abraham geeft. Als de Heere tegen Abraham zegt: ‘Vrees niet Abraham, Ik ben u een Schild…’, dan is dat een belofte die op dat moment persoonlijk voor Abraham bedoeld is. Tegelijkertijd geldt dat het een openbaring Gods is die van grote betekenis is voor al de (ware) gelovigen als Abrahams (ware) kinderen.
Betekent dit dat de Bijbelheiligen op het moment dat de Heere hen Zijn Woord openbaarde zelf altijd ten volle verstaan hebben dat wat de Heere hen bekend maakte, niet alleen voor hen persoonlijk gold, maar ook voor de Kerk van alle tijden en plaatsen van betekenis zou zijn? Ds. Van Sliedregt wijst erop dat dat niet altijd het geval zal zijn geweest. Hij schrijft: ‘O neen, op aanbiddelijke wijze heeft de Heilige Geest toen dit dubbele werk zo dooreengemengd en dooreengevlochten, dat hetgeen voor de gehele Kerk het verlossingswerk voorbereidde, voor de heiligen van het oude Verbond tegelijk levensopenbaring en geloofsontwikkeling tot hun eigen persoonlijke zaligheid was’.
Wat is dan het grote verschil tussen de Bijbelheiligen toen en Gods kinderen die nu Gods Woord lezen? ‘… zij waren dan toch openbaringspersonen, en zijn als zodanig niet zonder meer gelijk te stellen met Gods kinderen van nu, waar zij dragers van de bijzondere openbaringen waren, wat Gods kinderen van nu niet zijn…’. Al geldt dan wel dat ook hen deze openbaringen gegeven zijn, namelijk in de Heilige Schrift.
D.V. de volgende keer hopen wij erbij stil te staan dat het ook het werk van de Heilige Geest is geweest dat de openbaringen aan de Bijbelheiligen door overlevering bewaard zijn gebleven en dat zij ook geboekstaafd zijn en tenslotte verzameld. Ook hopen wij dan stil te staan bij de vraag wat nu precies het verschil is tussen de Bijbelheiligen die Gods Woord onmiddellijk ontvingen en Gods kinderen die nu de Schrift lezen en ook wat het verschil is tussen de predikanten die nu Gods Woord bedienen (en de kandidaten die nu Gods Woord verkondigen) en de profeten en de apostelen aan wie de Heere toen Zijn Woord openbaarde.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 juni 2023
Zicht op de kerk | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 juni 2023
Zicht op de kerk | 32 Pagina's