Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bezwaren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bezwaren

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

tegen de „Opzet van het plan voor een algemene hervormde kerkvergadering"

1. Volgens de kerkorde (art. V) wordt de regering der Kerk uitgeoefend in vergaderingen, waarin de ambten bijeen zijn.

„Deze vergaderingen zijn: de kerkeraad . . ., de classicale vergadering . . ., de provinciale kerkvergadering ... en de generale synode". (K.O. V-2).

De opzet der algemene hervormde kerkvergadering druist geheel in tegen het historisch gereformeerde beginsel der ambtelijke vergaderingen, ondermijnt hun gezag, verzwakt hun roeping en deprecieert hun verantwoordelijkheid.

2. De opzet dezer algemene hervormde kerkvergadering negeert ten enenmale de classicale vergadering als „grondvergadering". Zij voert daarvoor in de plaats de aan de kerkorde vreemde geografische figuur van de „regio" in (pag. 4 van de „Opzet").

3. Aan de bedoelde regionale agenderingsvergaderingen komt geen enkel kerkordelijfc recht toe, vooral geen beslissingsrecht. Hetzelfde geldt voor gespreksgroepen e.d. („Opzet" sub c en d), die buiten de ambtelijke vertegenwoordiging van kerkeraad en classicale vergadering optreden.

4. De figuur van een „discussieleider", hoe „bekwaam" en „ervaren" ook (sub 11 en 13), strijdt geheel met een ordelijke aanwijzing door ambtelijke vergaderingen. Het is antischriftuurlijk en kerk-onwaardig om „een lijst op te stellen die de namen van discussieleiders bevat met een korte aanduiding van functie, leeftijd, antecedenten", waarbij over geestelijke gaven, belijdenis en wandel niet gerept wordt.

5. Op geen enkele wijze wordt bij de opzet en in de samenhangende publicaties enige motivering ontleend aan de schriftuurlijke roeping van ambtsdragers en belijdende leden, evenmin aan de opbouw der gemeente van Jezus Christus op haar Fundament, evenmin aan haar pastorale opdracht (K.O. XX - 1 t.e.m. 4!). Geen verwantschap of continuïteit is gezocht met de Belijdenis, evenmin met de Formulieren van het Dienstboek ten aanzien van roeping en taak van belijdende leden en ambtsdragers.

6. De noties medezeggenschap en inspraaL verdringen geheel de schriftuurlijke en kerkordelijke noties, zoals die aangeduid worden in de belijdenis vragen.

Deze „nieuwe vorm van inspraak", dat ,,ieder een die zich tot de Hervormde Kerk reken; kan meepraten, meedenken en meedoen", betekent een ongeoorloofde concessie aan buitenkerkelijk democratisme, een uithollen van d roeping „Hem te belijden voor de mensen (tweede belijdenisvraag), en in de praktijk: da het bepalen van het beleid der Kerk e^ „de bezinning op haar wezen en taak in dezi tijd" in handen wordt gelegd van hen, die juis als niet-lidmaten niet „mondig" zijn, die gee rekenschap behoeven te geven van de hoop d in hen is, en niet aanspreekbaar zijn op hu geloof (zie: „medeverantwoordelijk" K.C XVII-1).

7. Door deze „Opzet" worden de rollen omgekeerd. De generale synode heeft, overeenkon- • stig Ordinantie 1-11, tot opdracht en taak . . . „te getuigen met en voor de Kerk in al haar geledingen tegenover overheid en volk van ht. Evangelie van Jezus Christus; gehoor te gevf aan de roeping der Kerk inzake de eenhe der Christelijke Kerk; en te verrichten datg - ne, wat naar de orde der Kerk van ha; wordt gevraagd".

In de inleiding tot het „basis-dokument" ve i het omgekeerde te lezen; o.a. „dat de genera - synode zelfs de schijn wil voorkomen de s. - menstelling van de agenda te willen beïnvlosden . . ., haar eigen (!) gedachten over datgene waar het in de komende jaren in de Ke;:^ om zal moeten gaan, in kort bestek ond-" woorden te brengen".

Hiermede verzuimt de generale synode hapeerste ambtelijke verantwoordelijkheid. In deze inleidende beschouwingen vertoont zij „tegenover overheid en volk" een laakbare onzekerheid ten aanzien van de vragen, die verband houden met het Christusbelijden en het leven van mensen en volken. Er worden slechts vragen losgemaakt en mo

Er worden slechts vragen losgemaakt en mogelijkheden ter overweging aangeboden. Zonder dat de vergadering, die de Kerk vertegenwoordigt, ook maar de weg wijst en getuigt lit hoofde van haar ambtelijk gezag van Gods •geboden en beloften en onder aanroeping van Zijn Naam.

kortom: de tijd moet bepalen wat gebeuren rrïoet, in plaats van de Heilige Geest; inspraak 'an rijp en groen wordt begeerd, in plaats van 'Ie gehoorzaamheid aan het Woord; meepraten n meewerken wordt verlangd, maar niet operoepen tot verootmoediging en gebed.

"^ mendement

De agenda van een algemene hervormde kerkergadering behoort volgens schriftuurlijk en erkordelijk principe opgesteld „vanuit het rondvlak", d.w.z. door ambtelijke vergaderinen en stemhebbende lidmaten, die recht heben te spreken op grond van hun ja-woord.

. De generale synode roepe, in de verwar- • ng en in de onzekerheden van deze tijd. Gebeente, overheid en volk op tot inkeer en bearing, in gemeenschap met de belijdenis der ideren en in het besef van haar verantwoordelijkheid voor het heden, zich strekkende ^ar de toekomst van Jezus Christus (K.0.

Dit artikel werd u aangeboden door: Stichting Vrienden van dr. H.F. Kohlbrugge

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 november 1969

Kerkblaadje | 8 Pagina's

Bezwaren

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 november 1969

Kerkblaadje | 8 Pagina's