Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In memoriam Ds. K. de Gier (1915-1999)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In memoriam Ds. K. de Gier (1915-1999)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de nacht van dinsdag 10 augustus 1999 overleed in zijn woning aan de Waaldijk te Vuren ds. K. de Gier, emeintus-predikant van de Gereformeerde Gemeente te Den Haag-Centrum. Na een ziekenhuisopname in maart volgde nog een tijdelijke opleving, maar het einde was onafwendbaar. Zijn eens zo sterke constitutie werd door een telkens terugkerende ziekte geheel afgebroken. Vrijwel tot het laatst toe waren zijn gedachten helder. In het vaste vertrouwen en de kalmte van het zaligmakend geloof, dat alles van de Heere verwacht in leven en sterven, is hij in zijn slaap heengegaan. Bij het laatste bezoek las ik Psalm 23. Na het gebed herhaalde hij de eerste verzen met de toevoeging: "Eeuwig boven, eeuwig boven". Klaas de Gier werd op 4 juli 1915 te Dalem, in de omgeving van Gorinchem, geboren. Zijn ouders konden zich niet verenigen met de ethische prediking die toen in de Hervormde Kerk ter plaatse werd gebracht. Daardoor bleef hij ongedoopt en behoorde hij kerkelijk eigenlijk nergens bij, al bezocht hij wel kerkdiensten. Als klein kind verloor hij reeds zijn vader, maar de Heere betoonde in zijn jongenssleven van Hem af te weten. In zijn studeerkamer hing de tekst uit Psalm 103 : 13, die door Gods genade reeds vroeg voor hem zo'n rijke inhoud kreeg: "Gelijk zich een vader ontfermt, over de kinderen, ontfermt Zich de HEERE over degenen, die Hem vrezen". De jonge De Gier wilde arts worden en ging in Utrecht medicijnen studeren. Daar sloot hij hechte vriendschappen o.m. met de rechtenstudent Jan Kersten - de latere predikant ds. J.W. Kersten - met Bauke

Tuinier, die later o.m. arts was in Ridderkerk-Slikkerveer en met de rechtenstudent Jo de Heer, die bekendheid zou krijgen als secretaris van "de Scholenbond". Zijn vriendschap met Jan Kersten, die hem vaak meenam naar Rotterdam, bracht hem in nauw contact met ds. G.H. Kersten. In Utrecht was hij ook in aanraking gekomen met de Gereformeerde Gemeente aldaar. Hij voelde zich daartoe sterk aangetrokken. In 1940 werd hij als volwassene door ds. M. Heikoop gedoopt.

Tijdens de medicijnenstudie kreeg hij werkzaamheden met het ambt van predikant. Hij wilde echter alles liever dan dat. Maar de Heere verbrak zijn weerstand door een krachtig spreken: "Die gezond zijn hebben de medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn ". Hij liet de medicijnenstudie los en studeerde theologie tot de bezetters de rijksuniversiteit sloten. In de zomer van 1944 werd hij toegelaten tot de Theologische School in Rotterdam. Door de oorlogsomstandigheden kon hij met de studie in Rotterdam pas in 1945 beginnen. Hij had het aanvankelijk verre van gemakkelijk. Het feit, dat hij reeds in Utrecht had gestudeerd, werd niet door ieder in dank afgenomen. Hij kwam bovendien uit een ander kerkelijk milieu en had een eigen stijl. Een bekende predikant liet zelfs enkele kansels voor de jonge student sluiten omdat zijn studentenpreekjes geen geestelijk voedsel zouden bieden. Ds. Kersten die hem goed kende en zeer op hem gesteld was, nam het steeds en toen in het bijzonder, voor dejonge proponent op.

Op 6 oktober 1948 - een maand na het heengaan van ds. Kersten - werd hij door dr. C. Steenblok te Lisse als predikant bevestigd. De tekst, die hij voor zijn intrede koos, was Lukas 5 : 31- 32. Hij mocht in Lisse ervaren, dat de Heere de deur van het Woord opende om de verborgenheid van Christus te spreken. Na een niet ongezegende periode van vijfjaar, nam hij het beroep aan naar Den Haag-Centrum, dat in die tijd zo'n 1400 leden en doopleden telde.

Zijn lange verblijf in de Hofstad leidde tot een nauwe verbondenheid met gemeente en kerkenraad. De Heere wilde hem gebruiken om ogen van blinden te openen en Gods kinderen te bouwen in het allerheiligste geloof. In 1975 riep de Heere hem echter om in Arnhem het Woord van vrije genade te verkondigen. Dat mocht hij daar met veel blijdschap en gemakkelijkheid doen. Hier genoot hij op stille zomeravonden van het rivierenland rond de stad, dat hem herinnerde aan zijn geboortestreek. Het werk in Amhem bleef niet zonder vrucht. De Heere wees hem echter opnieuw op Den Haag. Zijn vrouw vroeg hij om de koffers maar vast gereed te zetten In februari 1980 werd hij voor de tweede maal in 's-Gravenhage-C bevestigd om de nu sterk verkleinde gemeente opnieuw te dienen. Op 1 november 1997 ging hij met emeritaat. In het najaar van 1998 mocht hij tijdens een zeer druk bezochte receptie te Lisse gedenken, dat hij vijftig jaar dienaar des Woords mocht zijn.

Daarmede werd een voorrecht, dat de Heere aan zeer weinigen van Zijn knechten vergunt, zijn deel.

Veel taken heeft de overledene in die lange reeks van jaren in ons kerkelijk leven mogen vervullen. Zo was hij in de periode van 1965 tot 1989 tien keer scriba van de Generale Synode . Na het sterven van ds. L. Rijksen in 1969 werd hem het hoofdredacteurschap van De Saambinder toevertrouwd. Deze taak zou hij ruim zestien jaar behartigen. Van vele deputaatschappen maakte hij deel uit. Van bijzondere betekenis was echter het docentschap aan de Theologische School in de jaren 1960-1995, die hij overigens vanaf 1969 ook vele jaren als rector diende. Als docent had het gereformeerde kerkrecht zijn grote liefde. Drie van de zes boeken die hij schreef, gingen over dat onderwerp. In een artikel in het Reformatorisch Dagblad van donderdag 12 augustus j.l. kreeg het feit reeds aandacht, dat Ds. De Gier door zijn inzet in de kring der gemeenten een groter draagvlak voor werkelijk kerkelijk denken en handelen kon scheppen. Ds. de Gier heeft ook veel mogen doen voor het reformatorisch onderwijs. Hij maakte van 1954-1975 deel uit van het bestuur van de Stichting "De Driestar". Van 1955 tot 1982 was ds. De Gier bovendien lid van het bestuur van de V.G.S. oftewel de Scholenbond, terwijl hij in deze periode tien jaar als voorzitter functioneerde.

Hoe zeer hij zich ook betrokken wist bij het docentschap aan de Theologische School, bij het onderwijs en andere activiteiten, de prediking van het Woord was en bleef zijn éérste taak. Iedereen kan hem als prediker leren kennen uit de recente bundel Beproefd en gelouterd. Negentien preken over Job (1998).

Deze preken sprak hij ongeveer dertig jaar geleden uit in Den Haag-C in een tijd, dat er ernstige roepstemmen tot de hele gemeente kwamen. Ze treffen door directheid en sprekende beelden. Hij preekte zo om middellijkerwijs jong en oud de noodzakelijkheid op het hart te binden om in Christus geborgen te worden en Gods volk heen te leiden naar hetgeen ze in Christus hebben. Hagenaars en oud-Hagenaars herinneren zich nog goed, dat hij een preek vaak besloot met een heenwijzing naar Gods genadig welbehagen: "Alle roem is uitgesloten. Onverdiende zaligheên heb ik van mijn God genoten. 'k Roem in vrije gunst alleen ". Ook werd het slot van de preek vaak gevormd door een aanhaling uit het bekende lied van Da Costa: "Halleluja, Lof zij het Lam...".

Ds. de Gier is niet meer hier Aan zijn arbeid kleefden zonden en gebreken, maar de Heere gebruikte hem bijna vijftig jaar als Zijn instrument om ons als gemeenten véél te geven. Zijn Naam zij daarvoor alle lof en eer. l3e overledene deed Zijn werk met hart en ziel. Het loslaten van het een en ander viel hem zeer moeilijk, totdat de Heere hem losmaakte. Toen zei hij mij: "Het is zo'n groot verschil of je moet loslaten of dat je het mag doen. Als je mag loslaten, zet de Heere er iets tegenover van Zichzelf. Dat is de hoop. De hoop beschaamt niet, omdat de liefde Gods in het hart is uitgestort. Dat is zo'n groot wonder. Je weet dat het einde komt, maar Hij zal Zijn beloften vervullen". Zo heeft hij de laatste maanden door het geloof met algehele overgave van het hart mogen leven uit het woord van de profeet: "In stilheid en vertrouwen zal uw sterkte zijn". Zijn sterven werd erven. De zonde ligt nu voor eeuwig achter hem. Het woord boven de rouwcirculaire is voor hem ten volle waar geworden" Ik zal U loven in eeuwigheid, omdat Gij het gedaan hebt" (Ps. 52 : 11).

Gorinchem,

Ds. M. Golverdingen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 augustus 1999

De Saambinder | 12 Pagina's

In memoriam Ds. K. de Gier (1915-1999)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 augustus 1999

De Saambinder | 12 Pagina's