Toezicht op de studie

Het deputaatschap, dat bestaat uit zes predikanten en drie ouderlingen, is door de Generale Synode gekozen en aangesteld. Namens de gemeenten onderzoeken zij degenen die zich met een attest van hun kerkenraad hebben aangemeld voor de opleiding tot predikant.

Maar in de naam ‘curatorium’ zit het Latijnse woord ‘cura’, dat ‘zorg’ betekent. Het curatorium draagt cura, zorg, voor twee zaken rondom de Theologische School: voor de toelating, maar ook voor de toerusting van de aanstaande dienaren van het Woord. Een uiterst belangrijke taak in het geheel van onze gemeenten. Op de Generale Synode wordt daarom elke drie jaar een uitgebreid rapport aangeboden met informatie over het (uitgevoerde) beleid en worden soms beslissingen gevraagd.

De curatoren zijn verantwoordelijk voor de voortgang en de kwaliteit van het theologisch onderwijs. Zij dragen tijdens de vierjarige opleiding zorg voor de studenten en de docenten. Ook behoort de benoeming van vakdocenten tot deze taak. Het toezicht komt openbaar in verschillende zaken. In de loop van de jaren is dit toegenomen.

Tentamens

Drie keer per studiejaar zijn de curatoren op school om de tentamen- en examendagen bij te wonen. Op zo’n dag wordt een aantal vakken door de docenten mondeling overhoord in het bijzijn van enkele curatoren. Daarnaast worden regelmatig de studieresultaten schriftelijk getoetst door de docent. Deze resultaten worden door de secretaris van het curatorium opgeslagen.

Om de directe betrokkenheid van de curatoren bij de toerusting van onze studenten nog meer gestalte te geven, wonen periodiek twee curatoren een dag de lessen bij. Er wordt dan met de studenten de maaltijd gebruikt om ook op deze manier contacten met docenten en studenten te onderhouden.

Naast de drie zo belangrijke attestvergaderdagen vinden er nog verschillende andere vergaderingen plaats. De verantwoordelijkheid van de toerusting van de studenten, met alles wat eraan verbonden is, weegt het curatorium zwaar. Er is een beleidsplan, waarin verschillende zaken aan de orde komen, zoals de organisatie, de bezetting en de continuïteit van het docentenkorps. Het studieplan bevat onder meer een overzicht van de leerstof van de verschillende vakken.

Preekvoorstellen en proponeren

In het tweede jaar houden de studenten preekvoorstellen voor de docenten. Tweemaal moet ook een ‘proefpreek’ worden gehouden -tot nu toe in de Boezemsingelkerk- voor het curatorium. Dit gebeurt in april/mei en de tweede keer in juni. De proefpreek, waarbij de student zelf een tekst kiest, wordt door de curatoren besproken. Het is tot vreugde als hierin een Schriftuurlijk-bevindelijke boodschap mag worden beluisterd. Na de bespreking wordt in aanwezigheid van het dagelijks bestuur van het curatorium door de voorzitter aan de student in het gesprek hiervan mededeling gedaan.

Hoe nodig is opbouwende kritiek in deze fase. Hoe belangrijk om eerlijk met elkaar om te gaan! Wel blijft de situatie enigszins gekunsteld zonder een gemeente voor je. Van de derde- en vierdejaars studenten worden door de curatoren gedurende het jaar ook ‘preken’ beluisterd, die in de gemeenten gehouden zijn en door de student worden aangereikt.

Er wordt benadrukt dat naast het proponeren het studeren van groot belang blijft. Juist deze vier jaren moeten daarvoor intensief gebruikt worden.

Het is tot blijdschap van de curatoren als na vier jaar een student na het examen en een proefpreek - waarvan de tekst wordt opgegeven door de voorzitter van het curatorium - het getuigschrift mag worden uitgereikt en hij beroepbaar mag worden gesteld. Het uitzien en het gebed is dan ook bij het curatorium dat de Koning van de Kerk hen een plaats wil schenken en hun arbeid tot eer van Zijn Naam en tot zaligheid van zondaren wil gebruiken.

Nascholing en mentoraat

Overeenkomstig het besluit van de Generale Synode krijgen het mentoraat en de nascholing gestalte. Er zijn terugkomdagen, die door de docenten worden verzorgd voor beginnende predikanten. De mentor wordt benoemd op voordracht van de kandidaat. Dit gaat in goed overleg met de rector van de school, de voorzitter van het curatorium en de voorzitter van de eigen kerkenraad.

Zo mag het verantwoordelijke werk van het curatorium aan de Boezemsingel nog voortgaan. Dit vraagt om uw en jouw gebed tot de Heere van de oogst. Dit alles gebeurt in het diepe besef dat:

‘Zo de HEERE het huis niet bouwt, tevergeefs arbeiden deszelfs bouwlieden daaraan; en zo de HEERE de stad niet bewaart, tevergeefs waakt de wachter’

(Psalm 127:1).

ds. J.J. van Eckeveld, voorzitter
ds. G.J.N. Moens, secretaris

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen