Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VRAGEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VRAGEN

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

X. vraagt voor wie de Heere Jezus in het eerste kruiswoord gebeden heeft, als Hij zegt: Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen. Bidt Hij met die woorden ook voor verworpenen? , of alleen voor de Zijnen, zoals Hij in Joh. 17:9 zegt: Ik bid niet voor de wereld maar voor degenen, die Gij Mij gegeven hebt.

Antwoord. Sommigen onder de rechtzinnige oude theologen, zoals Durham zijn van oordeel, dat de Heere Jezus in Luk. 23 : 34 niet alleen als • Hogepriester bad, maar ook als mens. En als mens, zou Hij dan ook gebeden hebben voor verworpenen, Christus gekruist, 1752, p. 807, Ook Hellenbroek, Kruistriomf, p. 529 onderscheidt daar Zijn bidden als mens en als Hogepriester. In hêt eerste geval zou Hij gebeden hebben voor al Zijne vijanden, behalve voor hen, die de zonde tegen de H. Geest bedreven hebben. Vele anderen echter, zoals Aeg. Francken, Ridderus, Beukelman. Temmink, "Toe Laar, J. v. d. Honert, Ulrich, Hillenius, Hallius, Staring, Henry, Polanus a Polansdorff, Syntagma, p. 1304, Turretinus, Theol. Elenct. II, p. 505, De Moor Comment. Ill, p. 1044—46, p. 1099 betrekken Luk. 23 : 34 allen alleen op de uitverkorenen.

Ook Owen, die in zijn De Dood van de Dood in de Dood van Christus, p. 68 v.v. verschillende redenen bijbrengt is van oordeel, dat de Heere Jezus niet kan gebeden hebben voor hen, die tot het einde toe onboetvaardig zouden blijven, en dat Hij daar ook als mens bidt. Charnock, Works V, p. 118 is van gevoelen, dat de bede van Christus hier voorwaardelijk is geweest, indien zij zich bekeren zullen, evenals ook Henry op Luk. 23 : 34. Ook zo geldt dus de bede alleen de uitverkorenen.

Bezien we dit wat nauwkeuriger, dan kunnen wc zeggen, dat als Christus deze bede opzendt. Hij de Wet vervult in dadelijke gehoorzaamheid aan Zijn Vader. Immers, de Wet schrijft ook het gebed tot God voor als een element in de liefde tot God en de naaste, en sinds de val ook, dat de mens zal bidden om bekering voor zichzelf en ook voor anderen, zelfs van de vijanden, maar

dan toch wat anderen betreft altijd weer voorwaardelijk. Heeft dus de Heere Jezus als mens, zoals Durham, Hellenbroek en Owen willen, deze bede gebeden aan het kruis, dan kan dit toch niet anders zijn geweest dan voorwaardelijk. De belofte is voorwaardelijk in Spreuk. 28 : 13: Die zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn, maar die ze bekent en laat, zal barmhartigheid verkrijgen. Zo heeft Hijzelf geleerd bijv. in Joh. 7:37: Zo iemand dorst, die kome tot Mij en drinke. En met de woorden: Bekeert u en gelooft het EvangeHe, Mare. 1 : 15, ving Hij zijn prediking aan. In Zijne Naam te prediken bekering en vergeving der zonden, draagt hij in Luk. 24 : 47 Zijn jongeren op. En zo kan Zijn bede aan het kruis, als men ze beschouwen wil als door Hem gedaan als mens, al niet anders als voorwaardelijk zijn: indien zij zich in waarheid bekeren. Maar dan kan het ook al geen anderen betreffen als hen, die door genade in waarheid ook bekeerd worden. Trouwens het is ook algemene leer, dat om een anders zaligheid alleen gebeden mag worden met onderwerping aan de Raad Gods, als het dus met Zijn Raad overeenkomen kan, en tot Zijne eer en het welzijn der kerk mag geschieden. En de bijvoeging: Want zij weten niet wat zij doen; kan daar ook al geen enkele verandering in maken. Want de onwetendheid hier verschoont niet van alle schuld. En zonder schulderkenning en bekering door genade, zonder bloedstorting, geschiedt gene vergeving, Hebr. 9 : 22. Hetzij de Heere Jezus hier dan bidt voor mensen toen onder de schare, die Hem kruiste, hetzij Hij het verder uitbreidt ook tot anderen, het zullen toch altijd weer de gekenden des Heeren zijn, die er onder te verstaan zijn. De bijgevoegde reden kan verder aanwijzen, dat beslist verboden wordt om te bidden voor hen, die de duidelijke blijken vertonen van de zonde tegen de H. Geest.

Waar de Heere Jezus echter met name aan het ' kruis als Hogepriester het offer der verzoening brengt, zoals Hij ook in Joh. 17, zo vlak daarvoor het Hogepriesterlijk gebed heeft gedaan, het ambtelijk Hogepriesterlijk werk hierbij al heel sterk op de voorgrond staat willen we liefst denken, dat Hij deze bede aan het kruis ook als Hogepriester deed. Als Hogepriester toch kon Hij onvaarwaardelijk bidden op grond van Zijn zoenofferande.

Al Zijn verdere gebeden aan het kruis verrichtte Hij ook in Zijn Hogepriesterlijke bediening en onvoorwaardelijk dus. En nu juist bidt Hij ook in dé eerste bede aan het kruis onvoorwaardelijk, zoals Hij dat ook in de verdere beden daar doet. Wat noodzakelijkheid zou er dan toch zijn om te menen, dat Hij in de eerste bede ook als mens en dan nog voor verworpenen zou bidden, nu Hij de andere beden als Hogepriester uitspreekt en onvoorwaardelijk doet?

En in ieder geval kan uit een en ander blijken, dat Hij deze bede niet gedaan heeft voor hen, die in onboetvaardigheid sterven.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 oktober 1955

De Wachter Sions | 4 Pagina's

VRAGEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 oktober 1955

De Wachter Sions | 4 Pagina's