Wandelen door geloof
1 Koningen 17:7 En het geschiedde ten einde van vele dagen, dat de beek uitdroogde; want geen regen was in het land geweest.
In zijn jonge jaren was John Henry Newton (1725-1807) kapitein van een schip dat slaven naar Amerika vervoerde en leidde hij een goddeloos leven. Na zijn wonderlijke bekering werd hij predikant en ook dichter, onder andere van het wereldberoemde lied Amazing Grace. In zijn autobiografie beschrijft hij zijn leven voor en na zijn bekering. En daarin staan treffende dingen te lezen. Onder andere ook over de relatie tussen geloof en gevoel. Kort na zijn bekering waren er sterke gevoelens van vreugde. Maar hij had geleerd om boven zijn gemoedsgesteldheid te leven en te steunen op de gerechtigheid van de Zaligmaker alleen. Hij schrijft: ‘Daar kunnen zelfs mijn teerste gevoelens niets aan toedoen en mijn zwakste zwakheden niets aan afdoen.’ Gods kinderen moeten leren wandelen door geloof en niet door aanschouwen. Dat moest ook Elia leren.
Het is een vast gegeven uit Gods Woord, dat de Heere het geloof van de Zijnen beproeft. En Elia had geloof. In het geloof is Elia immers naar de Krith gegaan en daar is hij niet beschaamd mee uitgekomen.
Maar dat geloof van Elia -net zo goed als het geloof van al Gods kinderen- moet wel sterker worden. Want de Heere heeft nog meer plannen met Elia. Straks komt hij op de Karmel alleen tegenover die baälsprofeten te staan. En tegenover het hele volk. En zijn geloof moet daarop voorbereid worden.
God gaat dat geloof louteren. En dat gebeurt hier bij Elia.
Hij mocht uit de beek drinken. En er was water genoeg. Totdat de gevolgen van het oordeel ook bij de beek Krith merkbaar werden. En dat is natuurlijk niet in één dag gebeurd. Die beek is langzamerhand uitgedroogd. En toen kwam de beproeving. Want hoe moet het dan? Ook met de belofte van God? Maar als er dan geen water in de beek zit, moet Elia niet gaan wanhopen, maar dan moet hij zich vastgrijpen aan het Woord van God en hopen op de God van het Woord.
En als we de lijnen eens wat proberen door te trekken, dan weet iedereen die de Heere mag vrezen, waar het nu over gaat. Dat de geestelijke beek Krith opdroogt. Er zijn de momenten geweest dat de hemel zo laag hing. Dat de liefde van God werd uitgestort in het hart. Tijden dat het zo goed was om nabij God te zijn. Je mocht drinken van het water des levens.
Maar er zijn ook andere tijden. Dan zit je geestelijk bij een uitdrogende beek Krith zit. En die ooit zo heldere stroom, dat is geworden tot alleen nog maar een beetje vuile modder.
En hoe is dat nu gekomen en waarom gaat dat nu zo? Wel, dat kan natuurlijk om verschillende redenen zo zijn. Een slordig leven kan de beek doen uitdrogen. Een aards- en wereldsgezind bestaan maakt alles dood en dor. Maar dat gebeurt toch ook weer niet buiten de ondoorgrondelijke leiding van de Heere om. Op een bepaalde manier heeft Hij daar Zijn hand in en Zijn bedoeling mee.
En houdt het geloof het dan nog uit? Ja maar alleen als het echt is. Dan blijft het op de Heere wachten. Dan gaan ze met vrijmoedigheid naar de troon der genade. Niet op grond van hun gevoel of hun gebeden, maar op grond van de belofte. Dan werpt zo’n twijfelend, worstelend, strijdend mensenkind zich op God en Zijn Woord.
En zo stelt de Heere het geloof van Zijn kinderen op de proef. Hij wil ze leren sterven aan zichzelf. Ook leren sterven aan hun bevindingen hun bekering. Om zo niet meer te steunen op iets in zichzelf. Maar om steeds weer, en steeds meer, en steeds eerder ook het leven buiten zichzelf te zoeken.
John Newton schrijft ergens: ‘Toen ik gisteren achter mijn bureau zat, had ik een prachtig uitzicht op het eiland White. Vandaag zie ik daar niets van. Ik veronderstel niet dat het eiland gezonken is. Maar ik bedenk dat het een mistige dag is. En ik verwacht dat als het beter weer wordt, ik het eiland weer zal zien. Zo is het ook in het geestelijke leven. Ik kan op onzekere dagen het zicht op Gods genade weleens kwijt raken. Maar dat moet mij niet doen vragen of die genade er nog wel is. Daarom moet mijn geloof zich richten op Gods Woord en niet op mijn gevoel. Mijn gevoel is als het weer. En niets is zo veranderlijk als het weer. Maar Gods Woord is onveranderlijk.’
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 juli 2022
Bewaar het pand | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 juli 2022
Bewaar het pand | 12 Pagina's