De levensloop van satan
Het bestaan van de duivel valt in vier perioden te verdelen: als heerlijke engel in de hemelse gewesten; als gevallen engel in het Oude Testament; als geketende engel in het Nieuwe Testament en tenslotte als veroordeelde engel in de hel.
Het begin van zijn bestaan stelt ons meteen al voor onoplosbare vragen. Hoe kon in de hemel bij een zuiver en zondeloos geschapen engel liefde omslaan in haat, gehoorzaamheid in opstand en loven in lasteren? We weten het niet. We weten dat hij gevallen is (Jud. 6) en dat velen met hem in opstand zijn gekomen (Openb. 12:4). Maar hoe dat eerste zaad van het kwaad wortel kon schieten in de hemel: we weten het niet.
In het begin van de geschiedenis was hij er opeens: de satan als slang (Gen. 3). Daar liet hij zijn echte gedaante zien: God in een negatief daglicht stellen, suggereren dat de mens zelf wel Gods plaats kan innemen en zonde als iets aantrekkelijks voorstellen. De mens luisterde, eerst Eva, toen Adam en met hem het hele menselijk geslacht. Vanaf dat moment beheerste de satan het besturingscentrum van wat eens Gods pronkstuk was: het hart van de mens.
Afgoden en namaakgoden
Het Oude Testament staat in het teken van de strijd tussen het Vrouwenzaad en slangenzaad, tussen Gods Zoon en satan (Gen. 3:15). En als we vlak voor de geboorte van Jezus de aardbol in ogenschouw nemen, zien we slechts duisternis. De duivel heerste. Alle volken negeerden hun Schepper en aanbaden afgoden, de namaakgoden van satan (zie bijvoorbeeld Lev. 17:7). De mensen waren in de ban van zonde, ijdelheid en angst.
Voor het uitverkoren volk van God had de duivel na de ballingschap een succesvolle strategie ontwikkeld: ze werden ingezogen in de diepe put van vrome eigengerechtigheid. De duivel was inderdaad de overste van deze wereld (zie onder meer Joh. 12:31). Slechts één dun streepje licht was zichtbaar: eenlingen die uitzagen naar de komst van de Messias: Maria en Elisabeth, Anna en Simeon, de herders. Slechts één gevaar dreigde: de geboorte van het beloofde Kind De duivel stapelde list op list: eerst Herodus met de kindermoord. Daarna kreeg hij de religieuze leiders op zijn hand. Toen dat dreigde te mislukken (Joh. 12:19), infiltreerde hij het denken van een discipel: Judas (Luk. 22:3). Zijn doel was de dood van Jezus, de weg moest uitlopen op het smadelijke kruis. Wat zijn heerlijkste victorie moest worden, werd echter zijn grootste fiasco. Zijn overwinningsstrategie paste perfect in het plan van zijn grote Tegenstander. Jezus Christus deed door Zijn dood de duivel teniet (Hebr. 2:14). De kop van satan werd vermorzeld. Het betekende een definitieve wending in zijn bestaan. Hij viel als een bliksem uit de hemel (Luk. 10:18; Joh. 12:32; vgl. Openb. 12:7-9). Iemand die sterker was, bond hem.
Zendingsgeschiedenis
Eén voor één ontrooft Jezus hem nu zijn vaten. Dat is zendingsgeschiedenis. Jezus is Overwinnaar. Onder elk volk plant Hij de Banier van Zijn overwinning. En als het Evangelie verkondigd is onder alle volken, zal tenslotte ook het volk Israël uit de klauwen van de vorst der duisternis worden verlost. Dan is de cirkel gesloten. De strijd tussen het Vrouwenzaad en slangenzaad is sinds Golgotha dus definitief voorbij. De satan ligt met kettingen gebonden, wachtend op het oordeel (2 Petr. 2:4). Dat roept vragen op. Als hij gebonden is, waarom kan hij dan tot op de dag van vandaag doorgaan met zijn verwoestend werk? Waarom laat God dat toe? Het uiteindelijk antwoord is: het is Gods wil; het is tot Zijn eer. God zet de duivel in om Zijn plannen te volvoeren. Als je er oog voor hebt, zie je dit vaak gebeuren: satan doet een zet, maar uiteindelijk loopt het uit op de eer van God. God zet de duivel in om Zijn kinderen te beproeven, om uitverkorenen in Zijn handen te drijven, en – hoe ongemakkelijk deze waarheid ook is – om goddelozen te verharden in hun zonde tot roem van Zijn rechtvaardig oordeel.
Vuur en sulfer
Straks – en wie weet hoe snel – is daar het einde, als alle volken en natiën zich gewillig en met vreugde buigen voor Koning Jezus. Dan breekt het vierde, eeuwige tijdperk aan voor de satan: hij wordt geworpen in de hel, de poel van vuur en sulfer (Openb. 20:10). Zijn rol van de aanklager der broederen is definitief uitgespeeld.
Dit is het eerste artikel in een serie van vier. De artikelen worden geplaatst naar aanleiding van het boek ”Duivels dichtbij”.
(wordt vervolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 februari 2020
De Saambinder | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 februari 2020
De Saambinder | 20 Pagina's