Rekenschap geven
Christus was tijdens Zijn leven op aarde (‘in het vlees’) in al Zijn lijden gehoorzaam aan Zijn Vader. Dit heeft consequenties voor de vreemdelingen in Klein-Azië.
‘Dewelke zullen rekenschap geven Dengene Die bereid staat om te oordelen de levenden en de doden’. 1 Petrus 4:1-6
‘… zo wapent gij u ook met dezelfde ge- dachte’ (vers 1). Dit wil zeggen: Sterkt u, namelijk tegen alle aanvechtingen en ver- leidingen van het vlees, van de duivel en van de wereld (kanttekening 3). Het nieu- we leven uit Christus betekent de dood van het oude leven zonder Christus! Weet u van dit wonder van wedergeboorte en geloof in Christus? Is uw leven getekend in: de wereld verlaten, mijn oude natuur doden en in een nieuw godzalig leven wan- delen?
De apostel vermaant hen - in de korte tijd die nog rest - te leven naar de wil van God. Ze hebben lang genoeg hun tijd en krach- ten verspild aan de zonden.
Hun bekering tot God betekent een radi- cale breuk met het heidense verleden. Hun eertijds wordt met zes concrete omschrij- vingen beschreven (vers 3). Een droeve rij van zonden trekt aan ons oog voorbij. Deze zondige praktijken waren schering en inslag in Klein-Azië, zo blijkt ook uit de brieven van Paulus. Een leven vol seksuele uitspattingen en overmatig gebruik van alcohol.
Ergernis en laster
De levenswandel in de vreze Gods roept ergernis op van de heidenen in deze omgeving. Zij reageren verbaasd, ja zelfs vij- andig. De leden van de gemeente worden zwart gemaakt en gelasterd (vers 4).
Ten diepste treft deze laster niet de christenen, maar de God Die zij dienen. Hier- over zullen al degenen die Gods kinderen lasteren en hun het leven moeilijk maken bij het eindgericht verantwoording moe- ten afleggen (‘rekenschap geven’) van hun woorden en daden. ‘Daarom is de gedach-tenis van dit oordeel met recht schrikkelijk en vervaarlijk voor de bozen en godde- lozen en zeer wenselijk en troostvol voor de vromen en uitverkorenen, dewijl alsdan hun volle verlossing volbracht zal worden’ (NGB, art.37). Wat een verschil: goddelo- zen of vromen! Waar hoort u bij? Wat is de grond daarvoor?
God heeft de uitvoering van het oordeel gelegd in de handen van Christus (Hand. 10:42). Hij staat gereed om alle mensen (‘de levenden en de doden’) te oordelen (vers 5). Het woord ‘want’ verbindt vers 6 met het voorafgaande. Niemand kan het oordeel ontlopen. De doden zijn hier de gelovigen die nu al gestorven zijn. Tijdens hun leven op aarde zijn ze door de ongelo- vigen veroordeeld. Maar door het geloof in het verkondigde Evangelie hebben zij het eeuwige leven ontvangen door de kracht van de Heilige Geest.
De prediking is voor hen dus niet tevergeefs geweest. Zij ontvingen door weder- geboorte en het geloof het geestelijk en eeuwig leven. Zij mogen nu immers voor altijd leven bij de Heere. Christus heeft gezegd: ‘Die in Mij gelooft zal leven, al ware hij ook gestorven’ (Joh.11:25b). Ge- looft u dat?
(wordt vervolgd)
Vragen
a. De lezers moeten ‘zich wapenen’ (vers 1). Wat betekent dat voor hen en voor ons?
b. Waarover gaat het ‘rekenschap geven’ (vers 5)?
c. Geef een toelichting bij het woord ‘leven’ (vers 6).
ds. M. Karens, Middelburg
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 mei 2021
De Saambinder | 24 Pagina's