De zaligsprekingen [35]
Over de reinheid van het hart
‘Zalig zijn de reinen van hart; want zij zullen God zien’. Mattheüs 5:8
De reinheid bestaat in twee dingen: oprechtheid van geest in het hoogachten van de heiligheid in het oordeel (zie Ps. 119:30), en in eenswillendheid, het aanvaarden van de heiligheid in de genegen- heden (zie Ps. 119:97). Een reine ziel wordt geworpen in de vorm van de heiligheid. Heiligheid is het bloed dat in de aderen van zo iemand stroomt.
Het onderwerp van de reinheid van hart
Het onderwerp van de reinheid is het hart: ‘rein van hart’. De rein- heid van hart sluit de reinheid van leven niet uit, evenmin als de reinheid van de bron de reinheid van de stroom uitsluit. Zij wordt evenwel ‘reinheid van hart’ genoemd omdat dit het belangrijkste is in het dienen van God, en zonder deze reinheid kan er geen rein- heid van leven zijn.
Het zou de grote zorg van een christen moeten zijn om zijn hart rein te bewaren, zoals iemand een bron ervoor zal bewaren dat deze vergiftigd wordt. In een duel zal iemand vooral zijn hart beschermen. Zo moet het ook de voornaamste zorg van een wijs christen zijn om zijn hart vóór alle dingen rein te bewaren. Wacht u zich ervoor dat de liefde tot de zonde erin zal komen; als dat wel zo is, zal blijken dat zij dodelijk is.
Christenen moeten bovenal sterk naar de reinheid van hart ver- langen. 1 Timotheüs 3:9: ‘Houdende de verborgenheid des geloofs in een reine consciëntie’. De rechtvaardigmaking bewerkt ons geluk, de heiligmaking geeft er de blijken van.
De gronden voor de reinheid van hart
De eerste grond. De Schrift vraagt om reinheid. 1 Petrus 1:16: ‘Zijt heilig, want Ik ben heilig’. Het is niet alleen de predikant die u gebiedt heilig te zijn, maar God Zelf roept u ertoe op. Wat zou de heilige God doen met onheilige dienaren?
De tweede grond. Het is vanwege de verachtelijke en vervloekte staat waarin wij verkeren voordat de reinheid in ons wordt gewerkt. Wij zijn een klomp leem die met zonde is vermengd. De zonde verblindt ons niet alleen, maar verontreinigt ons ook. Zij wordt in Jakobus 1:21 ‘vuiligheid’ genoemd. Om te laten zien hoezeer zij verontreinigt, wordt zij met een plaag des harten vergeleken (1 Kon. 8:38); met een schandvlek (Deut. 32:5), met uitbraaksel (2 Petr. 2:22), met kinderen, vertreden in hun bloed (Ezech. 16:6), met een maanstondig kleed (Jes. 30:22), dat, zoals Hiëronymus het zegt, het meest verontreinigend was onder de wet.
Alles wat God door de wet tot waarschuwing oplegde, was alleen maar om de mensen te binnen te brengen dat ze, voordat ze in het bloed van Christus waren gewassen, verfoeilijk waren. Als al het kwaad van de wereld samengenomen werd en het wezen ervan uitgespreid, kon het iets niet zo zwart maken en bezoedelen als de zonde dat doet. Een zondaar is een duivel in mensengedaante.
(wordt vervolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 september 2021
De Saambinder | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 september 2021
De Saambinder | 20 Pagina's