Een binnenkamer

Op een dag deelde ze haar verlangen met haar oma, die vlak bij haar woonde. De oma regelde dat een ruimte op haar zolder werd afgetimmerd tot een klein kamertje voor haar kleindochter. Er zat een dakraampje in, er stond een stoeltje, een tafeltje en een lampje. Voor het meisje werd dit haar binnenkamer.

Wat is jouw binnenkamer? Heb jij een plek waar je alleen kunt zijn om tot de Heere te bidden? Dat hoeft niet per se zo’n kamertje te zijn als dit meisje kreeg. Maar heb jij een plekje waar je stil kunt zijn? Zonder dat je afgeleid wordt? De Heere Jezus had ook zo’n plek. We lezen in Gods Woord dat Hij ging in ‘een woeste plaats alleen’. Ergens anders lezen we dat Hij op een berg was om alleen te bidden. In Gethsémané liet Hij Zijn discipelen achter en ging Zelf alleen verder om te bidden. Daniël nam er drie momenten per dag voor.

Misschien voelt dit voor jou wel heel vroom. Als kind zélf bidden? Dat doen we toch al als ik ’s morgens uit bed kom, bij de maaltijden en ’s avonds voor ik ga slapen? Heel goed dat jullie dit doen! Probeer ook maar in je eigen woorden een gebed te doen. Het hoeft niet uit mooie woorden te bestaan. Je mag alles eerbiedig bij de Heere brengen. Blijde dingen waarvoor je de Heere dankbaar mag zijn. Daarvoor mag je Hem danken. Zorgen die in je hart leven. Je mag ze allemaal aan Zijn voeten brengen.

Weet je dat de Heere ernaar verlangt dat wij aan Zijn voeten zijn? Martha was druk met van alles en nog wat. Maar Maria zat aan Jezus’ voeten. Ben jij zo’n jonge Maria?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen