Verlangen

Wat kun je soms naar iets verlangen. En wat duurt het wachten soms lang! Maar, na het wachten is het eindelijk zover. Dan ben je jarig. Dan heb je vakantie. Dan ben je blij! Simeon kende ook een groot verlangen. Hij verlangde naar de komst van de Heere Jezus. Hij wachtte misschien lang, maar hij wist dat hij de Heere Jezus zou mogen zien. Dat had God hem beloofd. En wat God belooft, dat gebeurt. Simeon mocht in de tempel de Heere Jezus zien en Hem vasthouden. Wat was Simeon blij. Hij loofde God.

Herken jij dit verlangen? Verlang je ernaar, als je in de kerk zit of als je in je Bijbel leest, dat de Heere Jezus wat tegen jou zegt? Zie je er naar uit dat je antwoord van de Heere krijgt als je bidt? Verlang je naar de dag dat je de Heere Jezus mag ontmoeten, mag zien? Dat Hij bij jou komt?

Johannes de Doper vertelde aan de mensen dat de Heere Jezus zou komen. Hij riep ze toe: ‘Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen’ (Matth. 3:2b). En op een dag, toen Johannes aan het preken en dopen was, toen gebeurde het. Toen kwam Jezus! Jezus kwam naar Johannes toe. Jezus kwam naar de mensen toe. Johannes was er verwonderd over. Hij zei: ‘Komt Gij tot mij?’ (Matth. 3:14b).

Als de Heere Jezus in jouw hart komt, dan ben je echt gelukkig. Dan ben je verwonderd en zeg je met Johannes: ‘Komt Gij tot mij?’ Vraag het maar: ‘Heere, wilt U in mijn hart komen?’

Leestip: Mattheüs 3:1-6 en 13-14

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen