De tabernakeldienst (269)

Zodra Adam en Eva zondigden in het paradijs, werd de hemel voor hen en het hele menselijke geslacht gesloten. Direct daarna plaatste de Heere engelen om Adam te beletten dat hij terug zou gaan naar de boom des levens in het midden van het paradijs (Gen. 3:24).

Christus, het Hoofd van het verbond der genade baande echter naar Gods welbehagen niet alleen voor Zijn volk de verse en levende weg tot het hemelse paradijs, maar wijdde deze ook in door Zijn gestorte offerbloed aan het kruis. Door Zijn allesreinigende bloed worden al hun walgelijke zonden uitgedelgd, en leidt Christus hen langs deze weg tot Zijn hemelse Vader, en stelt hen aan Hem voor zonder vlek of rimpel. Dit werd door het gescheurde voorhangsel in de tempel afgebeeld toen Christus stierf, zoals Paulus dit bevestigt: Dewijl wij dan, broeders, vrijmoedigheid hebben, om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus, Op een versen en levenden weg, welken Hij ons ingewijd heeft door het voorhangsel, dat is door Zijn vlees (Hebr. 10:19,20). Christus’ Geest maakt plaats voor Christus en Zijn werk, en door het ware geloof zien de gelovigen de hemelpoort geopend en hebben Christus hartelijk lief!

Stilstand of groei in het genadeleven

We hebben u kort geleden bepaald bij het onderscheid tussen de genade van het geloof en de oefening van het geloof. De aandachtige lezer weet dat de genade van het geloof geschonken wordt in de tijd als Gods Geest een zondaar bekeert en met Christus verenigt. Door de oefening van het geloof verstaan we dat een christen geloofskennis van Christus ontvangt, zodat hij Hem hartelijk liefheeft. Toen Gods Geest de genade van het geloof in u verheerlijkte, werd u getrokken uit uw ongelukkige staat en gerukt als een vuurbrand uit het vuur. Door het ontgrondende werk van Gods Geest werd u een verloren zondaar voor God en stemde u in met Zijn rechtvaardig oordeel. U nam in uw grote nood de toevlucht tot de Heere om ontferming, en tot uw grote verwondering kreeg u de weg der zaligheid in Jezus ontsloten. Maar mogen wij u eens vragen hoe kort of lang dit geleden is, en hebt u daarna nog nader onderwijs ontvangen in Wie u kunt zalig worden? Bent u nu tevreden met de mogelijkheid om de zwakke indrukken van het zalig worden? Met andere woorden, is dit voor u genoeg en kunt u hier bij leven, en rust u al die tijd op uw ervaring in het verleden? We zijn overtuigd dat de zwakke indrukken van uw bemoedigingen na uw bekering absoluut niet de grond zijn van uw zaligheid, hoewel zij wel bevestigingen zijn van Gods trouw. Maar denkt u dat u met dit zwakke bewijs naar de eeuwigheid kunt reizen en zo kunt sterven? De ware christen mag nooit stilstaan in het geloof, maar hij moet staan naar groei in het geloof. U zou meer van Christus willen leren en Hem dagelijks nodig hebben. Thans staat u zondig stil en u bent in groot gevaar dat u steunt op vroegere weldaden en niet op Christus.

Wat is de oorzaak dat het doorbrekend werk van Gods Geest in u wordt gemist, en waarom blijkt dat er stilstand is in plaats van groei in het geloof? Steunt u hierop dat u zalig kunt worden, zonder dat u zoals Bunyan van Christen beschrijft die het lichtje van het poortje in de verte zag en uitriep: ’Leven, leven, eeuwig leven’, en niet bleef stilstaan? Waarom niet?

Hij moest door de póórt en verder reizen! Voorwaarts is de leus, zoals Paulus zegt: Maar één ding doe ik, vergetende hetgeen dat achter is, en strekkende mij tot hetgeen dat voor is, jaag ik naar het wit tot de prijs der roeping Gods die van boven is in Christus Jezus (Fil. 3:14). Wordt u nu niet vergeleken bij stilstaande wateren die stinken, of bij modderige plaatsen die ongezond blijven? (Ezech. 47:11). U kunt zich veelal op de been houden met werkzaamheden die vaak voortkomen uit een wettisch beginsel om voor God te kunnen bestaan. Stilstand is geen groei in het geloof! Verlangt u dan niet naar een aanwezige Christus om aan Zijn borst te liggen en Hem al uw noden in Zijn oor te fluisteren? Hebt u van Christus dan niet geleerd dat genade het beste groeit in de geestelijke wintertijd, en hoe kan er dan een zondige stilstand in uw geloofsleven zijn, doordat u Christus aan Zijn plaats laat in plaats van Hem meer te leren kennen? Is uw enige antwoord op de vraag van anderen of het genadewerk u niet vreemd is: ’O ja, maar dat is al lange tijd geleden en mocht de Heere er eens op terugkomen.’ U durft hiermee naar de eeuwigheid te reizen, en nederige gebeden te doen in uw huiselijke kring of ook als u ambtsdrager bent in Gods kerk, zonder het minste verdriet hierover te hebben omdat u geen geestelijke groei kent maar een zondig stilstaan? Het is mogelijk dat u onze onderzoekende vraag om uw stilstaan ter zijde legt, omdat u het omschrijft als ongezond activeren. U houdt het het liefst bij de veel gebruikte uitdrukking dat God het geloof moet werken. Maar denkt u dat de raadgeving om in het geloof te groeien van mij afkomstig is? Wees toch overtuigd dat onze raad op Gods Wóórd gegrond is, waarin u geleerd wordt om uw roeping en verkiezing vast te maken (2 Petr. 1:10,11). Christus wil niet dat uw geloof stilstaat, maar dat het groeit en toeneemt langs een weg van sterven aan alles buiten Hem!

Een beweeglijk koninkrijk

Wij omschrijven uw geloof als een ’beweeglijk koninkrijk’. Wanneer u weer eens versterkt wordt onder de prediking, of als u een tekst leest tot uw bemoediging, is dit voor u als een ’vast’ koninkrijk. U zegt dan: ’Nu mag ik weer eens vast geloven dat God van mij afweet.’ Maar zodra duisternis uw ziel overvalt, en u wordt geleid langs diepe ravijnen van satans aanvechtingen, of dat u een zwaar kruis krijgt opgelegd, waar is dan dat ’vaste’ koninkrijk? Is het geen duidelijk bewijs dat u een ’beweeglijk’ koninkrijk hebt vanwege uw ongeloof? Tast u dan niet als een blinde naar de wand? (Jes. 59:10). U dacht dat u het levende geloof beoefende, maar het was een concluderend geloof omdat u goed gesteld was, maar is het duister dan bent u ongelovig. Weet u eigenlijk wat het levende geloof recht inhoudt? Als u Gods beloften gelooft, ook al strijdt het tégen uw gevoel en verstand! U beoefent dan pas het levende geloof als het op Christus, het Voorwerp van het geloof is gericht! Alleen dan stelt u uw vertrouwen op Christus en hebt u een onbeweeglijk fundament voor uw ziel (Ps. 125:1).

Gods Woord wijst op uw plicht en voorrecht om groei en toename in het geloof

Weet u dat Gods Woord u wijst op uw plicht en voorrecht om ijverig en smekend te groeien door het levende geloof en om verzekerd te worden van uw aandeel aan Christus? Gods Woord veroordeelt uw stilstand, omdat Zijn eer er zo nauw bij betrokken is. Uw gebedsleven is flauw en zwak, uw Bijbellezen gebeurt meer gewoontegetrouw dan dat u begeert dat het Woord van Christus rijkelijk in u woont (Kol. 3:16). De apostel Paulus heeft op veel plaatsen in Gods Woord gewezen om te staan naar het levende en verzekerde geloof in Christus (1 Kol. 2:1,2; Hebr. 6:11; 10:22). Maar wat ons bijzonder aanspreekt is het woord dat Petrus heeft geschreven: Daarom, broeders, benaarstig u te meer, om uw roeping en verkiezing vast te maken; want dat doende zult gij nimmermeer struikelen. Want alzo zal u rijkelijk toegevoegd worden de ingang in het eeuwig Koninkrijk van onze Heere en Zaligmaker, Jezus Christus (2 Petr. 1:10,11). Geloof ons toch dat u in alle strijd een hemel op aarde hebt als u Christus dágelijks nodig hebt, op Hem alléén steunt en uit Hem dágelijks leeft. U zult dan tegelijk gelovig verlangen naar het hemelse vaderland om altijd bij God in Christus te zijn!

Vrienden die nog voor eigen rekening leven, u kunt nooit liefde tot Christus hebben als u niet eerst liefde van Christus hebt ontvangen (Rom. 5:5; 8:35-39). Indien u geen liefde tot Christus hebt, bezit u net zo min geestelijk leven als een dood lichaam natuurlijk leven heeft. Geloof zonder liefde tot Christus is een dood geloof. Een christen zonder liefde tot Christus is een dood christen, ook al hebt u de naam onder de mensen dat u een levend christen bent, en ook al spreekt u over en bidt u tot Christus met een bewogen stem. Och, dat u zich tot Christus wendt, zoals Hij heden u dringend oproept (Jes. 45:22).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen