Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geloven wij aan een Duizendjarig Rijk? (III, slot)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geloven wij aan een Duizendjarig Rijk? (III, slot)

7 minuten leestijd

M Wij keren terug tot de vraag die ons uitgangspunt was: geloven v/ij aan een Duizendjarig Rijk? Ons antwoord moet nu luiden: ja, mits verstaan als een arraboon, als een onderpand, een handgeld, een voorschot. En daarom niet als iets volstrekts, iets definitiefs; niet als een verworvenheid en blijvend bezit. Een arraboon is altijd het voorlopige, het mindere, het geringere vergeleken met het volle en afsluitende Heil. Een arraboon is slechts voor een korte spanne tijds, net als een lentedag in maart. Het is bij lange na niet het Koninkrijk Gods, maar slechts een zwak afschijnsel ervan, dat het verlangen naar het uiteindelijke Heil te sterker doet opwoken.

Niettemin zullen wij ons over zulk een arraboon verheugen en ons er dankbaar over verwonderen. Er kan zelfs een jubel over uitbreken als bij de intocht van de ark in Jeruzalem, of bij de terugkeer uit de ballingschap. "De HERE heeft grote dingen aan ons gedaan! Wij waren als degenen die dromen!"

Echter ook kan zulk een arraboon voeren tot roemen, tot zich beroemen, tot triomfantelijk christendom. Heeft met name de recente kerkgeschiedenis in Nederland dat niet overvloedig aan het licht gebracht? Wat is er geroemd, wat is er gejubeld, wat is er gejubileerd! Het zijn sterke benen, die de weelde kunnen dragen. Dat geldt ook in geestelijk opzicht. Reeds schrijft de apostel Paulus aan de gemeente in Corinthe: "Wat beroemt gij u alsof gij het niet hebt ontvangen? Reeds zijt gij verzadigd, reeds zijt gij rijk geworden. zonder ons hebt gij u koning gemaakt...." (1 Cor. 4: 7,8).

Triomfantelijk christendom is de donkere slagschaduw van een orraboon-tijd in de geschiedenis. Het is christendom, dat het geschonken onderpand is gaan zien als eigen verwerving en eigen bezit. Het is christendom dat door de genietingen van een arraboon zelfverzekerd, hoogmoedig, ja overmoedig is geworden. De verlustiging in het voorlopige heeft het verlangen naar en het uitzicht op de voleinding teloor doen gaan.

Telkens zien wij zulk triomfantelijk christendom in de geschiedenis naar voren komen in Israël en in de kerk. Toonbeeld ervan is de figuur van Lot, die met Abraham was uitgetrokken uit Ur en Haran. Wij lezen in het boek Genesis over hem: "Toen sloeg Lot zijn ogen op en zag, dat de gehele streek van de Jordaan rijk aan water was; zij was tot Zoor toe als de hof des HEREN, als het land Egypte. Dus koos Lot voor zich de gehele streek van de Jordaan en Lot brak op naar het Oosten.... Maar Abraham bleef wonen in het land Kanaön" (Genesis 13: lOw.).

Neen, het moet gezegd worden - het Duizendjarig Rijk, in welke gestalte ook, is geen gezonde sfeer voor het geloof. Er kleven grote geestelijke gevaren aan. Het zijn ongetwijfeld die gevaren die Augustinus, Luther en Kohlbrugge zo terughoudend deden spreken over het Millennium - het Duizendjarig Rijk -. Zij beseften de prijs, die ervoor betaald moest worden. Vandaar de reserve van Kohlbrugge tegenover Da Costa en van Groen van Prinsterer tegenover Abraham Kuyper Zijn onze schouders sterk genoeg om bestand te zijn tegen de gevaren van een arraboon-tijd? Wij zijn immers vleselijk, verkocht onder de zonde (Romeinen 7: 14).

Ik moet in dit verband denken aan een indrukwekkende overdenking van prof. J.H. Gunning, geschreven in zijn ouderdom en gepubliceerd na zijn dood. De titel ervan luidt: Op Nebo's top. U moet erbij bedenken, dat Gunning evenals zijn oudere vriend D. Chantepie de la Saussaye een tijdlang begeesterd is geweest door chiliastische dromerijen. Wat schrijft hij in dit werkje op grond van lange levenservaring? Dit, dot de ouderdom ons brengt op Nebo's top. "Steunend op de rots der belofte Gods ziet gij westwaarts naar het land waarover de zon des aardsen levens u ondergaat, het schone Kanoan met zijn bergen en dalen. met zijn bossen en vruchtbare vlakten, met de overvloed van melk en honig, die het in zich bergt. Uw verhelderd oog drinkt nog eens al die heerlijkheid in, en uw hart verlustigt zich in de rijkdom van Gods schepping en gaven.... Doch welgemoed laat gij de zilveren Jordaan die dwars voor u heen kronkelt, de grens voor uw voeten zijn. Want gij voelt in u de kracht der genade van uw Meester,die op de berg de koninkrijken der aarde en hun heerlijkheid aanschouwde, en wist dat ze Hem toebehoorden, maar ze niet wilde in bezit nemen voor de prijs van den Verzoeker te huldigen. Hij overwint ook in u de verzoeking der begeerte om het land te betreden en te bezitten... Vrijwillig brengt gij Gode het offer der teruggave van het leven dat u niet toebehoort.... Want de blik uws geestes ziet, dat dit alles slechts een voorbijgaande gedaante, een zinnebeeld, profetie van iets hogers geweest is. Dat hoger Kanaan, dat nieuw Jeruzalem rijst in stralende schoonheid voor u op, bevolkt met al God uitverkorenen, die van den beginne der wereld Hem behaagden en wier namen u in uw levensgang tot troost en sterkte geweest zijn. Daar vindt gij de eeuwige kern van al wat hier moest geofferd worden, in rijker en hoger heerlijkheid terug."

Wat Gunning in deze woorden uitspreekt, is een vermaning en waarschuwing aan het adres van allen, wier harten en geesten zich zo gaarne vermeien in chiliastische dromen en utopische visioenen. En sinds in de 19^ eeuw met de opkomst en bloei van de Groninger richting de Belijdenis onder de druk van de progressieve theologie bezweken is, kan men de kerk zien als vrij jachtveld voor allerhande chiliastische stromingen van rechtse en linkse signatuur De gevaarlijkste onder hen is ongetwijfeld het doperse radicalisme met zijn progressief chiliastische theologie. In ongeduld en haast maken de aanhangers ervan zich op als ware zeloten om het gedroomde rijk van gerechtigheid en vrijheid zo nodig met geweld te verwerkelijken, en zij zijn bereid om dat te doen in bondgenootschap met alle progressieve krachten. Wat Groen en Kohlbrugge in het midden van de 19^ eeuw waarnomen, was slechts het voorspel van het chiliastisch gevaar dot thans kerk en land bedreigt. Tegen die achtergrond zal het u duidelijk zijn, waarom ik op deze Kohlbrugge-dag dit onderwerp aan de orde wilde stellen.

Ook van orraboon-momenten in de geschiedenis geldt hetzelfde ais van de heiliging; "Wij zijn vleselijk, verkocht onder de zonde." Daarom moet de vraag gesteld worden: Waarom treden er telkens in de kerk weer chiliastische drijvers op, ware zeloten gestalten, die met eenzelfde enthousiasme als de Groninger godgeleerden, met eenzelfde hartstocht als Da Costa en Kuyper, ijveren voor een vrederijk en een wereldse doorbraak van heil? Ja, waarom?

Is het dan voor niets dat Christus gezegd heeft: "Wat baat het u zo gij de gehele wereld won en schade leed aan uw ziel"? En dat de apostel Paulus geschreven heeft: "Indien wij alleen voor dit leven op Christus zijn hopende, zo zijn wij de ellendigste van alle mensen."? En dot Luther en Kohlbrugge op hun wijze en in hun tijd dat herhaald hebben? Wat zij gezegd en geschreven hebben, is toch tot ons voordeel en nut geweest.

Wat zij ermee beoogden, was ons waakzaam en vooral nuchter te laten zijn. Ook in de orraboonmomenten in de wereldgeschiedenis ligt zoveel onzuivers, onheiligs, vleselijks Verkijk u daar niet op! Een ander, een beter en heerlijker Vaderland wacht ons. Een Vaderland, welks heerlijkheid geen oog heeft gezien, geen oor heeft gehoord en in geen mensenhart is opgekomen, hetwelk God bereid heeft diegenen die Hem liefhebben!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 25 oktober 2003

Ecclesia | 8 Pagina's

Geloven wij aan een Duizendjarig Rijk? (III, slot)

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 25 oktober 2003

Ecclesia | 8 Pagina's