Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoe tekent ons het Nieuwe Testament de persoon van de Heere Jezus Christus?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoe tekent ons het Nieuwe Testament de persoon van de Heere Jezus Christus?

8 minuten leestijd

Voor wie het Nieuwe Testament leest zoals het zich aandient en de historische betrouw baarheid van wat daarin wordt meegedeeld aanvaardt, behoeft het geen betoog dat Jezus van Nazareth daarin wordt getekend als de Zoon van God, die mens werd, God geopen baard in het vlees. In het bijzonder vanaf de negentiende eeuw werden bij het nieuw testamentische getui genis aangaande de Heere Jezus Christus vragen gesteld. In 1835 publi ceerde David Friedrich Strauss een boek over het leven van Jezus. Strauss nam een radicaal kritische houding ten opzichte van de Schrift in. Hij ontkende bij voorbaat het historisch karakter van wonderen. Strauss tekende een beeld van de Heere Jezus Christus dat paste bij het liberale denken van de negentiende eeuw.

Aan het begin van de twintigste eeuw heeft Albert Schweizer indringende kritiek uitge oe fend op deze zoektocht naar de historische Jezus. Dat betekende echter niet dat hij het opnam voor het geloof van de kerk der eeuwen. Terwijl voor de liberale theologie Jezus het voor beeld was van de ideale mens, meende Schweitzer dat de historische Jezus een profeet was, geïnspireerd door de apocalyptiek van die tijd; een wereld die de mens van de twintigste eeuw helemaal vreemd is. In de laatste decennia hebben meerdere christelijke nieuwtestamentici en Joodse geleerden die het Jodendom van de Tweede Tempel als hun specialisme hebben met een beroep op de Joodse wortels van het christelijke geloof, de Heere Jezus getekend als een rabbi en wonderdoener uit de eerste eeuw na Chr. De gedachte dat God mens kon worden en dat Gods wezen in verband daarmee meervoudig is, zou niet passen binnen het Jodendom van de Tweede Tempel. Wijd verbreid is onder nieuwtestamentici de zienswijze dat de synoptische evangeliën een wezen lijke andere kijk op de Heere Jezus zouden geven dan Paulus en met name het Johannes-Evangelie. Tegen over de hoge christologie van Paulus en het Johannes-Evangelie wordt dan de lage christologie van de synop tici gesteld.

Nooit heeft het aan stemmen tegen de geschetste visie ontbroken, wel kunnen we zeggen dat die de laatste jaren alleen maar sterker zijn geworden. Simon Gathercole schreef de studie The Pre-existent Son waarin hij met tal van argumenten laat zien dat niet alleen in de brieven van Paulus en het evangelie naar Johannes maar ook in de synoptische evangeliën Jezus als de eeuwige Zoon van God wordt getekend. Larry Hurtado publiceerde onder andere Lord Jesus Christ waarin hij aantoonde dat al vanaf het prille begin van de christelijke kerk Jezus aan beden werd als Heere en Hem zo eer werd toegebracht die een Jood alleen aan God zelf wens te te brengen.

In dit klimaat paste ook de studie van de Schotse nieuwtestamenticus Richard Bauckham God Crucified; een studie waarvan vorig jaar een herziene druk verscheen uitgebreid met andere artikelen die Bauckham de afgelopen jaren heeft gepubliceerd. Bauckham toont met de stukken aan dat in vrijwel alle boeken van het Nieuwe Testament Jezus in die zin als Heere wordt getekend dat Hij opgenomen is in de identiteit van Hem, wiens naam in het Oude Testa ment JHWH luidt of zoals we dat in de Statenvertaling lezen HEERE. Dat betekent niet dat afbreuk werd gedaan aan het Joodse monotheïsme maar dat de Heere Jezus werd gezien als behorend bij de identiteit van God zelf. Hem mag en moet dezelfde eer toegekend worden als de Vader. De nieuwtestamentische lofprijzingen laten dit ons duidelijk zien. In de synop tische evangeliën wordt al duidelijk dat Hem het laatste oordeel dat aan God zelf toekomt wordt toevertrouwd.

Na zijn opstanding zien we dat de christenen gaan verstaan – waarbij ik in onderscheid van Bauckham expliciet zou willen wijzen op het voortgaande onderwijs door de Heilige Geest dat Jezus zijn discipelen had toegezegd – dat de Heere Jezus ook betrokken was bij het god de lijke werk van de schepping. Een enkel argument dat ook kan worden genoemd, ontbreekt bij Bauckham. Ik noem hoe in de synoptische evangeliën wordt gesproken over de wijze waarop Jezus de zonde vergeeft. Hij doet het zoals God het alleen kan. Zijn wandelen op de zee is een aanwijzing dat de identiteit van HERE ook op Hem van toepassing is. Immers van de HERE lezen we in Psalm 77 dat Hij zijn voetstap op de zee zet en op de wolken rijdt. Dat laatste brengt ons bij het feit dat de Heere Jezus zinspelend op Daniël 7:14 zich bij voorkeur de Zoon des mensen noemde. De tekst uit Daniël zelf wijst op een Persoon, die niet alleen méér is dan een mens maar ook méér dan een geschapen engel. Ook Bauckham ziet deze lijn, maar laat in dit verband na te wijzen op de Persoon van de Engel des HEEREN in het Oude Testament, die niet met een geschapen engel gelijk kan worden gesteld.

Terecht wijst Bauckham erop dat niet alleen in het Oude Testament zelf maar ook in de inter testamentaire periode het binnen het Jodendom niet strijdig werd geacht met de belijdenis van de ene God en HEERE zelfstandige verschijningsvormen van God aan te nemen zoals de god de lijke wijsheid en de al genoemde Zoon des mensen. Bauckham noemt het niet, maar we kun nen ook wijzen op de heerlijkheid des HEEREN, die onder andere in Ezechiël als een zelfstandige verschijningsvorm van de HEERE wordt getekend. Met Bauckham ben ik ervan overtuigd dat het rabbinale Jodendom deze elementen uit het Oude Testament en in het ver lengde daarvan in het Jodendom van de Tweede Tempel heeft buitengesloten in reactie op de christelijke kerk. Het unitarisme van het rabbinale Jodendom spoort hierin niet met het geloof in de HEERE van het Oude Testament.

Ik maak terzijde de opmerking dat wie spreekt over de Joodse wortels van het christelijke geloof nooit moet vergeten dat niet alleen het rabbinale Jodendom maar ook het apostolische Jodendom een vorm van Jodendom is. Alleen deze twee vormen van Jodendom overleefden de val van de Tweede Tempel in tegenstelling tot onder andere Sadduceeën en Essenen. Het rabbinale Jodendom en de christelijke kerk hebben het Oude Testament gemeenschappelijk maar lezen het verschillend. Dat verschil hangt niet alleen samen met de aanvaarding dan wel afwijzing van de Heere Jezus als de vervulling van de verwachting gewekt door Mozes en de profeten, het heeft ook alles te maken met een verschillende kijk op de eenheid van God en op het antwoord dat wordt gegeven op de vraag of de mens zichzelf kan verlossen.

Terugkomend op Bauckham wil ik mijn grote waardering voor deze studie uitspreken. Heel verhelderend vind ik hoe hij met een verwijzing naar de Septuaginta (de Griekse vertaling van het Oude Testament) laat zien dat de wijze waarop in het Evangelie naar Johannes over de heer lijkheid van Jezus gesproken wordt (juist ook in en niet alleen na Zijn lijden) voorbereid is door de wijze waarop de Hebreeuwse tekst van Jesaja in het Grieks werd vertaald. Hetzelfde woord voor heerlijkheid en verheer lijken dat Johannes in zijn evangelie gebruikt vinden we tot drie keer toe in Jes. 52:13-53:12. Nog nadrukkelijker dan in de Hebreeuwse tekst van het Oude Testament het geval is, wordt in die van de Septuaginta een verband gelegd tussen de HEERE zelf met wiens heerlijkheid Jesaja bij zijn roeping werd geconfronteerd en de heerlijkheid van de knecht des HEEREN over wie in de tweede helft van het boek Jesaja wordt gesproken.

Eigenlijk heb ik maar één bezwaar tegen de zienswijze van Bauckham, een bezwaar dat overigens wel heel fundamenteel is. Hij rekent namelijk, zoals dat ook geldt voor Jürgen Moltmann, die hij vaak instemmend citeert, het lijden tot de identiteit van God zelf. Hij wekt dan ook de indruk dat de Heere Jezus naar zijn goddelijke natuur heeft ge leden. Voor deze gedachte geeft de Bijbel geen grond. Zo wordt juist de noodzaak en het won der van de vleeswording van Christus ontkracht. God werd mens opdat Hij, die niet lijden kon, zou lijden. Sterker nog dan Bauckham aanwijst, levert het nieuwtestamentische getuige nis de bouwstenen voor de vroegkerkelijke belijdenis dat in de Persoon van Jezus Christus de goddelijke en menselijke natuur onvermengd, onveranderd, ongedeeld en ongescheiden met elkaar zijn verenigd. Op deze wijze kunnen én het wonder van de werkelijke godheid van Christus verworden én tegelijkertijd duidelijk maken dat Hij Die God was en bleef, mens werd om te lijden en te sterven.

Een mysterie dat wij als wij maar vasthouden aan het feit dat Hij die in zijn Persoon de goddelijke en menselijke natuur in zich verenigde en daarom kon lijden en sterven, even para doxaal en hymnisch mogen verwoorden als eenmaal Charles Wesley deed:

Amazing love! How can it be,

That Thou, my God, shouldst die for me?

(…)

I feel the life His wounds impart;

I feel the Savior in my heart.

No condemnation now I dread;

Jesus, and all in Him, is mine;

Alive in Him, my living Head,

And clothed in righteousness divine,

Bold I approach th’eternal throne,

And claim the crown, through Christ my own.

N.a.v. Jesus and the God of Israel: ‘God Crucified’ and Other Studies on the New Testament’s Christology of Divine Identity door Richard Bauckham, uitgave Authentic Media, Milton Keynes 2008; ISBN 978- 84227-538-2; pb. 285 pag.; prijs €₤14,99.

P. de Vries, Waarder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 juni 2012

Ecclesia | 8 Pagina's

Hoe tekent ons het Nieuwe Testament de persoon van de Heere Jezus Christus?

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 juni 2012

Ecclesia | 8 Pagina's