Overgeleverd
Welke overgeleverd is om onze zonden...(Romeinen 4:25a)
Overgeleverd... Soms kun je in de krant lezen van een crimineel, die naar het buitenland is gevlucht met de gedachte dat ze hem daar niet kunnen paldeen, dat om zijn uitlevering is gevraagd. Het land waar hij thuishoort eist hem op, want het recht moet z'n loop hebben.
De Heere Jezus is overgeleverd. Hij Zelf heeft dat woord verschillende keren gebruikt.
De Zoon des mensen wordt overgeleverd in de handen der zondaren. Niet omdat Hij een misdaad had begaan. Integendeel, Hij was volmaakt onschuldig.
Nooit sprak Hij één verkeerd woord. Nooit is zelfs één zondige gedachte in zijn hart opgekomen.
En toch... overgeleverd. Wie deden dat? Ja, dat wordt een hele rij... Judas, die hem de verraderskus gaf. Kajafas die het beter vond dat één mens stierf dan dat het hele volk verloren zou gaan. Pilatus, hoewel hij vele keren betuigde dat hij in Hem geen schuld vond. De overpriesters en de ouderlingen, die hebben geroepen: Laat Hem gekruisigd worden. En het hele volk, dat instemming betuigde: kruist Hem!
Wie eigenlijk niet? U en ik hebben Hem overgeleverd. Wij stonden er ook bij toen er geroepen werd: kruisigen! Onze zonden hebben het nodig gemaakt dat Hij overgeleverd werd. Dat wist de profeet in het Oude Testament al: Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld. En dat had die dichter in de 17e eeuw
En dat had die dichter in de 17e eeuw goed begrepen:
„'t En zijn de joden niet. Heer Jesu, die U kruisten...
Ik ben 't, o Heer, ik ben 't, die U dit heb gedaan..."
Overgeleverd om onze zonden. Dan moeten we ten diepste zeggen: God Zelf heeft Hem overgeleverd. Hij heeft Zijn Zoon, Zijn Eniggeborene, niet gespaard, maar overgegeven. Overgegeven tot in de smadelijke dood aan het kruis.
Dat kunnen we niet bij elkaar krijgen! WIJ hebben het gedaan door onze zonden. En GOD Zelf heeft het gedaan, omdat Hij deze wereld zo lief heeft gehad, dat hij Zijn eniggeboren Zoon ervoor gegeven heeft.
Als we dat ontdekken, dan komen we na elke dienst in de lijdensweken met schuld uit de kerk... Van al de last dier plagen, met Goddelijk geduld, o Heer, door U gedragen, heb ik, heb ik de schuld.
En tegelijk zijn we verwonderd. Want de schuld Uws volks is uit Uw boek gedaan, ook ziet Gij geen van hunne zonden aan...
W. van Gorsel
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 maart 1996
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's