Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vervolgverhaal

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vervolgverhaal

Jochem de schoorsteenveger

7 minuten leestijd

Een plaatsvervanger is niet één, twee, drie gevonden. Je kunt verder de 'Wilhelmina' niet een maandje laten liggen. De bemanning is gemonsterd en moet betaald worden.

Zo gebeurt het dat Persij met spoed voorzieningen treffen moet en de boekhouder alle mogelijke opdrachten geeft. Overigens heeft die naar bevind van zaken te handelen. Hij heeft vrij mandaat. En nauwelijks twee dagen later staart mej offer Persij ­ het üjkt wel een droom ­ de met volle zeilen wegstevenende 'Prinses Wilhelmina' na, die haar man naar de Levant hoopt te brengen en misschien nog wel verder. Want Persij heeft de idee geopperd plantages in Palestina te bezoeken. Naar hij vernomen heeft zijn daar goede zaken te doen in zuidvruchten.

Zo lang mogelijk vertoeft de koopman op het halfdek, zijn vrouw ten afscheid toewuivend. Maar dan is de eenzame stip op de kade zo klein geworden, dat niets meer te onderscheiden valt. En Persij begeeft zich naar de kajuit, om later met Coppoolse besprekingen te hebben. Aan de avond van deze dag maakt hij ook kennis met de jonge hupse stuurman, die ComeHs ComeUsz blijkt te heten. Hij is enkele weken geleden getrouwd. Zijn vrouw woont in Vlaardingen.

Och, daar woont al jaren de hele famiUe, vertelt hij, zijn moeder ook nog. Hij heeft vier broers op zee. 't Is een geslacht van zeelui. Zijn vader wist te vertellen dat een Comelisz tot de watergeuzen heeft behoord. Maar ­ op een briefje kan hij dat niet geven, verzekert hij lachend. Enfin, zeelui zijn ze allemaal.

Zijn vader? Over het open, zonnig gelaat trekt een wolk. Die is een jaar of acht geleden met 'De Arend' een groot compagniefregat uitgevaren. Zij hebben niets meer van hem vernomen. Neen, van het hele schip niet. Er is bericht gekomen van de Kamer Zeeland van de compagnie, het schip voer af van de Vlissingse ree, dat 'De Arend' geacht wordt met man en muis te zijn vergaan of door zeerovers ingepikt.

Ja, die laatste kans blijft bestaan. Maar het verschil met vergaan is niet heel groot. Zijn vader kan in het gevecht met de zeerovers zijn gesneuveld. Hij kan ook gevangen genomen zijn. Wat is het lot van zulken? Weggevoerd worden in slavernij, om een soort van marteldood te sterven. Het is nu al acht jaar geleden! Sinjeur begrijpt, dat zijn moeder zich al jaren als weduwe beschouwt.

Dit is de tragische kant van het zeemansleven. Het drietal is er even ernstig van. Doch je kunt er niet bij blijven stilstaan. Het leven gaat door. En Comelisz verlaat de kajuit om poolshoogte van de koers te nemen. "Een flinke borst", prijst Coppoolse.

Persij wil een paar inlichtingen: zo jong nog en dan al stuurman? Wel, dat is zuiver zijn kunde. Een jaar of vier geleden het hij zich aanmonsteren. Een flink matroos. Twee jaar later was hij bootsman. En nu maakt hij zijn tweede reis met de 'Prinses Wilhelmina' als stuurman. Het zeemansleven is hard. Persij weet er 'van horen zeggen' veel van. Nu maakt hij er iets van mee. In de Golf van Biscaje worden ze overvallen door een vliegende storm. Het is alleen door de kunde van Coppoolse, die trouw wordt bijgestaan door zijn stuurman en door de hechtheid van de 'Wilhehnina' dat zij met Gods hulp de dans ontspringen en vrijer kunnen ademen als de Straat van Gibraltar is gepasseerd.

De reis naar Levant verloopt zeer voorspoedig. Met de bestaande relaties heeft Persij het gewenste contact. Alleen ­ hij kan inkopen doen, die pas over een maand verladen kunnen worden. Hij voelt er weinig voor, die achter te laten. En dan komt opeens het lang gekoesterde denkbeeld naar voren om Noord­Palestina te bezoeken. Daar heeft Alimed Pasja uitgestrekte plantages, naar hem bekend is.

Persij bespreekt het geval met schipper Coppoolse, die zich achter de oren krabt. Hij kent de route niet. Nu is dat wel geen bezwjiar ­ een Hollandse zeeman is niet vervaard van een klein geruchtje ­ maar waar zal hij havenen en hoever is de patroon dan niet van de plantage af? Persij spreekt van Joppe. Die historische bijbelse plaats trekt hem aan. Maar als zij de kaarten raadplegen, blijkt duidelijk, dat die havenstad veel te ver in het zuiden ligt. Wanneer de plantages van die Turk gezocht moeten worden ia de buurt van het Meer van Genésareth, dan doen ze het verstandigst, Tyrus of Sidon aan te lopen. En dan geeft Coppoolse de voorkeur aan Tyrus.

Dat komt voor elkaar; maar hoe geraakt de Sinjeur dan op de plaats van bestemming? Persij heeft daaraan gedacht. De enige oplossing is dat hij in Tyrus mannetjes huurt, die het land kennen. Er zal een karavaan moeten worden samengesteld. Een paar Hollanders van het fregat wil hij wel meenemen al is het niet bepaald zeemanswerk. Stuurman Comeüsz verneemt van het plan. Als de schipper geen bezwaar heeft wil hij wel mee. Het avontuur lokt hem aan. Waarom zou de schipper bezwaar maken? De 'Prinses Wilhelmina' ügt toch werkloos in de haven van Tyrus.

Persij lacht: "De ben de chef van de expeditie, Comelisz is de souschef'.

De tocht wordt zonder hindernissen volbracht. Persij en de stuurman hebben onderweg lange gesprekken en komen nog dichter bij elkaar dan aan boord van het fregat. Zij spreken als zij de historische plaatsen die in de bijbel genoemd worden naderen, over het leven van Jezus en het blijkt, dat het ogenschijnlijk ruwe zeemanshart van de Vlaardinger niet zonder die Jezus zou kunnen leven. Het is op een donderdagavond als zij, vermoeid van een verzengend hete dag hun tenten opslaan in een dorp van Arabieren in de buurt van de Turk, met wie Persij zaken hoopt te doen. Hij heeft zich vergewist van de gebruikelijke manieren en zendt een boodschapper met de mededeüng, dat een Hollands koopman een onderhoud met Alimed Pasja wenst. Nieuw te vormen relaties moetje in elk geval zeer voorkomend behandelen! Dat is Persij wel toevertrouwd. Hij is een hoffelijk man, en niet voor niets Amsterdams koopman, al beweren zijn collega's dan, dat hij er in sommige opzichten wonderlijke en niet zakelijke denkbeelden op na houdt.

In deze laatste is Persij in Levant en vooral op deze tocht versterkt. Met deernis heeft hij aanschouwd, hoe de slaven op de plantages werken. Dat is een meer dan onmenselijke behandeling. En als alleen op die wijze de Produkten vrij goedkoop geleverd kunnen worden, dan is het noodzakeUjk, dat aan deze vreselijke toestanden een einde wordt gemaakt. Intussen voelt hij zijn grote machteloosheid: als de geesten niet worden omgezet, bereikt hij persoonlijk niets... De Turk ontvangt op deze vrijdag zijn nieuwe relatie met

De Turk ontvangt op deze vrijdag zijn nieuwe relatie met de grootste voorkomendheid en weldra is Persij via een tolk, met hem in drukke gedachtenwisseling en komt hij tot zaken. Hij koopt een grote partij zuidvruchten, die direct geleverd kunnen worden. Dat komt goed uit, want hoe eerder hij in de Levant terug is, hoe Uever. Rijk beladen zal de 'Prinses Wilhelmina' naar Holland terugkeren. Als de zaken afgehandeld zijn brengt Persij het gesprek op de slaven. Van hun lot wil hij iets naders weten. Maar de Turk reageert er aanvankelijk heel weinig op: wat kunnen hem zijn slaven schelen! En wat interesse heeft die Hollander voor hen! En die behoeft ook geen aanmerking te maken op de behandeling der slaven. Neen, de Turk heeft geen reden tot klacht. Goedkope

Neen, de Turk heeft geen reden tot klacht. Goedkope werkkrachten? Het mocht wat. Je betaalt een hoop geld voor de slaven en na een jaar, soms twee jaar zijn ze dood. Je geld is weg. Nu ja, er zijn soms uitzonderingen. Zo heeft hij nu een stelletje, dat een jaar of acht geleden is gekocht. Die lui zijn eigenlijk af. Hij wou, dat hij ze kwijt was, dan kon hij betere krachten kopen. Maar ja, je kunt ze natuurlijk niet weer verkopen. Ze werken tot ze dood gaan. Neen, de Hollander moet niet denken, dat slavenhouden een voordelig werk is.

"Wat kost zo'n slaaf?" vraagt Persij opeens.

"Wou u er soms een kopen?" spotlacht de Turk. "Onmogelijk is dat niet", is het antwoord.

"Onmogelijk is dat niet", is het antwoord.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 28 september 1999

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's

Vervolgverhaal

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 28 september 1999

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's