De ramp van 1953
Grijsoord, of het Oudeland van Oude Tonge is in het jaar 1420, toen het allen nog maar uit gorzen en slikken bestond, als een ambachtsheerlijkheid uitgegeven door Hertog Jan van Beijeren, Heer van Voorne. Dit geschiedde voor de ene helft aan Gerrit van Boshuizen en voor de andere helft aan Pieter van Steenhuizen die, toen zij hun recht verkregen hadden, alle polders onder Grijsoord gelegen, te bedijking hebben uitgegeven. Volgens de kopie van uitgifte vt^erd de bedijking van het Oudeland van Oude Tonge uitgegeven op de 25^ mei 1438.
Een ambachtsheerlijkheid was een gebied van een ambachtsheer die de regeermacht bezat en de lagere rechtspraak in dat gebied kon uitoefenen. De eerste naam van Oude Tonge was echter Nieuwe Tonge. Maar de eerste naam van Nieuwe Tonge werd veranderd in Oude Tonge toen het huidige Nieuwe Tonge werd bedijkt of uit handen van de zee werd genomen. In de vijftiende eeuw waren er nog geen draglines, geen graafmachines, geen shovels en noem verder maar op aan équipement. Men had bij de aanleg van dijken alleen nog maar de beschikking over mankracht en paardenkracht. Het woord menskracht hanteerde men nog niet want vrouwen stonden bij het te verrichten grondwerk voor de aanleg van een dijk gelukkig niet aan de schop. De vrouwen hadden wel wat anders te doen! Met schop en kruiwagen en met gebruik van paarden werden al onze dijken aangelegd. Denk daar niet gering over. Er zijn misschien nu nog mensen op Flakkee in leven die op deze wijze aan de aanleg van dijken hebben meegewerkt. In het begin van de twintigste eeuw zijn namelijk de Bekade gorzen van Middelhamis en Sommelsdijk ingepolderd. De heb eens iemand daarover gesproken die daar persoonlijk bij betrokken is geweest, maar helaas is zijn naam mij ontschoten.,.
Het Oudeland van Oude Tonge ligt er al bijna zes eeuwen omringd door een fraaie dijk. Een gedeelte van deze polderdijk heet de Zuiddijk. Vele polders kennen namen als Oudelandsedijk met tussennamen zoals Zuiddijk, Noorddijk, Westdijk en Oostdijk. Een zeer duidelijk voorbeeld van een dijk die ontleend is aan de windrichting is de Westdijk van de polder het Oudeland van Dirksland. De verleiding is groot om meer voorbeelden te geven maar het gaat nu over Oude Tonge.
De Zuiddijk
's Nachts om ongeveer één uur, de kalender stond iimiiddels op 1 februari 1953, liep de toen zesentwintigjarige Adrianus van Kampen naar zijn huis op de Zuiddijk. Hij was nog over de Kaai van Oude Tonge gekomen en daar was niets te bespeuren geweest van enig naderend onheil! Bijna iedereen lag al in bed. Op maar weinig plaatsen brandde er nog licht. Onvoorstelbaar eigenlijk. De jonge Oude Tongenaar liep ondanks de stormachtige wind met zijn hoofd in de wolken. Hij had verkering met Annie Pieterse uit Oude Tonge en liet zich dus een beetje leiden door de oud Flakkeese uitspraak voor jongens die op zoek zijn naar een meisje: "Je mot d'r schouwtje kenne zieje roake!" Adrianus en Annie zouden spoedig een huisje op de Oostdijk kunnen huren en zouden dan al gauw gaan trou-wen. Adrianus Uep naar huis en dook onder de wol. Zijn vader, Anthonius van Kampen werkte als landarbeider bij Nillis de Wit. Landarbeider was toen op Flakkee het meest beoefende beroep. Er was op Goeree-Overflakkee hoegenaamd geen industrie afgezien van een achttal cichoreifabrieken, een gerenorrmieerde Zaadhandel in Ooltgensplaat en verder wat drukkerijtjes, schilderbedrijfjes, smederijen en andere ambachtsnijverheden. Ging men na de lagere school niet 'door leren' dan kwamen de meeste jongens in het land terecht. Adrianus van Kampen ging nog net voor de Tweede Wereldoorlog met zijn vader mee naar het land van boer De Wit. Er gold toen nog een 55-urige werkweek en het ventje, hoewel goed uit de kluiten gewassen, verdiend 5,- in zo'n week. Die vijf gulden waren in een groot arbeidersgezin hard nodig en betekenden een eerste steun in de rug voor de ouders.
In 1918 trad de Wet tot verkrijging door landarbeiders van land met woning in eigendom of van los land in pacht in werking. Deze wet werd kortweg de 'Landarbeiderswet' genoemd. De toestand waarin de landarbeiders verkeerden liet eertijds veel te wensen over. Deze landmensen zouden zeer gebaat zijn indien zijzelf een stukje land in gebruik konden nemen teneinde daarop producten te kweken die zij voor het onderhoud van hun eigen gezin konden gebruiken. Men noemde dit stelsel 'klein grondbezit'. Zoals de titel van de wet al aangaf, beoogde zij de landarbeider in staat te stellen om land met een woning in eigendom te verkrijgen, het zogenaamde arbeidersplaatsje. Dit plaatsje mocht ten hoogste een waarde hebben van fl. 4000,- waarvan één tiende deel van deze waarde door de arbeider zelf moest worden gefinancierd... Plaatselijk werden daartoe verenigingen gevormd die veel steun hebben verleend aan hun leden. Anders had er niet veel van terecht gekomen. Ook aan de Zuiddijk van Oude Tonge was de Wet uit 1918 duidelijk in praktijk gebracht. Het berpep van landarbeider is thans geheel uitgestorven dit als gevolg van de mechanisatie en rationalisatie in de landbouw maar dat is een heel ander verhaal.
De familie Van Kampen
Anthonius van Kampen was gehuwd met Lodewika Tuns. Zij hadden twaalf kinderen: Bep, Adrianus, Cor, Anna, Frans, Gonda, Lena, Machiel, Jenny, Toon, Gerard en Rinus. Bep woonde in Wehe-Den Hoorn in Noord-Groningen. Cor verbleef in Rotterdam. Frans was lüet thuis, die 'zat' bij de marechaussee. Machiel was bij zijn meisje Sien Jansen in Zuidzijde. Later zijn zij getrouwd. Machiel is op 30- jarige leeftijd plotseling overleden. Toon was bij zijn zuster Bep in Groningen. Ook Gerard was niet thuis.
Ongeveer kwart voor vier in de nacht kwam buurman Moerenhout waarschuwen: "Het water komt, maak datje wegkomt!" Biimen de kortste keren drong het water al binnen de woning en dat was er de oorzaak van dat de uit hun slaap gewekte familie Van Kampen met zijn allen de Zuiddijk opliepen. Ze zouden naar het dorp gaan. Vader en moeder Van Kampen en de thuiszijnde kinderen hepen in een snel tempo. De stormwind raasde hardnekkig uit één en dezelfde richting, te weten het noordwesten. Zo'n stormwind transporteert altijd lucht van polaire oorsprong. Men huiverde van de kou en spanning. Nog maar net het warme bed verlaten en direct daarna in dat gure weer terwijl het nog nacht was, bnx! De afstand van hun woning tot aan het dorp bedroeg ongeveer 700 meter. Meer dan 50 a 60 meter hadden ze nog niet gelopen of vader Van Kampen was al doodop. Hij was hartpatiënt. Daarom liet de oudste zoon Adrianus vader bij Hans Stoop, die ook op de Zuiddijk woonde, achter. De zoon had automatisch de leiding gekregen. "Ik loop wel naar het dorp om een taxi bij oom Geert en dan komen we je wel halen", regelde Adrianus op een vlotte manier. Janny bleef bij haar vader. De andere kinderen liepen verder. Het zal een afstand van zo'n honderd meter zijn geweest dat het kleiner geworden groepje had afgelegd toen het zeewater over de Zuiddijk van Oude Tonge begon te stromen. "Gaan jullie maar gauw naar binnen hier bij Geert PoUemans, dan ga ik wel naar het dorp", regelde Adrianus opnieuw de gang van zaken met de beste bedoelingen. Dat waren zijn laatste woorden die hij had geroepen aan zijn moeder, zijn drie zussen en een broer Deze laatste woorden raakten nooit meer uit zijn gedachten... Wat er met deze vijf mensen is gebeurd, viel later niet meer te reconstrueren...
Adrianus liep verder. Maar nu door het water dat steeds sneller over de Zuiddijk begon te stromen. Eerst tot zijn enkels maar in weinige minuten bereikte het water een hoogte van een meter boven op de dijk. Tegen de kracht van zulk stromend water over de volle lengte van de dijk is geen mens bestand. Zelfs de sterkste beer zou onderuit gaan. Er waren vele bewoners van de Zuiddijk onderweg naar het dorp. Adrianus hoorde overal gegil en geschreeuw en ineens hielden deze vreselijk geluiden op. Dan... een golf water deed hem onderuit gaan en sleurde hem mee. In plaats dat deze golf hem in de diepte zou meesleuren smeet dit water hem met volle kracht in de deuropening van een huis van Piet de Vos. De deur was door de waterdruk als vanzelf geopend en dat betekende de redding van Adrianus van Kampen. "Ik werd gewoon opgetild en meegesleurd", zo verklaarde hij. Als een aap zo vlug maakte hij van de mogelijkheid gebruik om op de trap naar boven te klauteren. Al met al een merkwaardige vorm van redding had Adrianus behoed voor de ondergang.
Verscheidene andere dijkbewoners die naar het dorp wilden vluchten werden onderweg door het water overrompeld. De gebeurtenissen vonden snel na elkaar plaats. Alles niet meer dan tien minuten. Doordat het maanlicht bij tijd en wijle doorbrak kon men de omgeving een beetje overzien. Een afschuwelijk gezicht vormde de verdwijning van het ene na het andere huis. Deze huizen stortten in doordat het water de grond onder de fundering deed wegspoelen. In zo'n geval stort de ene muur na de andere in waarna tenslotte het hele huis in elkaar zakt. De hartverscheurende taferelen die dit tot gevolg had behoorden tot de meest dramatische gebeurtenissen van de Ramp. Immers als een dergelijke woning door de bewoners nog niet verlaten was, kwamen deze ongelukkigen terecht in het woest te keer gaande water alsmede in de brokstukken van het instortende huis. Het verblijf in een woning die het natuiurgeweld kon doorstaan was voor iedereen een zeer beangstigende ervaring. Men dacht van nature aan eigen lijfsbehoud gesteund door één gedachte. Na elke vloed of hoogtij volgt er immers laagtij: eb! "Ebbe en Vloed" is een heel toepasselijke naam voor het bejaardentehuis in Oude Tonge. Zo gaat het ook in het leven van de doorsnee mens: hoogtepunten en dieptepunten. Vloed en eb. Maar als deze woorden betrekking hebben op de bewegingen van het zeewater dan heeft de vloed al voor heel veel ellende gezorgd. Ook wereldwijd, door de eeuwen heen.
Pas toen het begon te dagen op die rampzalige zondag van 1 februari zagen de mensen van de Zuiddijk dat het water ging zakken. Dat gaf weer alle hoop op overleving en misschien zelfs hoop op redding voor de mensen die nog altijd op vele plaatsen in Oude Tonge in levensgevaar verkeerden.
Adrianus van Kampen kon slechts met hulp van zijn dorpsgenoten in het dorp komen. Met behulp van een stevig touw werd hij over een groot gat dat in de Zuiddijk was geslagen, heen getrokken. Hij was doornat en rilde van de kou. Eindelijk kon Adrianus naar het dorp gaan. In café De Weerd kwam hij terecht waar hij droge kleren in ontvangst kon nemen. Oude Tonge was op die zondag ingekrompen tot een heel klein dorpje van wat nog boven water was gebleven en juist in dat kleine dorpsgedeelte waren honderden ingezetenen samengestroomd. De huizen, de cafe's, de winkels, elk pand zat propvol mensen. Adrianus ging wat rondlopen. Wat hij in de naaste omgeving van het nog droog gebleven deel van Oude Tonge te zien kreeg was één groot beeld van vernielingen. Het leek hem toe alsof de wereld was ver- . gaan. Wat een chaos! Er werden nog volop pogingen in het werk gesteld om mensen te redden. Verscheidene mannen en zelfs nog maar jongens hebben zich zeer heldhaftig gedragen. Door hun ontembare wilskracht en onbegrijpelijke uithoudingsvermogen zijn nog vele dorpsgenoten gered. Janmier dat zij tot nu toe hebben gezwegen. Er was die zondag geen contact met de buitenwereld mogeüjk. Doch... 's middags landde er een helikopter op de Kaai, een Belgische. De piloot, Gerard Trémerie kon na zijn waarnemingen de buitenwereld op de hoogte gaan stellen van de geweldige catastrofe die Oude Tonge was overkomen, ook al waren alle feiten nog lang niet bekend! Diezelfde middag is Adrianus van Kampen naar de garage van zijn oom Geert Tuns gegaan. Dat was het adres waar hij in de voorgaande nacht naar toe had willen gaan om een taxi te bestellen voor zijn vader die hij bij Hans Stoop had achter gelaten. Maar nu lag daar tot zijn grote schrik het reeds geborgen lichaam van zijn lieve moeder Lodewika Tuns. Een vreselijk gevoel van onmacht overmeesterde zijn gedachten. Had ik haar niet kunnen redden? En wat zou er met de anderen uit het gezin zijn gebeurd? Allemaal vragen die om een antwoord schreeuwden.
De volgende dag kwam de hulpverlening van buitenaf goed op gang. Men mag er nu nog wel bewondering voor hebben op welke wijze die hulp tot stand gekomen is. Vooral de evacuatie van de ontheemden vond op grote schaal plaats. Adrianus van Kampen met zijn verloofde Armie Pieterse werden per schip overgebracht van Oude Tonge naar Dintelsas. Zij kwamen tenslotte terecht in Oisterwijk. Vader Anthonius van Kampen met zijn kinderen Janny, Toon en Gerard evacueerden naar Groningen, naar Bep! Zij waren daar in 1944 vanwege de inundatie ook als evacué's terecht gekomen. In vorige afleveringen van deze serie kwam dit meer voor. Gedurende het laatste jaar van die oorlog is Adrianus daar nog ondergedoken geweest om niet naar Duitsland te worden weggevoerd. Machiel is in Oude Tonge gebleven en heeft het eiland niet verlaten. Hoe kan een gezin toch zo uit elkaar worden gerukt!?! Maar waar de vader en de kinderen van
Maar waar de vader en de kinderen van de familie Van Kampen ook mochten verblijven, hun gedachten gingen steeds uit naar de moeder, de zussen en de broer die allemaal verdronken waren. Veel kwamen zij daar toen niet over te weten. Het stoffelijk overschot van het zesde kind, Gonda, is pas in juni aangetroffen. Een ramp overleef je of je bent het slachtoffer. Deze bittere constatering gaf de scherpe scheidsUjn weer tussen leven en dood.
De verdronken familieleden waren:
1. Lodewika van Kampen-Tuns 1900
2. Johaima van Kampen 1929
3. Algonda H. van Kampen 1932
4. Helena van Kampen 1935
5. Marinas van Kampen 1942
Van de bewoners op de Zuiddijk van Oude Tonge verloren totaal 24 personen het leven.
In april 1953 vond het huwelijk plaats tussen Adrianus van Kampen en Annie Pieterse. In 1955 werd Adrianus gekozen tot gemeenteraadslid van Oude Tonge. Hij bleef dit tot 1 januari 1966 toen Oude Tonge, Ooltgensplaat, Den Bommel en Achthuizen bestuurUjk tot de gemeente Oostflakkee werden samengevoegd. Van Kampen maakte zeven jaar deel uit van het college van Burgemeester en Wethouders van Oude Tonge. Hij vertegenwoordigde de Katholieke Volkspartij; KVP. Het echtpaar Van Kampen-Pieterse kreeg vier kinderen: Heimy, Hans, Ton en Michel. Zij wonen in Zonhof te Oude Tonge en wie zou daar op dat mooie hoekje niet willen wonen? (Met dank aan Adrianus van Kampen)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 augustus 2002
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 augustus 2002
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's