Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Overdenking uit de Heilige Schrift

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Overdenking uit de Heilige Schrift

Sterven in het geloof (Hebreeën 11:13

5 minuten leestijd

We weten allemaal dat we eenmaal zullen sterven, maar we kunnen ons meestal helemaal niet voorstellen dat het ook werkelijk zal gebeuren. We willen er ook niet over denken en we schuiven de gedachte aan de dood ver van ons af. Totdat we er opeens bij bepaald worden door het sterven van iemand in onze directe omgeving. Dan beseffen we met schrik dat we midden in het leven van de dood omvangen zijn. En kunnen we dan deze schrik verwerken, zijn we bestand tegen de angst voor de dood, die ook voor ons eens zal komen?

Als we de Bijbel openen en ook geloven wat de Heere in Zijn Woord tot ons zegt dan kunnen we over de laatste en ernstigste dingen van het mensenleven spreken zonder angst. In de Bijbel staat dat de aartsvaders in het geloof zijn gestorven. En dat geloof dat de Heilige Geest in onze harten werkt neemt de angst weg, ook de angst voor de dood. Door het geloof opent de Heilige Geest onze ogen voor de werkelijkheid van God en neemt Hij bij ons de angst weg. De apostel Paulus wijst erop dat de Hebreeën dit kunnen weten vanuit hun eigen geloofsovertuiging, ze kunnen dit ook weten uit het getuigenis van hen die in het geloof zijn gestorven. Sterven is het allereenzaamste wat een mens.

Sterven is het allereenzaamste wat een mens. op de wereld te doen kan krijgen. Bij ons sterven laten we alles achter en we laten ook allen achter. We staan dan geheel alleen. In onze dood nemen we slechts één ding mee, en dat is onze verantwoordelijkheid. Met deze verantwoordelijkheid komen we voor God te staan, en we zullen voor Hem rekenschap moeten afleggen van heel ons leven, van al onze daden en van al onze woorden.

En wie van de mensen zou niet angstig zijn als geheel ons leven open komt te liggen voor het aangezicht van de heilige God? Hoe zouden wij, zondige en schuldige mensen, ooit verantwoording af kunnen leggen? Maar in Hebreeën 11 lezen we van een belofte, die de aartsvaders niet in vervulling hebben zien gaan, maar die als belofte hun kracht is geweest om te sterven.

Zij hebben Jezus Zelf niet gezien. Het was hun genoeg dat Hij in de belofte bij hen tegenwoordig was, en de belofte dat Hij komen zou heeft de bittere eenzaamheid uit hun dood weggenomen. In de belofte dat Hij komen zou, was Jezus bij hen, ook in hun sterven.

Jezus Christus heeft de eenzaamheid uit ons sterven weggenomen, want Hij is waarlijk in onze dood gekomen. Hij is gekomen om de verantwoordelijkheid te dragen, die wij niet aan kunnen. De verantwoordelijkheid om met heel ons leven voor God te staan kunnen wij mensen niet aan. Jezus is geheel alleen de dood in gegaan, opdat wij niet door onze verantwoordelijkheid vernietigd zullen worden. Hij heeft het oordeel gedragen dat wij verdiend hebben, opdat wij in de dag des oordeels, bij alle beschuldigingen mogen wijzen op Jezus Christus, onze Heere, Die ons met Zijn bloed heeft vrijgekocht en ons tot Zijn eigendom heeft gemaakt.

Door de belofte dat Jezus dit zou doen, weten de aartsvaders zich getroost bij hun sterven. De aartsvaders hebben het van verre gezien, maar wij zien het evenzeer van verre. Wij leven evenzeer vanuit het geloof dat de Heilige Geest in onze harten werkte en we leven nog niet vanuit het aanschouwen. We zien het van verre, omdat het werk van Christus volstrekt enig was. In eenzaamheid heeft Hij alles volbracht. Hij alleen heeft alles gedaan wat nodig was voor onze verlossing. En in het geloof mogen we door Gods genade de belofte omhelzen en vasthouden met de innigheid van de volkomen liefde.

De aartsvaders hebben Jezus beleden en daarmee hebben ze ook beleden dat ze niet meer bij deze wereld hoorden. Achter hen lag het vaderland waar zij uit getrokken waren, en voor hen lag het vaderland waarheen ze op weg waren, waar ze thuis hoorden door Gods genade, door de belofte die zij hadden ontvangen. Zij hebben het vaderland waarheen zij door de belofte op weg waren gesteld boven het vaderland dat achter hen lag.

Alle gelovigen mogen door Gods genade op weg zijn naar het vaderland waarheen de aartsvaders gingen. We hebben hier op aarde geen blijvende stad, maar we zijn op weg naar de stad die fundamenten heeft. Daarom kunnen we ons hier op aarde nooit helemaal thuis voelen, ons ook niet aanpassen aan alles wat hier is. Telkens weer worden we er aan herinnerd dat we op weg zijn naar het vaderland, en worden we opgeroepen om te leven vanuit die toekomst. En terwijl we op weg zijn naar het vaderland hebben we de belofte dat de Heere met ons wil zijn en dat Hij ons de kracht wil geven die we nodig hebben, ook de kracht om apart te staan in deze wereld, de kracht om niet mee te doen met de wereld, maar te leven in gehoorzaamheid aan de Heere.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 februari 2006

Eilanden-Nieuws | 14 Pagina's

Overdenking uit de Heilige Schrift

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 februari 2006

Eilanden-Nieuws | 14 Pagina's