Museumvoorzitter Pau Heerschap zet zich al 40 jaar in voor cultuurbehoud

Het museum, gestart als Museum Ouddorps Raaden Polderhuis, heeft het bestaansrecht te danken aan Teun Tanis. De koekjesfabrikant had het Raad- en Polderhuis gekocht van de gemeente. Op de begane grond opende hij een antiekwinkel. Voor de rest van het pand had hij een andere bestemming in gedachten: een museum over de geschiedenis van het leven en werken op de kop van Goeree.

Het idee viel in goede aarde. Algauw was er een bestuur gevonden en waren de functies verdeeld. “Ik ben nog voor de statuten naar notaris Ter Braak in Dirksland geweest”, herinnert Pau zich.

In het Raad- en Polderhuis kwam een afdeling van archeologische vereniging De Motte. Verder konden de bezoekers zich vergapen aan een Ouddorps kamertje, gemaakt door een bestuurslid dat ook timmerman was. In de raadzaal was een expositie te zien van Herman Bieling. De Rotterdamse schilder had nogal wat werken gemaakt waarin Ouddorp en omgeving een rol spelen.

Geregistreerd museum

Er volgde uitbreiding richting de zolder van het Raad- en Polderhuis, totdat de brandweer daarvoor uit veiligheidsoverwegingen een stokje stak. Nadat Teun Tanis was gestopt met zijn antiekwinkel kreeg het museum meer ruimte en was het voor langere tijd zelfs de enige gebruiker van het fraaie pand.

In de jaren negentig wist het bestuur de felbegeerde status van ‘geregistreerd museum’ in de wacht te slepen. Daarmee samenhangend ging een extern bureau aan de slag om de collectie op een aantrekkelijke, professionele manier in de spreekwoordelijke schijnwerpers te zetten.

Het museum trok veel publiek, dat zich voor een luttele entreeprijs kon onderdompelen in de lokale historie. Toch was er ook tegenslag. In 2006, het jaar dat Heerschap voorzitter werd, woedde er een brand in het Raad- en Polderhuis en raakte een deel van de ansichtkaartencollectie beschadigd door het bluswater.

In den vreemde

Daarna kwam het museum opnieuw tot bloei, vooral door de inzet van vrijwilligers die onder andere een dorpswinkeltje wisten te realiseren. Ook het interieur van een mailschip, onderdeel van de tentoonstelling ‘Ouddorpers in den vreemde’, sprak tot de verbeelding.

“We ontvingen ook interessante voorwerpen, bijvoorbeeld van een zendeling op Celebes”, blikt de jubilerende voorzitter terug. “En we hadden elk jaar een tentoonstelling.”

Inmiddels is het karakter van Museum Ouddorp, zoals de officiële naam nu luidt, wel veranderd. De openbare bibliotheek is tegenwoordig de hoofdgebruiker van het Raad- en Polderhuis en het museum woont in. De collectie bevindt zich grotendeels tussen de boeken van de bibliotheek, al is er op de verdieping nog wel een echte museumafdeling. Beneden staat een touch table. Pau Heerschap: “Als de bibliotheek open is, is het museum ook open. Gratis toegankelijk. Maar lang niet iedereen heeft door dat hier ook iets over de geschiedenis van Ouddorp en omgeving is te zien.”

Lezing Watersnoodramp

Op 25 januari is er een lezing in de raadzaal van het Ouddorps Raad- en Polderhuis over de Watersnoodramp van 1953 in Ouddorp. Daaraan gekoppeld heeft het museum een tentoonstelling ingericht over de hulpverlening tijdens die ramp.

Pau Heerschap, inmiddels 78 jaren oud, heeft nog geen plannen om er na veertig jaar bestuurder een punt achter te zetten. “Ik vind het fijn om dit te doen voor het behoud van onze cultuur. Als voorzitter kun je signaleren en stimuleren.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen