Zekerheid.
c^iet is aan onzen tijd eigen, om zich zefrr kerheid te verschaffen omtrent alle ^vdiagen van dit leven. De meeste menschen geven aan een vaste betrekking, een „postje" de voorkeur boven afwisselenden arbeid met verschillende verdienste, omdat zij gaarne gewaarborgd zijn door een vast inkomen. Men wil verder op alle gebeurlijkhedeu voorbereid zijn. Men wil zekerheid hebben, als men soms brand krijgt, als er inbrekers komen, als er ziekte het huis binnentreedt, als de oogst of de veestapel door rampen bedreigd wordt. Vooral wil men zekerheid hebben ten opzichte van hetgeen er zal gebeuren, als men dood is. Daarom sluit men een verzekering op het leven. Men betaalt heel veel premies aan verschillende verzekeringmaatschappijen en leeft dan heel gerust. Immers, wat er ook gebeure, men kan aan alle rampen en ongevallen het hoofd bieden. Men kan dus alles kalm afwachten. Toch waren de menschen nooit meer onrustig dan in onze dagen. Wat 'n gejaagdheid allerwege ! Wat 'n openbaring van de innerlijke onvoldaanheid ! Men gunt zich geen tijd, om eer.s tot zichzelven in te keeren en zich rekenschap te geven van den stand, waarin men zich bevindt tegenover God. Vanwaar is die onrust? Omdat men bij al de zekerheid, die men zich tracht te verschaffen, in de grootste onzekerheid leeft ten opzichte van de eeuwigheid. Honderde dingen zijn er waarover men zich volstrekt niet behoefde te bekommeren, en waarvoor men toch zijn beste krachten opoffert. Eén ding is er, waaromtrent men geen dag, geen uur langer in 't onzekere mag verkeeren, en men denkt er niet aan. Toch blijft het er bij: Eén ding is noodig. Het is 't goede deel dat Maria koos, om naar 's Heilands woorden te luisteren, aan Zijn voeten te zitten.
Dat is noodig, dat wij daarvan voor ons hart en leven zeker zijn, niet slechts dat er een Verlosser is, maar dat Jezus Christus, overgeleverd om onze zonden en opgewekt om onze iechbvaardigmaking, onse Verlosser is. Toen Olevianus, een van de opstellers van den Catechismus, in 1587 op zijn sterfbed lag, vroeg men hem, of hij van zijn z;aligheid zeker was. Hij antwoordde daarop in 't latijn : „Certissimus !" wat beteekent: „volkomen zeker" en legde daarbij zijn hand op "t hart. Met deze zekerheid leeft men heel wat geruster, dan wanneer men voor de aardsche dingen zijn maatregelen genomen heeft. Wat dan ons moge overkomen, door het geloof met Christus, den Zaligmaker, verbonden, kan men goedsmoeds zijn. Men heeft deel aan Zijn liefde, is in die liefde opgenomen en die liefde overtreft alles. Daaraan dankt men het, dat men vroolijk betuigt met den apostel: „Want ik ben verzekerd, dat nooh dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch machten, noch tegenwoordige, noch toekomende dingen, noch hoogte, noch diepte, noch eenig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onzen Heere." (Rom. 8, VS. 38 en 39). Met de geloovigen gaat het door allerlei diepten heen. Al moeten zij in vreeze met David soms klagen: „ik zal een der dagen door Sauls hand omkomen", toch zullen zij midden in den nacht een psalm aanheffen, zoodat de deuren van den kerker opengaan. Door den Heiligen Geest werkt de Heere de zekerheid in de ziel, om het oog te openen en open te houden, opdat men naar boven zie, naar den Vader. Met het oog op Hem heeft men de hoogste zekerheid in het geloof, en wandelt in den weg van 's Heeren Woord. Men heeft hoegenaamd geen verwachting van het zichtbare, maar verlaat zich voor tijd en eeuwigheid op den onwankelbaren grond des heils, dien God gelegd heeft. Daarin ligt het dan opgesloten, dat men verzekerd is, omdat wat de Heere voor de Zijnen is. Hij dat ook eeuwig blijft.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 17 april 1904
Kerkblaadje | 4 Pagina's