Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nederlandse Gedachten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nederlandse Gedachten

10 minuten leestijd

(Toespraak, gehouden op 4 mei 1970 te Hoevelaken)

II

Thans is het reeds 25 jaar geleden, dat het uur der bevrijding sloeg. En in het begin van dit artik'el zei ik, dat het een menselijke eigenschap is, dat ook de heerlijkste dingen onder onze handen kunnen verdorren. Maar dan is de be-doeling van een herdenking der bevrijding ook duidelijk! Zij geschiedt, opdat dat wonder niet oud zal worden, maar zich telkens in onze herinnering vernieuwt. Gedenken is het verbond vernieuwen! Het duidelijkste voorbeeld van wat herdenken voor een volk betekent, is wel Israël met zijn Pascha. Dan viert iedere Jood in de familiekring het wonder van zijn volksbestaan. Aan die viering is Israël trouw gebleven de eeuwen door. Op de Sederavond wordt aan een maaltijd, waarvan de ingrediënten herinneringen zijn aan de tijd van slavernij in Egypte, de geschiedenis van de wondere Uittocht verteld. De bedoeling ervan is, om ook de nakomelingen tot in het zoveelste geslacht een geestelijke band te geven met dat verleden (Exodus 12 : 24—27). Door die band blijft Israël de eeuwen door zichzelf en een eenheid. Zou het geen Pascha meer vieren, dan zou het losraken van zijn wortels en karakterloos worden. Want een karakter hebben betekent zowel voor een volk als voor een enkeling: trouw blijven aan de herinneringen uit het verleden. Daarom gedenken ook wij onze bevrijding! Maar is er bij deze herdenking nu niet reden

Maar is er bij deze herdenking nu niet reden te over om een klaagzang aan te heffen over de karakterloosheid van ons Nederlandse volk, over zijn ontrouw aan het verleden? Is er geen sprake van verbondsbreuk? Wat is er in de afgelopen 25 jaar van onze be

Wat is er in de afgelopen 25 jaar van onze beloften op de grote dag der bevrijding terecht gekomen! ? Hoe is het wonder van de nieuwe vrijheid bezoedeld en verzondigd! Hoe is ons volksbestaan overgeleverd aan een proces van hand over hand toenemende vermaterialisering en verzinnelijking! Hoe is het geestelijke en kerkelijke leven achteruit gegaan; hoe is het sociale en politieke leven verziekt; hoe zijn kunst en ontspanning ontaard, vaak tot in het godslasterlijke, bestiale en misdadige toe! De bewijzen daarvan stapelen zich dagelijks in boek, krant en tijdschrift, in film, radio en televisie voor onze ogen en oren op. Heel het teeld van de moderne maatschappij overtuigt ons ervan, dat wij leven in een heidense genotscultuur. Oud en jong, man en vrouw, christen en niet-christen, dorpeling en stedeling zijn ervan doordrenkt. De enige gewetensnood, die wij er nog bij ervaren, is dat er andere volken en werelddelen zijn, die deze overvloed niet kennen. Daarom spannen wij ons grootmoedig in, om ook hun levenspeil op „onze hoogte" te brengen door middel van ontwikkelingshulp en werelddiakonaat. Dat is onze aflaat! Maar toch wil ik het daarover bij deze her

Maar toch wil ik het daarover bij deze herdenking niet hebben. Het is immers veel nuttiger en noodzakelijker om tegenover de herinneringen uit het verleden onszelf in diepe ernst de vraag te stellen: Is er nog toekomst voor het Nederlandse volk? Toekomst niet in materiële, economische, politieke zin, maar geestelijk? Is het nog mogelijk, om in deze verzieking en ontaarding van de volksziel de band met het verleden te vernieuwen? Of zijn wij als volk gedoemd om onder te gaan in een proces van uitholling en oplossing van alle geestelijke waarden? Staan wij als volk aan de vooravond van een totale anarchie? Is de situatie thans niet nog véél dreigender en uitzichtlozer dan in 1940—'45?

Ik wil proberen om op die vragen voorzichtig een antwoord te geven; en wel door enkele gedachten naar voren te brengen, die ons misschien helpen kunnen om in de algemene verwarring iets van een weg te zien, die wij gaan kunnen; gaan moeten.

Wij leven in Nederland in een democratisch bestel. Ik meen, dat wij daar dankbaar voor mogen zijn. Die democratie heeft een wettelijke structuur. Er zijn wetgevende vergaderingen, die samengesteld zijn uit gekozen vertegenwoordigers van het volk. De regering wordt uitgeoefend door mensen die door de volksvertegenwoordigers zijn aangewezen, en wier bestuur ook staat onder toezicht van de volksvertegenwoordigers. De macht die zij bezitten, en het gezag dat zij uitoefenen, is dus plaatsvervangende macht en gezag. Er wordt niet geregeerd los van het volk, maar in vereniging met het volk. De opvattingen en wensen van het volk weerspiegelen zich in de regering. Nog eens, ik meen dat dit een nuttige en goede vorm van politiek is. Het zal moeilijk zijn, om een staatsbestel te bedenken, waarin de vrijheid van volk en enkeling beter tot haar recht komt. De hemel beware ons dus voor een kolonelsregiem of een dictatuur! Maar wat ik daar nu met grote nadruk aan toe

Maar wat ik daar nu met grote nadruk aan toe wil voegen, is het volgende: Een democratische samenleving kan niet bestaan zonder een profetisch-geïnspireerde elite, een geestelijke aristocratie, die als minderheid tegenover het grote geheel de functie vervult van een zuurdesem. Ik wil daarmee niet zeggen, dat zulk een elite belichaamd zou moeten zijn in één of andere overheidsinstelling met wettelijke bevoegdheden, of in een politieke partij. Evenmin behoeven de burgers, die tot zulk een geestelijke elite gerekend zouden mogen worden, officieel verkozen vertegenwoordigers van het volk te zijn, al kunnen zij dat natuurlijk wel zijn. Neen, de eigenlijke betekenis van een dergelijke aristocratie ligt niet in aantal, machtspositie of organisatie, doch in het hart en geweten, in het geloof en belijden van hen die haar vormen! Het is een besef van roeping en verantwoordelijkheid voor het geheel, dat hen tot een zuurdesem in het volksleven maakt! Daardoor zijn zij de ziel van het volksorganisme. Een dergelijke geestelijke elite kan de demo

Een dergelijke geestelijke elite kan de democratie niet ontberen, wil zij niet verzieken en in karakterloosheid en geestloosheid van de massa onder gaan! Daarom is de democratie alspolitiek bestel zo kwetsbaar! Véél kwetsbaarder dan wij ons gemeenlijk bewust zijn!

In het bijzonder is nu zulk een aristocratische zuurdesem nodig in tijden van gevaar, van verwarring en ontbinding. Moeten wij niet zeggen, dat de tijd van de nationaal-socialistische bezetting, wat dat betreft, gewerkt heeft als een heilzame karnmolen? „De druk van de melk brengt de boter voort", staat in het boek Spreuken. In die donkere jaren ontstond er immers iets van zulk een geestelijk bewuste minderheidsgroep, die op het gehele volk inwerkte als een zuurdesem.

Natuurlijk reken ik daartoe velen uit de illegaliteit en de verzetsgroepen. Maar lang niet allen! Er waren onder hen ook tal van avonturiers en ook lieden, die hun inspiratie vonden in gevaarlijke politieke ideologieën. Behalve de illegale werkers waren er echter vele anderen, die niet georganiseerd waren; die geen clandestien drukwerk verspreidden; die geen wapens droegen; doch wier weerstand tegen de gevaren van die tijd alleen maar bestond uit de wapenrusting van geloof, gebed, getuigenis. En wie enig besef heeft van de geestelijke kracht van die realiteiten, zal geneigd zijn om zich af te vragen, of daar, juist daar niet de diepste en wezenlijkste bijdrage geleverd is voor het behoud van ons land en volk. ,,Een krachtig gebed van de rechtvaardige vermag veel!" (Jak. 5 : 16).

Mijn antwoord op de vraag of er thans nog wel geestelijke toekomst voor het ontredderde en karakterloze Nederland is, ligt dus in deze richting: Dat hangt ervan af, of er in ons volk nog zulk een profetisch-geïnspireerde elite is.

Wij worden thans aan alle kanten overspoeld door een nivellerende, geestloze, materialistische genotscultuur, die de massa in haar greep heeft. De advertenties, reclame's, étalage's, die onze behoeften opwekken en onze begeerten stimuleren, bewijzen het. Ons volksleven gaat op in produceren en consumeren. Wij zien de gevolgen daarvan in huwelijk, gezin en jeugd; in het politieke, sociale, kerkelijke en persoonlijke leven. De ondankbaarheid en ontevredenheid nemen toe. De eisen van een ieder worden steeds hoger en steeds scherper gesteld. Er is onder de leiders veel slimheid en veel berekening, veel eigenbaat en partijbelang, en dat onder het mom van mooie woorden. Maar van de zuiverende doorwerking van het Evangelie in geloof en godsvrucht, ingetogenheid en levensernst merkt men nauwelijks iets! Hoe lang zal dit zo doorgaan? Waar en wanneer zal het schip stranden? Desondanks toch nog van verwachting spreken, is alléén mogelijk, als wij zouden gaan zien, dat ook de huidige nood weer op de volksziel werkt als een karnmolen, die uit de melk de boter voortbrengt. Als er onder de druk der omstandigheden weer een profetische, 122 belijdende, karaktervolle minderheid zou ontstaan die, tegen de nivellerende en ontbindende tijdgeest in, getuigenis aflegt van haar geloof en haar verbondenheid met het verleden, en die er niet bang voor zou zijn, deswege door de massa voor „conservatief en achterlijk" uitgekreten te worden. Mensen, die weten van de dingen die Boven zijn; en die juist daarom een lamp voor hun voet en een licht op hun pad in deze wereld hebben. Mensen dus, die niet voortgedreven worden door de begeerte naar nóg meer welvaart, nog meer vrijheid, nog meer inspraak, nog meer macht.

Mensen, die verlangen dat God tot Zijn eer komt, en die het daarom niet verdragen kunnen, dat Zijn Naam, inzettingen en geboden belasterd en overtreden worden. Mensen, die in hun eigen hart en ten opzichte van hun eigen volk de woorden van Paulus overnemen: „Ik heb een grote smart en een voortdurend hartzeer. Want zelf zou ik wel wensen van Christus verbannen te zijn ten behoeve van mijn broeders, mijn verwanten naar het vlees" (Rom. 9 : 2, 3). Vanuit zulk een minderheid, als een geestelijk zuurdesem in ons volk, zou er misschien toch nog weer toekomst voor ons verziekte volk kunnen zijn. Het gebed van een rechtvaardige vermag immers veel!

Nog eens: zulk een profetisch-geïnspireerde aristocratie kan een democratie niet ontberen. Zonder zulk een geestelijk zuurdesem moet zij verzieken en ondergaan, omdat zij dan is als een lichaam zonder ziel. Het is daarom niet de overheid en het zijn niet de wetten en de politiek, die een volk bewaren! Het is het geloof ert gebed en getuigenis voor de overheid, die een volk in stand houden. Dat is de onmisbare achtergrond van artikel 36 van onze Nederlandse Geloofsbelijdenis, als zij verklaart dat wij „voor de overheden zullen bidden, opdat hen de Here bestieren wil in al hunne wegen, en dat wij een gerust en stil leven leiden in alle godzaligheid en eerbaarheid".

Wij hoeven er niet aan te twijfelen, dat de Heilige Schrift ook thans nog de bronwei voor zulk een profetisch-geïnspireerde elite kan zijn. Juist omdat het Evangelie niet van de tijd en van de geschiedenis is, is het voor elke tijd in de geschiedenis! Daarom klinkt ook nu nog tot ons volk de roep: „O, alle gij dorstigen, komt tot de wateren, en gij die geen geld hebt, komt, koopt en eet; ja komt, koopt zonder geld en zonder prijs wijn en melk. Waarom weegt gij geld af voor wat geen brood is, en uw vermogen voor wat niet verzadigen kan? Hoort aandachtig naar Mij, opdat gij het goede eet en uw ziel zich in overvloed verlustige!" (Jes. 55 : 1, 2). Dat er enkelingen zijn, die die Stem horen, daarvan ben ik overtuigd. Maar hoe groot zou hun aantal moeten zijn, om „de koning en het volk van Ninevé" (Jona 3 : 5) tot omkeer te brengen?

Dit artikel werd u aangeboden door: Stichting Vrienden van dr. H.F. Kohlbrugge

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 juni 1971

Kerkblaadje | 8 Pagina's

Nederlandse Gedachten

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 juni 1971

Kerkblaadje | 8 Pagina's