Ik ben het Licht der wereld
‘JEZUS DAN SPRAK WEDEROM TOT HENLIEDEN, ZEGGENDE: IK BEN HET LICHT DER WERELD’ JOH. 8:12A
In dit hoofdstuk waarin Jezus zegt: ‘Ik ben het Licht der wereld!’, reageren de schriftgeleerden achterdochtig: ‘Uw getuigenis is niet waarachtig’ (Joh. 8:13). Even later klinkt zelfs: ‘Nu bekennen wij, dat Gij den duivel hebt’ (Joh 8:52). Eerder in dit hoofdstuk durfden ze het bij nader inzien niet aan een overspelige vrouw te stenigen. Wie van hen was immers zonder zonde? Maar nadat Jezus Zich openbaart als het Licht der wereld, nemen ze (?) stenen op om Hem (!) te stenigen, Die zonder zonde is (Joh 8:59). Hoe blind is een mens van nature. Dat wordt juist zichtbaar bij het Licht der wereld. Daar worden wij helemaal doorgelicht en moeten we kleur bekennen.
Wie zichzelf in de duisternis wil handhaven, kan alleen maar geïrriteerd raken bij deze uitspraak van Jezus. In die zin zijn de schriftgeleerden van toen misschien wel oprechter dan de godsdienstige mens vandaag. In zekere zin zijn zelfs atheïsten vandaag de dag eerlijker dan veel huidige naamchristenen. Immers, wie goed naar Jezus luistert, kan maar tot één conclusie komen: óf Hij spreekt de waarheid, óf Hij is (met eerbied gesproken) een uitgesproken dwaas. Wie eraan vasthoudt dat Jezus de waarheid spreekt, die zal ervoor moeten buigen. Je kunt Hem niet belijden als het Licht der wereld en zelf in duisternis wandelen. Dat dit wel gebeurt, is veelzeggend en het is ronduit beschamend. Uitersten raken elkaar. Een vrijzinnige kan zeggen: ‘Het is niet waar gebeurd, maar het is wel waar’. Een rechtzinnige kan zeggen: ‘Het is wel waar gebeurd, maar het is niet waar voor mij’. Bij beiden wordt zichtbaar dat wij het Licht der wereld ten diepste wantrouwen en onze gevallen werkelijkheid voor lief nemen en dat is levensgevaarlijk!
Wie Jezus niet op Zijn Woord gelooft, is reeds veroordeeld! Tegen Nicodémus zei Hij eerder al: ‘En dit is het oordeel, dat het Licht in de wereld is gekomen en de mensen hebben de duisternis liever gehad dan het Licht, want hun werken waren boos. Want een iegelijk, die kwaad doet, haat het licht, en komt tot het licht niet, opdat zijn werken niet bestraft worden. Maar die de waarheid doet, komt tot het licht, opdat zijn werken openbaar worden, dat zij in God gedaan zijn’ (Joh. 3:18-21). Dit (!) oordeel gaat vooraf aan deze ‘Ik ben’-uitspraak. Dat klinkt u misschien vreemd in de oren. Immers, Jezus sprak toch tot die overspelige vrouw: ‘Ik veroordeel u niet?’ Het punt is echter, dat zij de enige is die bij Hem is achtergebleven. Zij blijft in het Licht staan. Zwijgend bekent ze kleur. Haar aanklagers zijn afgedropen. Zij konden het felle licht van Jezus’ ontmaskerende woorden niet verdragen. In plaats van dat ze in dit Licht blijven staan, schuld bekennen en om vrijspraak smeken, lopen ze er voor weg. Dat oordeel heeft zich zojuist voltrokken. Zie, zegt Jezus, Ik ben het Licht der wereld. Ja dat zien we. Voor die vrouw de vrijspraak, voor die mannen een oordeel.
In deze uitspraak van Jezus klinkt ook een welkom door. Niet voor hen die de duisternis koesteren om hun boosheid te bedekken. Zij worden door het Licht ontmaskerd. Maar voor wie met die overspelige vrouw in Zijn licht is gezet, aangeklaagd en veroordelingswaardig, die hoort uit Zijn mond het bevel: ‘Ga heen en zondig niet meer’. Wat een heerlijk Evangelie voor hen die het in de duisternis niet langer kunnen uithouden en het aan het Licht brengen!
Hoe is dat welkom mogelijk? Hoe weet ik dat ik tot Hem gaan mag als mijn hart de duisternis liever heeft dan het licht en ik me toch gedrongen weet te gaan? Omdat dit Licht der wereld Zelf eenmaal buiten de Lichtstad werd geleid. De ‘Goede Herder’ werd als een stemloos lam gekruisigd in het oordeel van God. De Deur hing voor een gesloten hemel. Het Licht hing in de duisternis! Zo diep zijn wij gevallen. Zo lief had God de wereld. Zo ver ging Jezus Christus, om Zelf in de duisternis de prijs te betalen voor al Zijn ‘Ik ben’-uitspraken. Hij is geworden wat Hij niet was, om ons te kunnen maken wat we niet zijn. Zodat we in gehoorzaamheid aan Zijn bevel en in het ontvangen van Zijn beloften als kinderen van het Licht mogen wandelen in een duistere wereld. Totdat de maan bloedrood wordt en de zon haar schijnsel inhoudt en Hij als de Morgenster aan de kim van de oordeelsdag op de wolken verschijnt en ons aller oog Hem zal zien! Spreek Hem daarom in het heden van de genade niet tegen. Schrik er niet voor terug om vandaag in Zijn licht te komen. Schrik er juist voor terug om aan Hem voorbij te gaan.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 april 2020
Kerkblad | 24 Pagina's