Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een waardig levenseinde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een waardig levenseinde

5 minuten leestijd

OP 17 JULI JL. HEEFT PIA DIJKSTRA (D66) HAAR INITIATIEFWETSVOORSTEL INGEDIEND VOOR HULP AAN OUDEREN DIE VINDEN DAT HUN LEVEN VOLTOOID IS. HET D66-KAMERLID WIL EUTHANASIE MOGELIJK MAKEN VOOR OUDEREN VANAF 75 JAAR, DIE UITZICHTLOOS EN ONDRAAGLIJK LIJDEN MAAR NIET ERNSTIG ZIEK ZIJN. ‘ER IS EEN GROEP OUDEREN DIE HET LEVEN AF VINDT’, ZEGT DIJKSTRA IN EEN INTERVIEW IN HET ALGEMEEN DAGBLAD VAN DIE DAG. ‘ZE ZEGGEN: IK GA ELKE AVOND SLAPEN MET DE HOOP DAT IK NIET MEER WAKKER WORD.’

Voor de duidelijkheid: Het gaat hierbij dus niet om ouderen die ernstig en uitzichtloos ziek zijn, want die kunnen binnen de huidige wetgeving al voor euthanasie kiezen. Op 1 april 2001 werd de zogenaamde euthanasiewet in het Nederlandse parlement aangenomen. In 2002 trad deze wet in werking. Vanaf dat moment zijn levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding onder voorwaarden niet meer strafbaar in Nederland. Die voorwaarden zijn dat euthanasie plaatsvindt door een arts en dat deze zich houdt aan de zogeheten ‘zorgvuldigheidseisen’. Voor deze uitzichtloos zieke ouderen wordt de uiteindelijke beslissing tot euthanasie dus neergelegd bij een arts. Dat is anders bij de groep ouderen die Dijkstra met haar initiatiefwetvoorstel op het oog heeft. Deze nieuwe groep ouderen kan de hulp inroepen van een zogenoemde levenseindebegeleider. Het is een zorgwerker met een kopstudie en een BIG-registratie, een quasi-arts dus. Zo’n levenseindebegeleider kijkt samen met de oudere of ze diens leven niet ‘weer de moeite waard kunnen maken’, zegt Dijkstra. ‘Zo’n traject duurt minstens een paar maanden. Als blijkt dat het leven voor de oudere voltooid is, en dat andere hulp niet gewenst is, dan is het zelfgekozen levenseinde een optie.’ De drempel tot euthanasie wordt hierbij duidelijk lager gelegd. Wanneer een oudere meent ‘klaar’ te zijn met zijn leven dan moet in samenspraak met een levenseindebegeleider tot euthanasie besloten kunnen worden, zo is de gedachte.

Het is hierbij goed om te beseffen dat dit initiatiefwetsvoorstel voor een deel van de D66-leden nog niet ver genoeg gaat. ‘Zij verlangen totale autonomie, terwijl Pia Dijkstra de uiteindelijke beslissing – helpt iemand je sterven als je het leven zat bent? – toch weer bij een ander legt’, zo merkt Henk Blanken op in zijn boek Beginnen over het ein-de: over euthanasie bij dementie. Dit deel van de D66-leden vindt dat ouderen zelf moeten kunnen beslissen wanneer zij ‘klaar’ zijn met leven. Zonder arts of levenseindebegeleider. Zo stelt de Coöperatie Laatste Wil zich tot doel om een ‘humaan laatstewilmiddel’ beschikbaar te stellen, maar kan dat op dit moment niet doen zolang het beschikbaar stellen van dit middel gezien wordt als hulp bij zelfdoding en dus strafbaar is. Deze coöperatie ziet dan ook graag een ruimere euthanasiemogelijkheid dan Dijkstra voorstelt.

Nu zullen de lezers van dit blad niet twijfelen aan de beschermwaardigheid van het leven. We belijden immers dat God de Schepper én Onderhouder is van al het leven. Onze levenstijden liggen in Zijn hand. Hij bepaalt het moment van ons leven. Hij bepaalt ook wanneer onze levensdraad wordt doorgesneden. Daarover mogen en ten diepste hoeven Zijn schepselen niet te beslissen. Hoe zouden wij kunnen? Maar de euthanasiewetgeving maakt ons pijnlijk duidelijk dat deze belijdenis door een grote meerderheid van de Nederlandse bevolking niet langer wordt gedeeld. In de periode van 2002-2019 stierven 61.777 mensen als gevolg van euthanasie. En het initiatiefwetsvoorstel onthult ons klip en klaar hoe leeg en nodeloos arm het leven zonder christelijke hoop en verwachting is. Want als dit aardse leven inderdaad alles is wat er te verwachten valt, dan is het menselijkerwijs gesproken te begrijpen dat mensen op een zeker moment ‘klaar’ zijn met hun leven. Het is de diepste uiting van de totale zinloosheid die het leven zonder God kenmerkt. Als geliefden, mogelijkheden en krachten wegvallen, dan kan een gevoel van zinloosheid de boventoon gaan voeren. En wat is het pijnlijk ontdekkend als een samenleving op die gevoelens van zinloosheid geen uitweg, geen blijvende troost weet aan te wijzen. Ja, niet verder komt dan het aanstellen van een ‘levenseindebegeleider’, die, wellicht moet onderschrijven dat iemand inderdaad ‘klaar’ is met zijn leven. Het voorstel maakt ons duidelijk dat onze samenleving een ontkerstende samenleving is geworden, waarin de christelijke hoop en levensverwachting uit beeld zijn geraakt en een menselijke levensvisie centraal is komen te staan.

Het initiatiefwetsvoorstel toont een christen de diepe rijkdom van zondag 1 van de Heidelbergse Catechismus, die hem voorhoudt wat de enige troost in het leven en sterven van een christen is. Te midden van alle verlies en afname van krachten en het toenemen van moeiten en zorgen (die heel reëel en uitermate moeilijk kunnen zijn!) mag een christen weten dat zijn hemelse Vader, Die hij om Christus’ wil zijn hemelse Vader mag noemen, in alle dingen zorg voor hem draagt. Ja, te midden van alle moeite en zorg mag hij weten dat een betere toekomst hem is bereid. Op Zijn tijd zal de Heere hem opnemen in Zijn heerlijkheid. Een oprechte christen heeft geen behoefte aan een ‘levenseindebegeleider’. Wel aan liefdevolle en betrokken verpleegkundigen en artsen die hem in tijden van moeite, zorg en pijn met aandacht en oprechte zorg bijstaan en het lijden waar mogelijk verminderen. Wel aan een pastor, die hem rondom dat levenseinde bijstaat en vanuit het Troostboek mag bemoedigen en vertroosten. En allermeest aan Hem, Die het in Zijn Woord toezegt dat Hij de Zijnen niet zal begeven en niet zal verlaten (Hebr. 13:5). Ja, Hij is het Die de Zijnen van dag tot dag draagt om hen uiteindelijk thuis te brengen in het Vaderhuis. Die hoop en verwachting mag een christen kennen. En bij die hoop en verwachting mag een christen ook leven. Zoals Petrus het schrijft: ‘Maar wij verwachten, naar Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, in dewelke gerechtigheid woont’ (2 Petr. 3:13).

Wat is het belangrijk dat jongeren én ouderen vanuit deze belijdenis mogen leven. Om te midden van een samenleving die zonder hoop leeft, de weg te wijzen naar Hem in Wie het leven te vinden is. Om zo een getuige te mogen zijn van Hem Die gezegd heeft: ‘Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven. Niemand komt tot den Vader, dan door Mij’ (Joh. 14:6).

Hardinxveld-Giessendam, ds. B.D. Bouman

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 augustus 2020

Kerkblad | 24 Pagina's

Een waardig levenseinde

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 augustus 2020

Kerkblad | 24 Pagina's