Niet alles kan vanaf de zolderkamer
Veel aandacht gaat in deze tijd uit naar de thuiswerkers. Sinds maart zouden Nederlanders massaal vanuit huis werken. Toch zijn er honderdduizenden mensen die elke dag buitenshuis werken. Lang niet alles kan vanaf de zolderkamer. Hoe vergaat het hen in deze coronacrisis? Aan welke voorschriften moeten zij zich houden? En lukt dat een beetje? We lichten vier beroepsgroepen uit: de zorgmedewerker, de bouwvakker, de fabrieksmedewerker en de leraar.
Het dringende advies van premier Mark Rutte luidt al maandenlang: werk zoveel mogelijk thuis. Vanaf eind september is het adagium: werk thuis, tenzij het echt niet anders kan. Voor duizenden kantoormedewerkers is het mogelijk om hier grotendeels gehoor aan te geven. Twee edities geleden heeft de RMU een aantal voor- en nadelen benoemd van het thuiswerken. Voor alle mensen met een praktisch beroep ziet de wereld er echter totaal anders uit. Voor talloze beroepen biedt het werken op afstand geen uitkomst. Metselen gaat nu eenmaal niet via een videoverbinding. Tijd om een rondje te maken in een tijd dat ontwikkelingen zich snel opvolgen.
De zorgmedewerker
De zorgmedewerker is uitgegroeid tot de bekendste niet-thuiswerker van Nederland. Het aantal krantenartikelen over werken in de zorg in coronatijd is gigantisch. Ook heeft de zorgsector niet te klagen over aandacht van de politiek. In maart kon het zorgpersoneel zelfs rekenen op een massaal applaus vanuit het hele land, als waardering voor de inzet tijdens de coronacrisis. Tot zover de positieve kant van het verhaal. De reden voor alle aandacht is minder fraai. Tijdens de eerste coronagolf werd het ziekenhuispersoneel overspoeld met patiënten. De intensive cares stroomden op veel plekken over. Naast het vele en harde werken levert dat voor het ziekenhuispersoneel ook gezondheidsrisico’s op. De hele dag tussen coronapatiënten lopen is niet zonder gevaar. Naast deze fysieke uitputtingsslag valt ook het mentale aspect niet te onderschatten. Dagelijks overleden veel mensen aan de gevolgen van het virus. Ook de bezoekregels handhaven was een lastige klus. Op moment van schrijven is de tweede coronagolf een feit. Dagelijks neemt het aantal besmettingen in hoog tempo toe. Ook het aantal mensen dat in het ziekenhuis terechtkomt met corona stijgt. Gaat er weer zoveel gevraagd worden van de ‘frontlinie’, zoals zorgminister Hugo de Jonge het zorg personeel noemt?
Dan naar de verpleeg- en verzorgingshuizen. Ook daar kwam het personeel in de vuurlinie terecht, al was dat niet direct voor iedereen duidelijk. In veel tehuizen brak het coronavirus uit, met voor veel ouderen fatale gevolgen. Een ‘stille ramp’ werd het ook wel genoemd. Stil, omdat de politiek en de media de blik volledig richtten op de ziekenhuizen. Ondertussen stierven duizenden ouderen en was er voor zorgpersoneel onvoldoende beschermende kleding beschikbaar. Verpleeghuizen werden hermetisch afgesloten van de buitenwereld. Bezoek was lange tijd niet welkom. Creatieve initiatieven kwamen tot stand, zoals bezoek via de hoogwerker of speciale bezoekcabines. Inmiddels is bezoek weer welkom, mits het tehuis voldoet aan de landelijke voorschriften. In het tweede kwartaal van dit jaar is het ziekteverzuim onder zorgpersoneel 6,1%. In 2003 was dit percentage voor het laatst zo hoog in deze periode van het jaar. Zorgverleners ervaren in toenemende mate een hoge werkdruk. Ook de tweede coronagolf zal weer veel vragen van onze zorgverleners.
De bouwvakker
De economie kwam grotendeels tot stilstand bij aanvang van de coronacrisis. Maar hoe vergaat het de bouwsector eigenlijk? De maatschappelijke en economische belangen zijn groot. Te groot om bijvoorbeeld de woningbouw en onderhoud aan wegen stil te leggen. Om toch veilig te kunnen werken is eind maart een speciaal akkoord bereikt tussen de bouwsector en het kabinet. Uit een enquête van vak bond FNV bleek destijds dat een derde van de werknemers het onverantwoord vond om door te werken. Ook werd er anoniem geklaagd dat zieke werknemers toch moesten komen opdraven en dat lang niet altijd de basisregels in acht worden genomen.
Inmiddels zijn de nodige maatregelen getroffen. Zo is er een helpdesk in het leven geroepen waar bouwvakkers zich kunnen melden met zorgen of klachten. Ook moet op elke bouwplaats een toezichthouder aanwezig zijn die in de gaten houdt of medewerkers genoeg afstand houden en of er voldoende wordt schoongemaakt. Ook het carpoolen van en naar de bouwplaats moet zoveel als mogelijk worden beperkt. Als het werk bij mensen thuis moet worden uitgevoerd zijn er ook een aantal voorschriften. Het werk kan alleen doorgaan als niemand verkouden is of klachten heeft. Ook moeten de bewoners zoveel mogelijk in een andere ruimte verblijven als de bezoeker.
Er zijn nog weinig verhalen in de media te vinden van massale overtredingen op bouwplaatsen. Ook is er nog geen grote corona-uitbraak geweest op een bouwput. Wat een helpende factor kan zijn is dat veel werk in de buitenlucht plaatsvindt. Hierdoor is het risico op verspreiding van het virus kleiner. Dat is een voordeel voor de bouwsector ten opzichte van andere sectoren.
Ook voor deze sector geldt dat altijd anderhalve meter onderlinge afstand houden niet mogelijk is. Zolang in kleine teams in de buitenlucht wordt gewerkt lijkt het risico op verdere verspreiding via de bouwput klein.
De regering is niet van plan om de bouwsector strengere maatregelen op te leggen. Dat zou een nieuwe klap zijn voor de economie en de werkloosheid verder doen stijgen. Het uitgangspunt bij alle voorschriften is dan ook dat er doorgewerkt kan worden zonder te grote vertragingen.
De fabrieksmedewerker
Corona is ook de fabrieken niet voorbijgegaan. Vooral veel medewerkers van vleesverwerkingsfabrieken zijn besmet geraakt met het virus. Het is niet altijd mogelijk om aan een lopende band voldoende afstand te houden van collega´s. Hierdoor kan het virus zich eenvoudig verspreiden. Een andere reden kan zijn dat veel Oost-Europese arbeidsmigranten werken in de vleesindustrie. Deze migranten wonen vaak met veel mensen in kleine huizen, worden met busjes van en naar het werk gebracht en spreken de Nederlandse taal slecht. Hierdoor heeft het virus ruim baan om zichzelf te verspreiden. In juni testten 1331 werknemers van een Duitse vleesfabrikant positief op het virus. Alle besmettingen waren te herleiden naar de fabriek. Duitse soldaten werden ingezet om de werknemers van de fabriek massaal te testen. Ook in Nederland ging het goed mis in een aantal vleesverwerkingsfabrieken. Onder andere in Helmond moest een fabriek op last van de overheid de deuren tijdelijk sluiten.
Fabrieksmedewerkers moeten zich aan de basisregels houden: vaak handen wassen en thuisblijven bij klachten. Het is echter twijfelachtig of de Oost-Europese medewerkers, al dan niet onder druk van de werkgever of tussenpersoon, bij verkoudheid niet komen werken. Daarvoor is de angst op baanverlies, en daarmee samenhangend de woonruimte, te groot. Er zijn zelfs signalen dat werknemers van een fabriek moesten doorwerken terwijl er sprake was van een coronauitbraak. Nadat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit haar dierenartsen terugtrok vanwege het besmettingsgevaar, werd de fabriek alsnog gesloten. Zonder generaliserend te zijn is wel duidelijk dat niet elke werknemer zelfstandig in staat wordt gesteld om de landelijke richtlijnen na te leven. Een tweede besmettingsgolf dreigt, ook voor de fabrieksmedewerker.
De leraar
Op zondag 15 maart sloot het kabinet per direct de scholen. De eerste coronagolf rolde Nederland binnen. Ruim twee maanden lang bleven de schooldeuren vrijwel dicht. Op afstand is geprobeerd de leerachterstanden te beperken. Vanaf 1 juni is het weer mogelijk om leerlingen naar school te laten komen. Elke school heeft de vrijheid om dit naar eigen inzicht in te vullen. Docenten worden geacht om weer voor de klas te verschijnen. Omdat de afstandsregel van anderhalve meter ook voor leerlingen onderling moest worden aangehouden, kon op de meeste scholen slechts een deel van de leerlingen gelijktijdig op school zijn.
Na de zomervakantie is deze laatste regel echter van tafel. Leerlingen onderling hoeven geen afstand van elkaar te houden. Alle leerlingen die geen gezondheidsklachten hebben mogen weer volledig naar school. Docenten moeten echter wel afstand houden van de leerlingen en elkaar. Een hele opgave in de niet altijd ruim bemeten schoolgebouwen. Het levert ook de nodige angst voor besmetting op bij met name oudere docenten. Bij volle klassen is de bewegingsruimte voor een docent flink ingeperkt. De klas inlopen is meestal niet mogelijk zonder de afstandsregel te hanteren. Ook is het maar de vraag of leerlingen hier altijd voldoende rekening mee houden.
Alle leerlingen en docenten met gezondheidsklachten moeten thuisblijven. Het leidt op moment van schrijven, nog voor aanvang van de herfst, al tot hoge ziektepercentages onder zowel docenten als leerlingen. Het echte snotseizoen moet nog beginnen.
De huidige situatie leidt tot lastige situaties op scholen. Als een omvangrijk deel van de leerlingen ziek thuis zit, hoe voorkom je dan leerachterstanden? Vallen er niet te veel lessen uit door ziekte onder docenten? Mogen docenten thuisblijven als zij een bovengemiddeld risico lopen om besmet te worden? Blijven in de winter de ramen openstaan om voldoende ventilatie te waarborgen?
De oproep vanuit het kabinet is om voor de zieke leerlingen de lessen digitaal aan te bieden. De praktijk is dat dit lang niet altijd gebeurt. Scholieren die noodgedwongen thuis zitten, missen dus de nodige lesstof. Bij praktijkvakken als gym en handvaardigheid is het niet altijd mogelijk om als docent anderhalve meter afstand te houden van leerlingen. Als het schoolbestuur en de docent allebei instemmen, mag van de afstandsregel worden afgeweken.
Eind september draaien de scholen nog met een volledige bezetting. Ondanks aangescherpte maatregelen blijven de scholen nog buiten schot. De tijd zal leren of dit zo blijft.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 2020
RMU.NU | 48 Pagina's