Zondags gewekt door orgelklanken
„Mijn vader hield ons voor dat de dienst van de Heere een liefdedienst is”
Drie keer stond ds. W. Chr. Hovius in Katwijk. De tweede periode staat zoon Cees het meest bij. Hij kwam met tegenzin vanuit Ede en vertrok na vijf jaar met weemoed naar Apeldoorn. „Zelfs in dit kale huis komen warme herinneringen boven.”
De auto wordt geparkeerd bij het voetbalveld van Quick Boys, bekend door Dirk Kuyt, de Katwijker die h ver schopte in de voetbalwereld. Het stallen van automobielen is hier gratis en je loopt met enkele minuten naar de boulevard. Dat was voor Cees Hovius (61) en zijn vrouw Meta de reden om hier af te spreken. Met voetballen heeft hij weinig. „Niet omdat het me als domineeszoon werd verboden, het ligt me gewoon niet.”
Een paar keer per jaar reist hij nog naar de kustplaats van zijn jeugd. Met stevige tred loopt hij richting zee, langs de vuurtoren. Ernaast ligt een bomschuit, het simpele vaartuig waarmee de Katwijkers in een ver verleden het net voor de kust uitwierpen. in 1966 kwam de manager commerciële zaken van de Erdee Media Groep voor het eerst naar de voormalige vissersplaats. „Van die periode is me weinig bijgebleven. De mooie herinneringen heb ik aan de tweede periode, van ’74 tot ’79. Bij het derde verblijf van mijn ouders in Katwijk waren Meta en ik al getrouwd.” Van anderen hoorde hij dat het derde beroep deels te maken had met spanningen in de gemeente. Ds. Hovius stond bekend als een bruggenbouwer. „Zelf sprak hij daar niet over. je hoorde hem nooit iets lelijks zeggen over de kerk of over de schaduwkanten van het ambt. Die hield hij voor zichzelf. Ons hield hij voor dat de dienst van de Heere een liefdedienst is.”
Kerkhaventje
Het vertrek uit Ede, in 1974, viel de domineeszoon zwaar. „Elke woensdagmiddag en zaterdag werkte ik op een boerderij. ik t vond het vreselijk dat daar een eind aan kwam. Door de stress kreeg ik zelfs eczeem. Als een soort compensatie gaven mijn ouders me een elektrische trein. Toen we hier eenmaal woonden, was het leed snel geleden. Katwijkers zijn open en hartelijk. ik voelde me thuis en kreeg veel vrienden. Zondagsavonds deden we na de kerkdienst bij een van de club een bakje. Daarna liep je wat te flaneren over de boulevard en sprak je allerlei bekenden. Mijn ouders gingen vaak koffiedrinken bij wethouder Koos van Dijk, een beer van een vent.”
De pastorie aan de B.j. Blommersstraat staat sinds het vertrek van dr. P. Veerman leeg, wachtend op een nieuwe predikant. Tot dan is hij te huur. Het pand is via kerkelijk centrum Het Kerkhaventje verbonden aan de pastorie van een confessionele dominee, voor Cees aanleiding tot een kort college lokale kerkgeschiedenis.
„Van oorsprong is Katwijk behoudend confessioneel: een gereformeerde preek met een gezang. Ds. W.l. Tukker was de eerste gereformeerde-bondsdominee.
Aanvankelijk waren de verhoudingen wat gespannen. later gingen de scherpe kantjes er wel wat af. in mijn Katwijkse jaren waren er op vijf kerkgebouwen tien predikanten: vijf bonders en vijf confessionelen. Wij gingen binnen Katwijk altijd met m’n vader mee en zaten daardoor in verschillende kerkgebouwen.”
Fijn zand
Klokslag halftien arriveert Chiel van der Bent, een van de dertig kerkrentmeesters van hervormd Katwijk, met de sleutels van de pastorie en de Oude Kerk. Via de schuttingpoort en een betegelde binnenplaats gaat hij zijn bezoek voor naar de keuken van de pastorie. in 1996 was Cees hier voor het laatst. „in dat jaar ging mijn vader met vervroegd emeritaat, vanwege zijn afnemend gezichtsvermogen.”
Het aanrecht is verplaatst naar de binnenmuur. Moeder Hovius keek nog uit op de kale binnenplaats als ze de vaat deed. „Daar zaten we te eten”, wijst Meta, die met haar man is meegekomen voor het heimweebezoek. „Nee, dit wilde ik niet missen. Ook na ons trouwen kwamen we hier nog veel en graag.”
De kamer en suite, met uitzicht op de boulevard en de vertrouwde ijstent, bleef intact. De schuifdeuren waren meestal open, tenzij de dominee bezoek ontving in de voorkamer. Dan werden ze discreet gesloten. Door de duinversterking, gecombineerd met de aanleg van ondergrondse parkeergarages, is het zicht op het strand verdwenen. Dat heeft ook voordelen, weet Cees. „Bij harde wind vanuit zee kwam het fijne zand door kieren de kamer in.”
„Op een gegeven moment hebben we deze voormuur helemaal verwijderd, om alles te isoleren”, vertelt Van der Bent. „De spouw was tot anderhalve meter hoogte gevuld met zand.”
Ook voor het huis ligt een plaatsje met enkel tegels. Tuinliefhebbers waren de pastoriebewoners niet. Het strand was een goed alternatief. Van mei tot september huurde het gezin Hovius een strandhuisje, met klapstoelen, een windscherm en andere attributen voor een gerieflijke zit aan zee. „Mijn moeder vond het heerlijk, mijn vader had er niets mee. Wel kwam hij in zijn zwarte pak zo nu en dan koffie of frisdrank brengen. Die nuttigde hij dan samen met ons, daarna ging hij weer naar huis.”
Pijpenlaatje
De eerste verdieping van de pastorie werd grotendeels in beslag genomen door de studeerkamer van de predikant. Vanwege de komst van de kinderrijke ds. A. Beens werd een deel van het vertrek omgevormd tot een slaapkamer aan de achterzijde van het huis en een gang naar twee extra slaapkamers boven Het Kerkhaventje, het verenigingsgebouw van de Andreaswijk. Cees liep voor catechisaties, vanzelfsprekend bij zijn vader, naar het kerkelijk centrum tegenover de Nieuwe Kerk. Daar zat hij wekelijks met een groep van tachtig, negentig leeftijdsgenoten. „Hier stond het bureau van mijn vader”, wijst de domineeszoon. „Daar het orgel. Hij speelde graag, alles uit het hoofd. Vooral psalmen en gezangen. Bach zat er niet bij.”
Naast de studeerkamer lagen de ouderlijke slaapkamer en die van lotte. Nelleke en de drie jongens sliepen een verdieping hoger. Cees, de tweede van de vijf en de oudste van de jongens, kreeg een pijpenlaatje van nog geen vier vierkante meter toebedeeld. „Er stond een bed en een bureautje, daarmee was het vol. Voor een kast was geen plaats. Maar kijk, ik had wel uitzicht op zee. Dat vergoedde veel. Christaan en jan Hein sliepen bij elkaar op een grotere kamer. later werd dat de logeerkamer, daar hebben we na ons trouwen vaak geslapen. Het was hier altijd goed toeven. Zelfs in dit kale huis komen warme herinneringen boven.”
Koekenbakker
Achter de pastorie ligt het Andreashofje, een rij van twaalf witte huisjes in halvemaanvorm, eigendom van de kerk. Van oorsprong waren ze bestemd voor weduwen, weduwnaars en minvermogenden. Nu zijn ze te huur voor ieder die er belangstelling voor heeft. De ruimte tussen het hofje en de woningen aan de boulevard is gevuld met hagen van heesters. Ertussen staan nostalgische stenen bankjes. „Er is in al die jaren niks aan veranderd”, stelt Cees vast. „Hier ontmoette ik vaak mijn vrienden.”
in de woning op de hoek van het hofje, de grootste van het twaalftal, woonde koster Hoek van de Oude Kerk. „in de ichthuskerk had je in onze tijd koster Koekenbakker”, herinnert Cees zich. „Op een zondag preekte er een dominee Pannekoek. Hij stelde zich bij zijn komst voor aan de koster; die zei op zijn beurt: Koekenbakker.
Waarop ds. Pannekoek geërgerd reageerde: „Denkt u dat u leuk bent?” Dat ging heel Katwijk rond.”
De monumentale Oude Kerk, amper honderd meter van de pastorie, moet weer een witte kleur krijgen. Het is een weerkerende aanslag op het budget van de gemeente. Door het zout vergrijst de steen keer op keer. „Kijk, de proefvlakken zijn al aangebracht”, zegt Van der Bent, oud-eigenaar van een schildersbedrijf. „in 2005 is hij helemaal kaal gemaakt. je blijft ermee bezig. Binnen twee jaar moet hij weer helemaal wit zijn.”
Domineesbank
Het gezin Hovius maakte bij kerkgang in de bekendste kerk van Katwijk gebruik van de achteringang, om via de statige doopkamer bij de domineesbank uit te komen. De middelste van drie statige, verhoogde banken, pal voor de kansel. Cees zat op de hoek, met achter zich de koster en voor hem de diakenen. „in de banken aan de andere zijde van de kansel zaten de ouderlingen en de kerkrentmeesters.” Na tal van jaren neemt hij plaats op het plekje van weleer. „Heel apart om hier weer te zitten. Toen ik een jaar of vijftien was, verhuisde ik naar de linkergalerij. Vanaf die leeftijd mocht je bij je vrienden zitten.”
uitslapen was er op zondag niet bij. „Mijn vader was altijd nerveus als hij moest preken. Zondagmorgen werden we gewekt door orgelklanken. in alle vroegte zat hij al achter het klavier. Om de spanning van zich afte spelen, ontdekte ik later. uiterlijk acht uur werden we door hem gewekt. „jongens, eruit. Het is héél laat.” Tegen halftien was het: „We moeten nódig gaan.” Vaak stonden we nog eerder bij de kerk dan de koster.”
De antieke klok in de consistorie hangt nog op dezelfde plek, maar geluid geeft hij niet meer. Tot treurnis van Cees. „Hij had een mooie, warme klank. Als het stil was in de kerk, hoorde je hem tot in de uithoeken.” Aan een knop hangt het pak van de koster. „in mijn tijd haalden de kosters op zaterdagavond bij de predikanten die de volgende morgen zouden voorgaan, de toga op”, herinnert Cees zich. „Die hingen ze alvast in de consistorie, als een soort service.”
Bekeken
Als domineeszoon wist hij zich meer dan andere Katwijkse jongeren bekeken. „Dat vind je zeker op die leeftijd niet altijd leuk. Op zaterdagavond zat café lindeboom vol met kerkelijke jeugd, maar als ik me er een keer vertoonde, ging er meteen een telefoontje naar de pastorie.
„Weet u waar uw zoon zit?” De toenmalige koster van de Nieuwe Kerk was berucht onder de jeugd. Als jongeren zaten te klieren, kwam hij naar hen toe en keek hen aan. Gingen ze daarna toch door, dan haalde hij hen op en zette hen binnen het doophek, voor het oog van de hele gemeente. Dat heb ik gelukkig nooit meegemaakt.”
De Nieuwe Kerk is berekend op 1600 kerkgangers, de Oude Kerk op 1200. in zijn jeugd zaten ze op zondag mudvol. „Het psalmgezang was tot ver buiten de muren te horen. Er werd gezongen op de golfslag van de zee, gedragen en krachtig. Organist Klok van de Oude Kerk, zeepverkoper van beroep, kon geweldig begeleiden.” Volgens Van der Bent is de tijd van de volle kerken voorbij. „Dit jaar hadden we veertien mensen die belijdenis deden, uit drie wijken. Mijn groep, uit 1972, telde er achtenveertig uit één wijk. De secularisatie gaat Katwijk niet voorbij.”
in september werd het aantal wijken teruggebracht van tien naar acht, nog steeds eerlijk verdeeld over bonders en confessionelen, al zijn de scheidslijnen tegenwoordig diffuser. „De diakenen van de bond zouden destijds niet collecteren bij de confessionelen”, lacht de kerkrentmeester. „Nu zit het bij ds. Van Zanden, officieel confessioneel, vol met bonders. ik ben een linkse bonder en kon altijd met iedereen overweg.”
Gebak
Ook ds. Hovius genoot door zijn irenische karakter breed waardering. „Het klinkt wat raar”, zegt Cees, „maar mijn vader was een lieve man, zowel binnen het gezin als in de kerk. Op een gegeven moment vonden enkele bonders dat zij recht hadden op de hoofdkerken van Katwijk, omdat hun predikanten de meeste mensen trokken. Daar moest mijn vader niks van hebben.”
Belangrijk was voor de bekende hervormd-gereformeerde predikant dat de zondag ook voor zijn kinderen een feestelijk karakter had. „Na de morgendienst was er altijd gebak bij de koffie en er werd op zondag extra lekker gegeten. Omdat hij meestal maar één keer in Katwijk hoefde voor te gaan, ging mijn vader vaak uit preken. ik ging dan geregeld met hem mee. Vanaf mijn zestiende jaar mocht ik het laatste gedeelte van de terugreis achter het stuur. Dat vond ik geweldig.”
De mentale aftakeling van zijn vader in later jaren, door dementie, ervoer de domineeszoon als zwaar. „Hij puzzelde altijd graag, maar uiteindelijk kon hij alleen nog woordzoekers maken. En wat orgelspelen.”„Op het laatst altijd hetzelfde lied”, zegt Meta: „Op bergen en in dalen, ja overal is God. Waar mijn gedachten zweven, of stijgen, daar is God.”
Cees knikt. „ja, dat vonden we mooi. Mijn vader heeft veel voor ons betekend. Hij heeft me gedoopt, ik deed bij hem belijdenis, ging onder hem voor het eerst aan het avondmaal, hij heeft ons huwelijk ingezegend en onze kinderen gedoopt. De oudste hebben we naar hem vernoemd. Hij was ook in geestelijk opzicht mijn vader.”
Volgende keer: met Franciska Krijnen-van Dijk naar Gameren.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 9 juli 2024
Terdege | 104 Pagina's