Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gewend Aan Kerkelijke Verdeeldheid? (Maar schuld voor God!)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gewend Aan Kerkelijke Verdeeldheid? (Maar schuld voor God!)

6 minuten leestijd

Ongetwijfeld zal in veel kerkdiensten op de Pinksterdagen en daarna zijn gewezen op de eendracht die de eerste christengemeente kenmerkte. In de eerste hoofdstukken van het Bijbelboek Handelingen wordt er bij herhaling de vinger bij gelegd: ‘En dagelijks eendrachtelijk in de tempel volhardende, en van huis tot huis brood brekende, aten zij te zamen met verheuging en eenvoudigheid des harten; en prezen God, en hadden genade bij het ganse volk. En de Heere deed dagelijks tot de Gemeente, die zalig werden’ (Hand. 2: 46 en 47).

Over die rijk gezegende tijd wordt terecht(!) hoog opgegeven. We worden er allemaal door aangesproken. Het ontroert ons. En laten we maar eerlijk zijn, we zijn er best een beetje jaloers op, en hebben er heimwee naar. Onze eigen situatie is er veelal heel ver vandaan, zeker ons kerkelijke en interkerkelijke leven. Versnippering en verdeeldheid zijn helaas aan de orde van de dag. We zijn eraan gewend geraakt. We belijden wel dat het anders hoort te zijn, maar we berusten in de ontstane situatie; die is nu eenmaal niet anders. Althans, het is uiterst moeizaam om enige verandering en toenadering te bewerkstelligen. Beseffen we wel voldoende dat we hiermee schuldig staan voor God? We moeten beschaamd het hoofd buigen.

Repeterende breuk.

Elk kerkverband heeft een eigen ontstaansgeschiedenis. Principiële overwegingen die het direct betrokkenen niet langer mogelijk maakten met elkaar op te trekken. Een breuk bleek onontkoombaar, zo heette het dan, en veelal niet te herstellen. Maar vaak speelden ook allerlei menselijke aspecten en persoonlijke kwesties een rol, bepaald door karakters, temperament en dergelijke. Wie zal dat ontkennen? Met alle respect voor al die overwegingen in het persoonlijke vlak, moet toch bedroefd worden vastgesteld dat er in de loop van de achterliggende ruim anderhalve eeuw alleen maar kerken zijn bijgekomen. Soms kennelijk aan elkaar verwant: één en dezelfde Bijbel, dezelfde grondslag en belijdenis, dezelfde leer van ‘de éne Naam tot zaligheid, de twee wegen en de drie stukken’. En dan toch een gescheiden optrekken. Wie zou niet wenen!

Dit proces lijkt wel een repeterende breuk, een getal dat in decimalen uitgeschreven niet aan een eind komt. Bijvoorbeeld: 1/3, uitgeschreven 0,3333... Dat gaat maar door, als de Heere het niet verhoedt. Een smartelijke situatie, waarvoor wij met elkaar medeverantwoordelijkheid dragen. Een situatie ook, die aan de jongere generaties die de ontstaansgeschiedenis van hun kerkverband alleen van ‘horen zeggen’ hebben, lang niet altijd is uit te leggen. Vergissen we ons als we constateren dat diverse kerkverbanden daar in toenemende mate mee worden geconfronteerd? Er wordt regelmatig gebeden of het God nog eens behagen mag bijeen te brengen wat bijeen hoort. Inderdaad, we kunnen van het wederzijdse contact tussen dr. A. Kuyper en dr. H.F. Kohlbrugge (in de negentiende eeuw) leren dat door mensen opgezet activisme niet werkt, als over de opgelopen (persoonlijke en kerk-)schuld wordt heengeleefd. Dat hield de pastor van Elberfeld zijn gesprekspartner voor. Hij had gelijk; niet alleen de kerkgeschiedenis heeft dat getoond.

Intussen is wel duidelijk welk spanningsveld zich hier aftekent. Enerzijds de wezenlijke lijn van schuldverslagenheid en verootmoediging, waar de hoogste noodzaak en prioriteit ligt, anderzijds de roeping om ‘te doen wat je hand vindt om te doen’ om toenadering en eenheid te bevorderen. Immers, de versnippering en verdeeldheid binnen en tussen kerken beperkt de werfkracht van hun boodschap, menselijkerwijze gesproken. Dus daarin kan noch mag worden berust. De generale synode van de Hersteld Hervormde Kerk heeft daarom een commissie interkerkelijke contacten ingesteld en er worden inderdaad diverse contacten onderhouden, onderwerpen met elkaar behandeld, preken van elkaar besproken en dergelijke. Maar verder, de eerlijkheid gebiedt dat te zeggen, blijven de contacten tot nu toe steken in de sfeer van ‘het (h) erkennen van elkaar’ bij het licht van Schrift en belijdenis, van het om elkaar heen blijven draaien.

Hartekreet.

Er komen zo nu en dan signalen in de openbaarheid, die bemoedigen en/of te denken geven. Eén van die is het in 2019 verschenen boekje van ds. G. Hoogerland, predikant van de Gereformeerde Gemeente te Rotterdam-IJsselmonde ‘Om vriend en broed’ren spreek ik nu’. Hij begint zijn hartenkreet met te zeggen dat de nood van een verbrokkelde kerk in Nederland hem is opgelegd. Hij acht de verdeeldheid in onze reformatorische gezindte, die zich gebonden weet aan de Schriftuurlijk-bevindelijke prediking, zonde te zijn en dus ook schuld. Hij vindt dat de kerkelijke situatie, zoals die sinds de Afscheiding in 1834 is gegroeid, bijna gewoon is geworden; té gewoon. Hij wil dat op een bewogen wijze aan de kaak stellen in zijn ‘open brief’, die hij ondertekent met ‘een lijder aan de verdeeldheid’. Hij hoopt dat velen deze nood meevoelen en meedragen; en dat er een oprechte schuldbelijdenis mag komen, omdat er alleen in die weg verwachting kan zijn dat er in een rechte weg hereniging tot stand komt van ‘wat bij elkaar hoort’. Gelukkig lijkt deze publicatie hier en daar wat in beweging te hebben gebracht. Dat is hard nodig.

Noodkreet.

Nog een dergelijk signaal. Ds. J.M.J. Kieviet, emeritus predikant in de Christelijke Gereformeerde Kerken, publiceerde een opmerkelijke noodkreet in het magazine ‘Protestants Nederland’, waarvan een deel door het RD (17-5) werd overgenomen. Hij gaf daarin een persoonlijke terugblik op een kleine twee eeuwen afgescheiden-kerk-zijn. Zijn uiteindelijke oordeel was uiterst kritisch; hij beschouwt de Afscheiding en de kerkelijke verwikkelingen daarna, uitgelopen op een soort faillissement. Daar kwam heel wat door los en op hem af. In het RD van 25 mei jl. verklaart hij zich nader. Hij beklemtoont er niet aan te twijfelen dat in de bijna 200 jaar afgescheiden-kerk-zijn ‘veel ware vreze Gods is beoefend, vanaf veel kansels een zuivere prediking heeft geklonken, Gods Geest binnen die kerken zaligmakend heeft willen werken, net zoals Hij dat deed onder hen die bleven in de kerk der vaderen’. Juist daarom is het te méér pijnlijk dat, naar hij vreest (en terecht!), veel kerken en gemeenten zich van ‘de gronden der vaderen’ (geciteerd uit de Acte van afscheiding en wederkeer van 1834) gaandeweg hebben verwijderd. Hij concludeert dan dat zij zich daarmee van hun bestaansrecht hebben ontdaan. Het zij met pijn gezegd.

Wie eenmaal het beginsel van afscheiding heeft aanvaard, de praktijk heeft het bewezen, kan moeilijk anders dan door te blijven gaan met scheuren en bre-ken. Er is daarom alle reden tot verootmoediging en bekering. In Jeremia 31 wordt daartoe de weg gewezen en het eraan verbonden perspectief geschetst.

Klaroenstoot.

De vraag is: Hoe nu verder? Wat staat ons te doen in de huidige verwarde en verwarrende kerkelijke omstandigheden? Dat is nog niet zo eenvoudig, dat beseffen we allemaal. Er is een geestelijke klaroenstoot nodig. Verootmoediging en een stuk bezinning kan ons onder beding van de gunst en zegen van God verder helpen. Vorige week kwam een boek in mijn bezit: ‘Om vrede en waarheid’ van de puritein Jeremiah Burroughs (1599 – 1646), opgenomen in de serie Puriteinse Klassieken van uitgeverij De Banier te Apeldoorn. De ondertitel is: Bijbelse remedie tegen verdeeldheid. Er zitten tal van handvatten in, waaronder heel concrete. Toch maar met elkaar aan beginnen, onder het gebed om Gods hulp, opdat de kerk in deze seculiere samenleving weer glans krijgt, als weleer na Pinksteren.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 juni 2021

Zicht op de kerk | 32 Pagina's

Gewend Aan Kerkelijke Verdeeldheid? (Maar schuld voor God!)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 juni 2021

Zicht op de kerk | 32 Pagina's