Vrijheid
Het is bijna zeventig jaar geleden. Op de ‘lagere school’, zoals het basisonderwijs toen werd genoemd, werden ons bij het vak ‘Vaderlandse geschiedenis’ de eerste Franse woorden geleerd: liberté, egalité en fraternité. Het jaar 1789 mochten we niet vergeten. Er werden wissels omgezet. Vrijheid voorop, tegelijkertijd gelijkheid en broederschap. Het werd ons ondubbelzinnig voorgehouden: dit is de geest van de revolutie. De mens wil vrij zijn. Het schrikbeeld van het latere anarchisme werd ons getekend. Ni Dieu, ni Maître (Geen God en geen meester).
Het nog steeds voortdurende streven naar vrijheid laat zien dat de mens niet werkelijk vrij is. De ingeslagen weg naar de begeerde vrijheid maakt niet vrij, maar bindt aan de vorst der duisternis. Het maakt ons tot slaven van hem die onze ondergang op het oog heeft. De enige weg tot vrijheid vinden we in Gods Woord: ‘Indien dan de Zoon u zal vrijgemaakt hebben, zo zult gij waarlijk vrij zijn.´
Het streven naar vrijheid
Het streven naar vrijheid, niet onderworpen te zijn aan de wil van een ander, heeft oude papieren. Hoe aantrekkelijk lijkt dat. De vrucht van de boom in het paradijs was een lust voor de ogen. Toen Adam en Eva gegeten hadden van die vrucht, werden de ogen geopend. Wat aantrekkelijk leek, kreeg een bittere nasmaak. We leven ruim 230 jaar na de Franse revolutie. Het streven naar vrijheid is niet minder geworden, integendeel. Telkens worden nieuwe wissels omgezet, we willen los zijn van alles wat knelt, beter gezegd, wat we vinden dat knelt. Van God en Zijn inzettingen zijn we als land en volk nagenoeg los, die hebben we grotendeels achter ons gelaten. De zondagse rustdag is er nog wel, maar wordt nog slechts door enkelen (relatief gezien) als Gods dag onderhouden. Het huwelijk is een zakelijke overeenkomst tussen twee mensen en geldt voor velen niet meer als een verbintenis waarbij ‘de een den ander trouwelijk helpe en bijsta in alle dingen die tot het tijdelijke en eeuwige leven behoren´. God lief te hebben boven alles is veranderd in liefde tot jezelf en goed voor jezelf zorgen. Zo kan ik nog wel even doorgaan. Dan ga ik het maar helemaal niet hebben over de meest recente ontwikkelingen, de vrijheid om zelf te bepalen wat je geslacht is. Wil je man zijn, of vrouw? Vrijheid lijkt geen grenzen te kennen.
Slaaf van satan
Vrijheid wordt gezien als los van alle banden. Het lijkt zo mooi. Het woord losbandigheid, dat ervan is afgeleid, laat zien dat dit niet zo is. Los van alle banden uit zich op allerlei manieren. Enkele weken geleden zagen we, nadat ‘testen voor toegang’ was ingevoerd, hoe de band van de coronabeperkingen had gekneld. We hoeven bij los van alle banden overigens niet direct te denken aan allerlei uitspattingen, zedeloosheid, verslaving enz. Het loslaten van de banden van Gods Woord kan ook op ‘een nette’ manier. Je niets aantrekken van de weg die de Heere wil en in Zijn geboden ligt opgesloten. Vergeten wordt dat we daarmee een volgeling en onderdaan van de satan zijn geworden. De zonde wordt uitgeleefd, we raken er aan verslaafd. Daarmee wordt de onderdaan tevens slaaf.
We denken wel eens dat we ons tegen satans invloed kunnen verweren. Dat is een overschatting van wie we zijn en van wat we kunnen. Dat blijkt heel duidelijk uit een onderzoek dat twee vwo-examenleerlingen van de Gomarus Scholengemeenschap in Gorinchem hebben uitgevoerd voor hun profielwerkstuk. De uitkomsten daarvan zijn in een boekje 1 samengevat dat in zeer toegankelijke taal laat zien dat ‘onder ons’ de macht en invloed van satan sterk wordt onderschat. Hij is en blijft degene die uit is op onze ondergang.
Ik citeer uit dat boekje, pag. 70: ‘Daarom is vóór alles nodig dat we wedergeboren worden, dat er nieuw leven komt. Dat zal als gevolg hebben dat we gaan walgen van de zonde. Dan zullen we zien wie wijzelf zijn en dan zullen we er naar verlangen om geen zonde meer te doen. We zullen dan ook gaan zien wie satan werkelijk is: een hater van ons en van God. We gaan er dan naar verlangen om uit satans macht verlost te worden en om onderdaan van Christus te worden.’
Onderdaan van christus
Onderdaan van Christus zijn betekent, zoals ik in de inleiding schreef, waarlijk vrij zijn. Dat betekent niet dat er geen strijd meer is, integendeel. Na het doen van belijdenis werden de belijdeniscatechisanten vaak ‘Welkom in de strijd’ geheten. Het zijn juist de onderdanen van Koning Jezus die te maken krijgen met de driekoppige vijand: satan, wereld en eigen vlees. De HC noemt in Zondag 51 dit niet voor niets ‘onze doodsvijanden’. Deze strijd houdt niet op, integendeel, daar waar satan zich zijn prooi ziet ontrukken zal hij feller tekeer gaan, maar ook listiger worden. Bij Eva verscheen hij in de slang. In de Bijbel lezen we meerdere keren dat hij bezit van mensen heeft genomen, in onze tijd neemt hij allerlei gedaanten aan. Spurgeon zegt dat hij daarbij let op onze zwakke plekken. Ook het bekende boek van Bunyan: ‘De Heilige Oorlog’ laat zien hoe listig hij is, maar ook hoe sterk. Als mensen zijn we nog wel eens geneigd ‘op het randje’ te lopen van wat nog net wel of niet kan. Juist dan is het gevaar groot om te vallen.
We hebben te strijden tegen de verleidingen van de wereld om ons heen. Het woord wereldgelijkvormigheid wordt daarbij vaak genoemd. Daar moeten we voor waken. Dat laat de Bijbel ons duidelijk zien in Jakobus 4:4, ‘Weet gij niet dat de vriendschap der wereld een vijandschap Gods is? Zo wie dan een vriend der wereld wil zijn, die wordt een vijand Gods gesteld.’ Hier wordt de lijn heel scherp getrokken. Wij willen nog wel eens een beetje ‘sjoemelen’, dan zeggen we ‘eigenlijk kan het niet’, waarmee we bedoelen dat we het toch maar doen. Niet meedoen met je vrienden, familie enz. kost vaak pijn en schept afstand. Juist bij deze dingen komt het onderscheid tussen ‘leer’ en ‘leven’ openbaar. Met de mond belijden is niet zo moeilijk, daar ook de consequenties van te nemen geeft vaak strijd. Het eigen vlees wil niet lijden.
De satan en de wereld zijn beiden zaken die buiten onszelf liggen. Eigen vlees bepaalt ons bij wie we zelf zijn. Bepaalt ons bij onze zondige natuur en alles wat daaruit voortvloeit. Dat zijn de begeerten waartegen Jakobus waarschuwt: Maar zo vaak iemand verzocht wordt, komt dit voort uit de zuiging en verlokking zijner eigen begeerte (Jak.1:14). Alleen door de kracht van de Heilige Geest kunnen we de zuigkracht van de zondige begeerten weerstaan.
Echte vrijheid
Het zoeken en verlangen naar vrijheid is er vanaf de zondeval. In onze natuurstaat zoeken we de vrijheid door los te komen van alles wat ons beperkt, door te doen wat we willen. Het brengt ons in de klauwen van de satan. Het maakt ons tot zijn slaaf.
Werkelijke vrijheid is er alleen als we de Heere Jezus leren kennen als onze persoonlijke Borg en Middelaar. Dat ik weet niet van mezelf te zijn, maar van Hem, Die met de prijs van Zijn bloed betaald heeft voor al mijn zonden. Om met Paulus te kunnen zeggen: Ik leef niet meer, maar Christus leeft in mij. Dan pas ben je waarlijk vrij. Vrij van de satan, vrij van de wereld, vrij van eigen vlees. We zoeken niet meer de vrijheid van beneden, maar staan in de geschonken vrijheid van en door Christus.
1. Roelof van Beijnum & Centwan Oosterwijk, Satan, de vijandige werkelijkheid?; bestellen voor € 11,95 via centwanoosterwijk@outlook.com
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 juli 2021
Zicht op de kerk | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 juli 2021
Zicht op de kerk | 32 Pagina's