De Consulent En Zijn Werkzaamheden (1)
De meeste kerkgangers kennen wel de aanduiding ‘consulent’. Wanneer hij in beeld komt, wie het kan zijn en wie hem aanstelt, is vaak onbekend. In dit artikel wil ik daarop ingaan. In het tweede artikel zal ik ingaan op zijn taken en bevoegdheden.
Wanneer komt een consulent in beeld?
Er zijn verschillende situaties waarbij een consulent in beeld komt en actief betrokken wordt bij een gemeente. De meest bekende is: een predikant vertrekt uit zijn gemeente naar een andere gemeente of gaat met emeritaat. Op dat moment wordt de predikantsplaats vacant en komt de consulent in beeld. (Immers: in beginsel is er al een consulent, zie verderop in het artikel bij ‘wie stelt de consulent aan’.) Dit kan echter ook als de predikantsplaats bezet is door een predikant, maar ‘als vacant wordt aangemerkt’. Dat kan bijvoorbeeld als een predikant langdurig ziek wordt, een tuchtprocedure tegen hem wordt gestart of als geconstateerd wordt dat hij langdurig zijn ambtelijk werk verzaakt. Die verschillende situaties worden beschreven in ordinantie 13, artikel 21 en 22. Zodra er geen predikant meer in het midden van de kerkenraad is, of kan zijn, wordt een consulent ingeschakeld. Op die manier zijn alle drie de ambten vertegenwoordigd.
Wie kan er consulent zijn?
Dat antwoord is vrij eenvoudig: dat betreft de dienstdoende predikanten voor gewone werkzaamheden, buitengewone werkzaamheden en bijzondere werkzaamheden. Zij zijn lid van het zogenaamde ‘breed ministerie van predikanten’ en hebben de reguliere bevoegdheden van een predikant als vermeld in ordinantie 13, artikel 2, waaronder: ‘het vervullen van een consulentschap wanneer hij daartoe wordt aangewezen door het breed moderamen van de classicale vergadering’. Emerituspredikanten kunnen dus niet als consulent worden aangewezen. Hierop is één uitzondering. Alleen in die gemeenten waar het, vanwege de beperkte omvang van die gemeente, niet mogelijk is om een predikant te beroepen, kan ervoor gekozen worden om een emerituspredikant als bijstand in het pastoraat te benoemen. Het breed moderamen van de classicale vergadering kan hem dan tevens de bevoegdheid verlenen om de kerkenraadsvergaderingen met adviserende stem voor te zitten. Hij vervult in die situatie de plaats van de consulent.
Wat is het breed ministerie?
Het breed ministerie is een vergadering van alle dienstdoende predikanten uit de classis (vroeger uit de zgn. ring). Deze vergadering heeft vooral een bezinnend karakter, bijvoorbeeld over ‘de verkondiging des Woords’, is gericht op ‘elkaars geestelijk welzijn’, ‘het delen van zorgen en ervaringen uit de gemeente’, en het bestuderen van ‘theologische, sociale, en voor het pastoraat van belang zijnde vraagstukken’. Zie hiervoor verder ordinantie 13, artikel 10. Verder heeft het breed ministerie een adviserende taak richting het breed moderamen van de classis inzake de aanwijzing en verdeling van consulentschappen. De predikanten gezamenlijk, zijn dus nadrukkelijk betrokken in de aanwijzing en verdeling van consulentschappen. Een breed moderamen zal dit advies ook zeer serieus moeten nemen. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik benieuwd ben of en op welke manier dit functioneert in de verschillende classes. De bijbehorende generale regeling dient ook nog gereviseerd te worden.
Wie stelt de consulent aan?
Het breed moderamen van de classicale vergadering wijst, na overleg met het breed ministerie, een consulent aan (ord. 11-21-4). Hoe dit overleg tussen het breed moderamen en het breed ministerie moet plaatsvinden, is niet bepaald. Dit kan zowel schriftelijk als mondeling gedaan worden. De consulent moet afkomstig zijn uit de dienstdoende predikanten uit de classis. In uitzonderlijke omstandigheden kan ervoor gekozen worden om in overleg met het breed moderamen van die classis een predikant uit een andere classis in te schakelen (ord. 11-21-5).
Het aanwijzen van een consulent moet niet pas gebeuren op het moment dat een vacature ontstaat. Op grond van ordinantie 13-21-1 moet er voor elke gemeente een consulent en een secundus en eventueel zelfs een tertius worden aangewezen. Volgens de generale regeling voor de predikantstraktementen en predikantspensioenen (GRPP), artikel 39, lid 5 ‘ziet het breed moderamen erop toe dat de consulentschappen evenredig verdeeld worden onder de predikanten’. Kortom, bij voorbaat is bekend wie in welke gemeente consulent is (en zijn vervanger) op het moment dat een gemeente vacant wordt. Dat laatste wil ik onderstrepen, de consulent komt pas in functie als de gemeente vacant is (of als zodanig is aangemerkt), anders niet.
Kan een predikant zich onttrekken aan het consulentschap?
Daarover kan ik vrij kort zijn: nee. ‘Het breed moderamen van de classicale vergadering ziet erop toe dat predikanten zich niet ‘onttrekken’ aan het consulentschap’ (GRPP, artikel 39, lid 6). Zoals we al zagen behoort het vervullen van een consulentschap tot de reguliere werkzaamheden van een predikant. Een aanwijzing van het breed moderamen tot consulent, dat hiertoe geadviseerd is door het breed ministerie (de collega’s), kan in principe niet geweigerd worden. Hierin klinkt door dat een predikant niet alleen predikant van een gemeente is, maar ook predikant van het geheel van de kerk (die hem heeft opgeleid en tot het ambt heeft toegelaten!). Uiteraard verdient het aanbeveling om een predikant in deeltijd, of een beginnende predikant in de toedeling van consulentschappen te ontzien. Een kerkenraad kan en mag zijn predikant dan ook niet verplichten om een consulentschap af te wijzen.
Hoeveel tijd mag het kosten?
In principe gaat men ervan uit dat een predikant één consulentschap heeft en maximaal twee. Volgens de GRPP, artikel 39, lid 2 ‘vergen deze twee consulentschappen tezamen niet meer dan gemiddeld 2 dagdelen per week’. Mocht het onverhoopt meer zijn dan stelt lid 3 van dit artikel: ‘dan dient het breed moderamen van de classicale vergadering, voordat het consulentschap aan de predikant wordt toegewezen, hier overleg over te plegen met de kerkenraad van de gemeente waaraan de predikant verbonden is.’
Wie betaalt de consulent?
Hiervoor is een uitgebreide regeling getroffen die gebaseerd is op artikel 40 van de GRPP 1 . De consulent declareert zijn uren en de gemaakte (reis-) kosten aan de quaestor van de classis. Deze quaestor brengt het bedrag in rekening bij de gemeente voor wie de consulent zijn werkzaamheden heeft verricht. De onkosten (denk vooral aan de reiskosten) worden door de quaestor direct aan de predikant vergoed. Omdat het vervullen van een consulentschap tot ‘de gewone ambtswerkzaamheden’ van een predikant behoort, wordt de vergoeding voor de uren betaald aan het college van kerkvoogden van de gemeente waaraan de predikant verbonden is. De gedachte is dat de predikant die uren immers niet in zijn eigen gemeente heeft kunnen werken. In overleg tussen kerkenraad en college van kerkvoogden kan, met gebruikmaking van de ontvangen consulentvergoeding, gekozen worden voor ondersteuning/hulp in het pastoraat van de eigen gemeente. In de praktijk gebeurt het ook wel dat de eigen kerkvoogdij die vergoeding vervolgens weer aan de eigen predikant als ‘extra’ uitbetaalt omdat effectief de werkzaamheden als consulent naast de werkzaamheden in de eigen gemeente komen (en de werkzaamheden in de eigen gemeente niet verminderd zijn). In ieder geval wordt door de kerkvoogdij aan de predikant een vergoeding (door)betaald indien de predikant meer dan twee consulentschappen heeft die bij elkaar meer dan gemiddeld 2 dagdelen per week vergen. De hoogte van de consulentvergoeding is opgenomen in de bijlage bij de GRPP (zgn. tabellen).
1 Zie hiervoor ook: (https://www.hersteldhervormdekerk.nl/hhk/kerkvoogd/predikanten/vergoeding-consulenten
Van belang zijn:
• Ordinantie 13, artikel 21 en 22
• Generale regeling voor de predikantstraktementen en predikantspensioenen, paragraaf XII
• Regeling voor de consulentvergoeding.
Enkele termen
Breed moderamen van de classicale vergadering
Dagelijks bestuur van de classicale vergadering, bestaande uit drie predikanten, drie ouderlingen, een diaken en met adviserende stem een quaestor (penningmeester).
Breed ministerie
Vergadering van alle dienstdoende predikanten in de classis, zowel die voor gewone, buitengewone als bijzondere werkzaamheden. Zie voor de taken van het breed ministerie van predikanten ordinantie 13, artikel 10.
Classis
Een geografisch gebied waarbinnen afgevaardigden van alle daarbinnen gelegen kerkelijke gemeenten elkaar treffen in een classicale vergadering. Binnen de HHK zijn zes classes.
Consulent
Plaatsvervanger van de predikant.
Vacant
Een predikantsplaats waarop geen predikant ‘staat’, dan wel die door het breed moderamen van de classis als zodanig is aangemerkt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 juni 2022
Zicht op de kerk | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 juni 2022
Zicht op de kerk | 32 Pagina's