De gunst van mensen en de gunst van God!

Geliefde vrienden,

De ogen des Heeren doorlopen de ganse aarde zodat er niets bedekt of verborgen voor Hem is. Doch het is een eeuwigheidsverschil of de Heere op ons neerziet in Zijn gunst of in Zijn ongenoegen. Daarom heeft David gesmeekt: "Zie op mij in gunst van boven en wees mij toch genadig Heere." Er is ook een volk op aarde, die dit bij ogenblikken mag zeggen, dat die gunst des Heeren voor hen alles is. Ja, dat die gunst meer sterkt dan de uitgezochtste spijzen. Maar die leren ook dat die gunst wel alleen van Hem moet komen, waarom David ook er aan toevoegt: "Zie op mij in gunst van boven."

Ach, hoe vaak heeft schrijver dezes bovengenoemde psalmregel gezongen en bij verschillende gelegenheden geciteerd. Doch de Heere Zelf moet ons de juiste nadruk op de woorden leren leggen! Daarom zegt David ook: "Zie op mij in gunst van boven", het werd voor hem zo persoonlijk. We hebben dan ook persoonlijk die gunst des Heeren nodig, en daarom moet het voor ons een persoonlijk gemis worden om de gunst des Heeren te begeren.

O vrienden, hoe onuitsprekelijk pijnlijk is het als we de gunst des Heeren moeten missen, maar ook hoe onuitsprekelijk groot is het als de Heere een blijkje van Zijn lieve gunst ons in Christus wil meedelen. Het houdt toch alles in, wanneer men niet alleen de bijzondere gunst des Heeren nodig heeft van boven, maar ook om die gunst te mogen ontvangen!

Dat betekent wel dat het van de aarde nooit en te nimmer kan komen. Maar dan moeten we eerst wel van ons zelf afgebracht worden om er achter te komen, dat wij het wel kunnen verzondigen maar nooit kunnen herstellen. Alsook dat men van alle mensen die op aarde wonen afgebracht moet worden. Welke pijnlijke ervaringen moet men dan ook op doen om geen betrouwen op prinsen te stellen en geen heil bij mensen te zoeken. Ach, daar moesten de vervolgingen van koning Saul en van zijn eigen zoon Absalom toe bijdragen om van alles af te zien. David zal daar ook niet altijd direct het nut van ingezien hebben, want het bracht hem juist in een moedeloze gesteldheid des harten. Maar de Heere hield Zich niet onbetuigd door hem in zijn leven omhoog te laten zien, om zijn ogen te doen opheffen naar Hem, Die alleen Zijn gunst kan geven uit Zijn hemels heiligdom.

De gunst van mensen is betrekkelijk en onbestendig, maar de gunst des Heeren is eeuwig en onveranderlijk. De gunst van mensen kan bedrieglijk en met bijoogmerken zijn, maar de gunst des Heeren is altijd oprecht en tot zaligheid van de ziel. De gunst van mensen is te verkrijgen door bepaalde handelingen zoals vriendelijk en behulpzaam te zijn en het betonen van barmhartigheid, maar de gunst des Heeren is vrij en onverdiend! De gunst van mensen is me/zse/igunst, maar de gunst des Heeren is Goddelijk:

"Die gunst heeft God Zijn volk bewezen. Opdat het altoos Hem zou vrezen."

Alhoewel Gods volk nooit zonder de gunst des Heeren is, worden zij die gunst niet altijd gewaar. Hoe heeft David, vanuit zijn benepen gemoed, gesmeekt om de blijken van 's Heeren gunst. Daarmee drukt David uit dat hij Zijn bijzondere leiding niet gewaar werd. Zijn gevoelige tegenwoordigheid niet opmerkte. Zijn hart-innemende liefde miste, de kussen van Zijn lippen op dat moment vreemd waren, de woorden des eeuwige levens niet hoorde, de reuk van Zijn oliën niet gewaar werd, en het inleiden in de kameren van de Koning hem onthouden werd. Maar toen David schuldenaar voor God mocht worden, en hij sterven zou vanwege het missen van Zijn gunst, kon de Heere Zijn gunstrijk aangezicht weer openbaren.

O vrienden, wat baat ons de gunst van mensen te hebben en de gunst van God te missen? Maar daarentegen wat schaadt het Gods volk als zij de gunst van mensen moeten missen en de gunst van God mogen ervaren?

Dan mag men alles hebben, want Gods gunst is God Zelf, zodat zij met David zich mogen sterken in de HEERE hun God, of zoals de Engelse overzetting het heeft, dat David zich mocht bemoedigen in de HEERE zijn God.

Die gunst des HEEREN geeft moed in tijden van zware verdrukking en sterkte in tijden van kruis; het geeft zelfverloochening te beoefenen en een leren afzien van alle schepselen om alleen hulp van God te verkrijgen; het doet over alle bergen van bezwaren heenzien en tot de God aller genade in Christus opzien; het doet het kruis licht achten en doet alle eigen krachten verachten; het geeft zoetigheid in het drinken van de bittere beker van tegenheden en geeft vrede in een tijd van verwarring; het geeft een verbinding aan de troon der genade en een ontbinding van de knopen der ongerechtigheid; het doet de liefde tot hun dierbare Koning opwekken en de haat tegen alles wat tegen Hem is verwekken; het doet met blijdschap hun weg vervolgen als de Moorman en de zwarigheden op de weg met opgeheven hoofden verdragen gelijk Paulus; het doet de sterkte van hun Heere grootachten en de kracht van de mens Meinachten; het doet de almacht Gods bewonderen en Zijn vrijmacht aanbidden; het doet de hemelse vreugde in Christus smaken en de vurige pijlen van satan uitblussen; het geeft een vergezicht op het land van Koning Immanuël en doet de wereld achten als het land hunner vreemdelingschap; het geeft verbinding aan degenen die Zijn bijzondere gunst nodig hebben en doet de lasten opbinden van elkaar om het voor de allerhoogste Koning neer te leggen.

O, wat houdt de gunst des Heeren toch alles in voor alles verbeurd hebbende zondaars. We kunnen dan ook niet anders zeggen dan dat die gunst des Heeren meer waard is dan al de schatten van de wereld. Ja, men zou een blijkje van Gods gunst voor geen duizenden werelden willen ruilen: "Zij zijn begeerlijker dan goud; en zoeter dan honig en honigzeem (Ps. 19 : 11). Als de Heere Zijn gunst schenkt dan schenkt Hij behalve Zijn goedheid en genade ook Zijn liefde! En juist daarom is de gunst des Heeren zo onuitsprekelijk rijk van inhoud. Die liefde, die gepaard gaat met 's Heeren gunst, is sterk als de dood, de ijver hard als het graf; haar kolen zijn vurige kolen, vlammen des HEEREN (Hooghed 8 : 6).

Laten dan de wateren van tegenheden en kruisen bruisen doch al die wateren kunnen deze liefde niet uitblussen, ja de rivieren kunnen ze niet verdrinken (7a). Die gunst des Heeren, gepaard gaande met die liefde zou men voor geen duizenden werelden kwijt willen, zodat men uitroept: "Al gaf iemand al het goed van zijn huis voor deze liefde, men zou hem ten enenmale verachten" (7b).

Ja, als de Heere die gunst aan Zijn gunstelingen schenkt, dan mogen ze ook opmerken dat 's Heeren gunst altijd over hen geweest is, ook toen zij het niet opmerken, zodat ze met David mogen zeggen: "Uw dierb're gunst is m' altoos bijgebleven", ook toen zij in duisternis wandelden en geplaagd werden door de vorst der duisternis. Ook toen zij klagen moesten van iedereen verlaten te zijn, zelfs van de God van hun vertrouwen. Maar dan mogen zij zien dat de Heere hen ook toen met Zijn gunstrijk aangezicht bescheen, zodat Hij hen bewaarde van niet te vallen in de afgrond van moedeloosheid. En wanneer satan hen plaagde hield die lieve Koning satans handen gebonden zodat zij niet omkwamen in de wanhoop. Maar Hij bewaarde hen als de appel van Zijn oog in allerlei omstandigheden en dekte hen met Zijn beschermende vleugelen. En wanneer de Heere Zijn gevoelige tegenwoordigheid verborg dan nog was de wolkkolom boven hen om hen te leiden en te beschermen.

Maar dan zal men ook weten wat het die gezegende Middelaar gekost heeft om dit voor hen te verwerven. Hij moest het gunstrijk aangezicht van Zijn Vader missen toen Hij daar hing aan het vloekhout des kruises! Hij behoefde op geen hulp en gunst van mensen te rekenen, want de soldaten bespotten Hem, de godsdienst haatte Hem en Zijn vrienden ergerden zich aan Hem en waren gevlucht. Maar het bitterste voor Hem is geweest, dat de Vader Zijn aangezicht voor Hem verborg. Juist daarom heeft Hij in die weg de eeuwige gunst van God voor Zijn gunstelingen bevestigd door Zijn borgtochtelijk lijden en sterven. En door Zijn opstanding heeft Hij de kracht verworven om de gunst des Heeren toe te passen aan de Zijnen. De blijken van Zijn gunst die zij hier mogen ontvangen zijn alreeds de voorsmaken van die eeuwige en zalige gunst die zij straks in Zijn onmiddellijke nabijheid mogen genieten. Daarom achten zij de gunst des Heeren van oneindig meer waarde dan de gunst der mensen!

Het is onze hartelijke wens en bede, dat de Heere onze lezers dit wil leren, want dan krijgt men Gods gunst liever dan de gunst van mensen.

Hartelijk gegroet, ook van onze vrouw en kinderen, en van ons die gedurig sterven moet aan het zoeken van gunst bij mensen, zodat we alleen Gods gunst zullen begeren en ontvangen!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen