Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Misleidend pastoraat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Misleidend pastoraat

Els Nannen: „Ik maak me grote zorgen over de doorwerking van pinksterideeën”

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tijdens haar dienstwerk in Oost-Europa kwam Els Nannen alle mogelijke vormen van occultisme tegen. En de bevrijdingsbediening. In haar jongste boek houdt de 80-jarige zendelinge die tegen het licht van de Schrift. „God heeft mij denk ik niet voor niets zo veel ervaringen met occultisme en bevrijdingspastoraat laten opdoen.

Haar boek is stevig aangekomen. Niet alleen in evangelische kringen, ook onder reformatorische theologen die zich bezighouden met bevrijdingspastoraat. Het heeft Els Nannen niet overvallen. „Ik weet hoe gevoelig dit onderwerp ligt. Wel vind ik het kwalijk als over mijn boek dingen worden beweerd die ik nooit heb geschreven.”

De bejaarde zendelinge, dochter van een docent aan het christelijk gymnasium in Den Haag, studeerde rechten in Leiden. Daar kwam ze door het lidmaatschap van de Nederlandse Christenstudenten Vereniging (NCSV) in contact met de Studenten Mission Deutschland, opgericht door een Amerikaanse zendelinge. „Ze nodigde mij in 1958 uit om gedurende enkele maanden een bijdrage te leveren aan het studentenzendingswerk in Berlijn. Dat heb ik gedaan.”
In dezelfde periode leerde ze Charlotte Teubner kennen, een Berlijnse zendelinge die door haar ouders was uitgenodigd. „Ze werkte voor de Amerikaanse East European Mission in vluchtelingenkampen in Berlijn, maar wist zich geroepen tot arbeid voor Trans World Radio. Via een telegram vroeg het zendingsgenootschap mij of ik haar werk wilde overnemen: kinderwerk, jeugdwerk, werk onder vrouwen. Daar had ik tijdens mijn verblijf in Berlijn al een indruk van gekregen.”

Occultisme
Haar eerste reactie was afwijzend. „Dat werk was veel te zwaar voor me. Mijn gezondheid had ernstig geleden door de oorlog. Bovendien had ik nooit kinderwerk gedaan. Dat zei ik ook tegen ds. W. Glashouwer, die ik over het telegram vertelde. ‘Heb je er al voor gebeden?’ was zijn reactie. Beschaamd moest ik ‘nee’ zeggen. Ik ben gaan bidden, maar kreeg geen zekerheid. Tot ik ontdekte dat ik helemaal niet wilde. Dan geeft God ook geen zekerheid. Pas toen ik bereid was ja te zeggen tegen Duitsland en dit werk, werd mijn weg aan alle kanten geleid.”
Aanvankelijk werkte ze alleen in het doorgangskamp Henri Dunant van het Rode Kruis, daarna ook in een Stammlager, een kamp voor niet erkende vluchtelingen. De proefperiode van drie maanden groeide uit tot bijna zes jaar. „In het doorgangskamp werd ik voor het eerst geconfronteerd met occultisme. Op dat gebied wist ik van toeten noch blazen. Een meisje dat door het kinderwerk tot geloof was gekomen, zei tegen me: ‘Tante Els, het is toch niet goed om kaarten voor je te laten leggen?’ Er bleek daar elke week een bevriende kaartlegster aan huis te komen. Dat meiske had gemerkt: ‘Dit kán niet meer’. De jaren erna kreeg ik met alle mogelijke vormen van occultisme te maken.”

Bijbels pastoraat 
In 1961 raakte Nannen betrokken bij lectuursmokkel naar de DDR. Vanaf ’64 trok ze in haar Deux Chevauxtje als onafhankelijk zendelinge door heel Oost-Europa. „Uitsluitend op uitnodiging van gemeenten die me vroegen te spreken. Ik ontmoette geestelijk rijpe christenen, gevormd door de dagelijkse confrontatie met het atheïsme. Van hen heb ik heel veel geleerd, ook op het gebied van pastoraat aan mensen die zich bezig hadden gehouden met occulte zaken.”
In Polen leerde ze het occultisme binnen de Rooms-Katholieke Kerk kennen, in Macedonië het occultisme binnen de Servisch Orthodoxe Kerk en de islam. „Soms klapperden m’n oren van wat ik hoorde. Zelfs onder de Hongaarse gereformeerden in Roemenië kwam het voor. Het pastoraat van de voorgangers met wie ik samenwerkte, was volkomen christocentrisch, in tegenstelling tot charismatisch bevrijdingspastoraat.
Ze lieten zich uitsluitend leiden door de Bijbel, zonder toevoegingen uit de seculiere psychologie en onbijbelse ideeën vanuit de charismatische beweging.
Ik heb toen als nooit tevoren de kracht en de algenoegzaamheid van de Bijbel ervaren. Dat heeft diepe indruk op me gemaakt. Zonden op occult gebied werden door deze predikers wel besproken, maar niet tot een speciale categorie gemaakt, waarvoor een specifiek pastoraat nodig zou zijn. Dat vind je immers nergens in de Bijbel.”

Docente
Op verzoek van ds. Glashouwer schreef ze het boekje Van occultisme tot bevrijding, dat in 1967 verscheen. Ook verrichtte ze studie naar de wortels en ontwikkeling van de pinksterbeweging. Van ’75 tot ’82 was ze naast haar zendingsarbeid verbonden aan de Evangelische Bijbelschool in Doorn, later ook aan de Evangelische Hogeschool. Ze doceerde onder meer antropologie, psychologie en vreemde religies.
„Daar heb ik nadien heel veel aan gehad. Als ik terugblik, zie ik heel duidelijk Gods leiding in mijn leven. In diezelfde periode kreeg ik in Duitsland voor het eerst te maken met het zogenaamde bevrijdingspastoraat. Allerlei geestelijke en sociale problemen werden verklaard uit gebondenheid aan demonen, die daarop ‘uitgedreven’ werden. Menigeen belandde daardoor in de psychiatrie.”

Ook in reformatorische kring zag ze pinksteropvattingen over demonische gebondenheid en bevrijding daarvan oprukken. „De CHE hield in 2005 een conferentie over het onderwerp, CV-koers besteedde er een jaar lang aandacht aan. Er werd heel positief op de lezingen en artikelen gereageerd, maar ik schrok me een hoedje. Eerder was me gevraagd Van occultisme tot bevrijding te actualiseren. Daar zag ik toen vanwege tijdgebrek geen kans toe. De CHE-conferentie en alles wat erop volgde, was voor mij reden om me opnieuw in het onderwerp te verdiepen, en er vanuit een veel recentere en bredere literatuurstudie over te schrijven.”

Ouweneel
In Waarlijk vrij? bekritiseert Nannen ook uitspraken van prominente reformatorische theologen als dr. J. Hoek en dr. M.J. Paul. „Die hebben te diep in het pinksterglaasje gekeken. Ze putten te veel uit charismatische bronnen.”
Een van de belangrijkste aanjagers van deze ontwikkeling is in haar optiek dr. W.J. Ouweneel. „Die heeft door zijn ongelooflijke kennis en bespraaktheid een enorme invloed.
Men heeft wel eens tegen mij gezegd: ‘Hoe durft u in te gaan tegen iemand die drie keer is gepromoveerd? U bent geen theoloog, laat staan professor.’ Dat is waar, maar ik heb wel de Bijbel. Voor het verstaan daarvan is heel belangrijk dat je heilshistorisch denkt en dat je nauwkeurig leest wat er staat, in relatie met de context.
Voor het beoordelen van pinksteropvattingen moet je bovendien onderzoek doen naar de wortels ervan.
Zoals ik ook onderzoek heb gedaan naar de wortels van de verschillende richtingen in de moderne psychologie. Veel christenen nemen klakkeloos allerlei opvattingen over, zonder zich te verdiepen in de vooronderstelling waar ze uit voortkomen.”

Ander Evangelie
De zendelinge uit Driebergen weet zich geroepen om mensen te waarschuwen tegen het afwijken van de eenvoudigheid die in Christus is. „God heeft mij denk ik niet voor niets zo veel ervaringen met occultisme en bevrijdingspastoraat laten opdoen, in zo veel landen. Ervaringen die ik nooit heb gezocht. Ik maak me grote zorgen over de doorwerking van pinksterideeën, zelfs bij sommige predikanten in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt.
Het begint al bij de misvatting dat door de duivel de zonde in de wereld is gekomen. De enige rol die satan in het paradijs heeft gespeeld, is die van verleider. Door de ongehoorzaamheid van de méns is de zonde in de wereld gekomen, zegt Paulus. Jezus Christus is het Lam Gods dat de zónde wegneemt.
Een andere kardinale misvatting is, dat het belijden van zonden op occult gebied niet genoeg is. Daar moet óns bevrijdingspastoraat op volgen, om de macht van de zonde die is beleden te verbreken. Alsof Jezus niet heeft uitgeroepen: ‘Het is volbracht!’ en Zijn offer niet toereikend is. In zijn verantwoording tegenover koning Agrippa vertelt Paulus hoe Jezus hem riep tot verkondiging van het Evangelie onder de heidenen.
‘Om hun ogen te openen, opdat zij zich bekeren van de duisternis tot het licht, en van de macht van satan tot God, opdat zij vergeving der zonden ontvangen.’ De Heere Jezus zet daar een punt, maar diverse bevrijdingsleraars niet. Hun praktijk zegt dat bekering en schuldbelijdenis onvoldoende zijn. De verantwoordelijkheid om dat te bestrijden, ligt zwaar op m’n hart. Het gaat hier niet om wat andere, door de kerk verwaarloosde accenten. Het is een ander Evangelie.”

Bijval
Naast kritiek van evangelische voorgangers en door haar bekritiseerde reformatorische predikanten en hoogleraren kreeg Els Nannen ook bijval. „Uitgerekend van mensen die tot over hun oren in de pinksterbeweging zitten, en steeds meer vragen kregen bij bevrijdingspastoraat. In Waarlijk vrij? vonden ze de antwoorden op hun vragen. Daarmee is het schrijven van dit boek voor mij al beloond, al hoop en bid ik dat bij nog meer lezers de ogen opengaan.”
De opmars van pinksteropvattingen is voor de strijdlustige oud-zendelinge een bewijs van gebrek aan gezond geestelijk leven. „Vooral in de tijd van het communisme heb ik in Oost-Europa veel zuiver christendom gezien. Mensen die niet een mystieke ervaring zochten, maar echt uit het geloof leefden. Deze christenen hadden genoeg aan de Bijbel, die ze door en door kenden. Ik vind het heel verdrietig dat jonge mensen dit soort christenen nauwelijks meer ontmoeten.”
Veelzeggend is voor Nannen dat het enthousiasme voor eigentijdse openbaringen samengaat met een afnemende Bijbelkennis. „Die is vandaag bij de meeste christenen minimaal. Zelfs predikanten beweren over een Bijbeltekst soms het tegenovergestelde van wat er werkelijk staat. Dat krijg je als de Bijbel niet meer je enige maatstaf is. Of als je die onnauwkeurig leest en citeert. Dan komen vanzelf ontsporingen.”

N.a.v. ‘Waarlijk vrij? Bevrijdingspastoraat in het licht’, door Els Nannen; uitg. Voorhoeve, Kampen,
473 blz.; prijs € 29,50.


 


Schuldige of slachtoffer
Bevrijdingspastoraat was lang een kenmerk van charismatische groepen. Inmiddels komt het ook in de reformatorische wereld op. Het zou een ten onrechte genegeerde roeping en gave van de christelijke kerk zijn. Van die gedachte laat Els Nannen weinig heel. In het bijna 500 pagina’s tellende Waarlijk vrij? Bevrijdingspastoraat in het licht legt ze de wortels van het bevrijdingspastoraat bloot.
Kern van haar kritiek is, dat de zondeval en veel van wat daaruit voortkwam, wordt gedemoniseerd. Daardoor komt de verantwoordelijkheid voor het kwaad buiten de mens te liggen. Hij is niet langer schuldige, maar slachtoffer. Zonde en genade maken plaats voor demonische gebondenheid en bevrijding.
De demonische gebondenheid, in het charismatische denken soms het gevolg van niet beleden zonden in het voorgeslacht, kan en moet worden ‘verbroken’ door mensen die daarvoor bijzondere gaven van de Geest zouden hebben ontvangen. De centrale plaats van Jezus verschuift daardoor naar de Heilige Geest en uiteindelijk naar de persoon van de exorcist. Als nieuwe middelaar.
Voor Els Nannen wijst die ontwikkeling niet op groeiend geestelijk inzicht, maar op ontbrekend zicht op de kernboodschap van de Schrift. Bevrijdingspastoraat maakt mensen volgens haar niet vrij, maar bindt ze. Bij een ondervragen van demonen is sprake van ‘christelijk’ spiritisme in een pastorale context. „Een boven Gods Woord uitgaande demonologie leidt per definitie tot een boven Gods Woord uitgaand pastoraat”, zo concludeert de auteur van Waarlijk vrij?
Eerder publiceerde Els Nannen (in zowel het Duits als het Nederlands) over onderwerpen rond de Bijbel, psychologie en pastoraat en alternatieve geneeswijzen. In 2003 verscheen van haar hand C.G. Jung – der getriebene Visionär, een studie over de Zwitserse psychiater en psycholoog Carl Gustav Jung, grondlegger van de analytische psychologie.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 mei 2011

Terdege | 84 Pagina's

Misleidend pastoraat

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 mei 2011

Terdege | 84 Pagina's