Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Luthers betekenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Luthers betekenis

(31 oktober 1517)

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er is in de loop der eeuwen zeer verschillend gedacht over de betekenis van Luther en zijn werk, cn dus ook over zijn daad op 31 okt. 1517. Daar een relaas van te geven is niet mogelijk mede wegens de beperkte ruimte. We zouden dan nl. gedwongen zijn niet alleen een heel stuk kerkgeschiedenis, maar ook een heel stuk cultuurgeschiedenis weg te geven. Want niet alleen binnen maar ook buiten dc Kerk heeft men zich met Luther beziggehouden en gevraagd naar de betekenis van zijn persoon en werk. Ik denk in dit verband o.a. aan de grote (cultuur) filosoof Friedrich Hegel, die Luther op zijn manier wist in te passen in de geschiedenis van het menselijk denken; of aan Ernst Troeltsch, die als cultuurhistoricus zich diepgaand bezonnen heeft op de plaats en betekenis van dc Reformatie in de Westerse geschiedenis. Het opvallende is, clat er onder al deze filosofen en historici zo weinig overeenstemming is inzake Luthers betekenis. Ieder van hen heeft de Reformatie toch ook weer met eigen ogen bekeken, en vanuit eigen ideeën en maatstaven er over geoordeeld. Er is een enorme verscheidenheid in ..Lutherbeelden".
Maar dat vinden we niet alleen buiten de kerk, op het brede terrein van dc filosofie en de cultuurgeschiedenis, ook binnen de kerk, bij theologen van allerlei slag. Ook hier hetzelfde verschijnsel clat men zich menigmaal een „Luther" heeft gevormd naar eigen beeld en gelijkenis. Zo zou men kunnen spreken over een orthodoxe, maar ook over een vrijzinnige Luther: over een piëtistische, maar ook een rationalistische Luther; en de nieuwste creatie is de existentialistische Luther. Het schijnt dus wel erg moeilijk te zijn de ware, echte Luther in het vizier te krijgen: hem te zien zoals hij werkelijk was.
De laatste tijd zijn vooral de historici naar deze werkelijke Luther op zoek. In 1955 verscheen het boek van ccn rooms-katholieke Christiani onder de pretentieuze titel: „Luther — wie er wirklich war". Het werd ingeleid door de beroemde Daniël Rops, die als historicus ongetwijfeld zijn sporen verdiend heeft. En toch is het resultaat teleurstellend. Uiteindelijk was de reformator, hoe geniaal ook, en hoezeer ook een gewoon mens zonder uitgesproken boosaardige bedoelingen, een armzalige figuur — wat vooral zijn sterfbed zou hebben uitgewezen. Heel wat sympathieker is het boek van de eveneens rooms-katholicke John M. Todd, Maarten Luther (Ned. vert. Roermond 1965), hier inderdaad een Luther-beeld, dat — althans historisch — de werkelijke Luther benadert; dat is tenminste ónze indruk van dit boek.
Uit de enorme hoeveelheid gegevens, willen we nu slechts enkele dingen naar voren halen, die men ten onrechte op Luthers rekening heeft gezet. 1. Luther zou de grondlegger zijn van de moderne Schriftkritiek. Gretig verwijst men ons dan naar enkele uitspraken die dc reformator zich veroorloofd heeft, bv. over het boek Esther (dat het te joods is), en vooral over de Brief van Jacobus (een strooien brief: met „Japie" moet de kachel worden aangemaakt). Deze en dergelijke uitspraken zouden cr op moeten wijzen, dat Luther vrij en kritisch tegenover de Schrift stond. En de moderne Schriftkritici voelen zich daar dan door gesteund, ze zien zichzelf toch ook nog ergens in de lijn der Reformatie.

Het lijkt me toe, dat we twee dingen hierop moeten zeggen. Ten eerste, het is waar, dat Luther vrij stond tegenover de Schrift, en dat die vrijheid op bepaalde momenten de vorm van kritiek aannam. Maar de vraag is nu wat voor een „vrijheid" dit was. Of het ook dezelfde vrijheid was die men zich in de moderne Schriftkritiek aanmatigt, betwijfel ik ten zeerste. Het was een vrijheid in gebondenheid. Men leze Luthers geschriften zelf! Er is geen bladzijde bijna waarin hij niet blijk geeft van zijn gebondenheid aan het Woord Gods, en dat Woord Gods is voor hem Jezus Christus en het getuigenis der apostelen en profeten. Het klinkt paradoxaal, maar juist deze gebondenheid aan Gods Woord, aan Jezus Christus, aan het Evangelie gaf Luther vrijheid ten aanzien van de letter der Schrift; hij was geen letterknecht. Vanuit Calvijn en de gereformeerde traditie gezien moeten we zeggen, dat Luther in deze vrijheid weieens te ver ging, op ethisch gebied (b.v. ten aanzien van de zondagsviering), en ook ten aanzien van de H. Schrift. Hij had Jacobus niet zo scherp tegenover Paulus behoeven te zetten; en ook het boek Esther is heus wel in onze canon te plaatsen. Maar ik zou daartegenover willen stellen, dat we rekening moeten houden met Luthers impulsieve aard, hij was nu eenmaal iemand die weieens wat doorsloeg. En verder, zijn woorden moeten niet steeds op een goudschaaltje gewogen worden; hij zei de dingen vaak wat pikant en kon bij een andere gelegenheid het weieens heel anders zeggen; zo ben ik ook over Jacobus heel veel waarderende woorden, bv. in zijn preken, tegengekomen. En vooral, op de achtergrond van al wat Luther gezegd en gedaan heeft staat een ongelofelijk grote liefde voor de H. Schrift en een enorme bestudering van de Schrift — waar zowel de moderne Schriftkritici als ook wij allen ons aan spiegelen kunnen!

Mijn tweede opmerking is, dat de praemissen, de veronderstellingen waarvan uitgegaan wordt toch wel heel erg verschillend zijn als we Luther vergelijken niet de Schriftkritici die zo graag zich op hem beroepen. Bij Luther was de rechtvaardiging door het geloof dé maatstaf waarnaar hij alles beoordeelde, dé sleutel die hem toegang gaf tot de H. Schrift. Ik dacht dat niemand zou durven zeggen, dat in de moderne Schriftkritiek dit ook zo is. Hier staat veel meer het moderne relativisme op de achtergrond. De kennis van andere heilige boeken, kortom de kennis van de religieuze wereldliteratuur, én de kennis van de oude beschavingen zijn aanleiding geworden tot een kritisch en sceptisch lezen Van de H. Schrift: de ménselijke kant van de Schrift wordt overbenadrukt, ze wordt fenomenologisch (als verschijnsel) bekeken, met als gevolg dat men gaat schiften, kritiseren en zelfs 2 schrappen — waarbij iedere onderzoeker de vrijheid neemt om zich een bijbel te vormen naar eigen inzicht, zodat de één verwerpt wat dc ander handhaaft en omgekeerd. Het verschil met Luther is hier wel zeer groot. Hem de grondlegger te noemen van de moderne Schriftkritiek is, hoe men het ook bekijkt, ten enenmale onjuist.

2. Luther zou dc moderne tijd hebben ingeluid. Staande op de grens van middeleeuwen en nieuwe tijd zou hij reeds tot die nieuwe tijd behoord hebben, een „modern mens"' zijn geweest. Men wijst in dit verband nog al eens op ccn van zijn laatste woorden die hij sprak voor keizer Karei V op de Rijksdag te Worms; hij beriep zich daar op zijn „geweten"', zijn geweten verbood hem te herroepen wat hij geleerd had. En is dat niet juist het kenmerk van de moderne mens, dat hij zich ontworstelt aan alle instanties buiten hem, om de directieven voor zijn leven enkel te ontlenen aan wat zijn „innerlijk" (noem het eventueel: zijn geweten) hem zegt? Luther heeft dynamiet gelegd onder heel het autoriteitsgeloof van de middeleeuwen, het geloof verinnerlijkt, vermenselijkt. In die lijn kan men dan zelfs de huidige secularisatie, wat haar begin betreft, op rekening van Luther zetten.

Weer zou ik twee dingen willen antwoorden. Ten eerste dat ook hier weer Luther wordt misverstaan. en ten tweede dat in geen geval op dit gebied de hoofdbetekenis van Luthers optreden moet worden gezocht.

Op de Rijksdag te Worms heeft Luther inderdaad gesproken over zijn geweten: maar letterlijk zei hij, dat zijn geweten in het Woord gevangen was. Dus geen autonoom geweten! Niet het geweten was het eigenlijke kompas in zijn leven, maar het Woord. Evenwel, dat Woord was niet slechts een Woord boven cn buiten hem, het resoneerde in hem, hield zijn geweten gevangen. Hiermee stond Luther inderdaad tegenover het geloven-op-gezag dat de Roomse kerk de mensen aanpraatte, maar het had niets te maken met het modern-mens-zijn van tegenwoordig.

En dan, of Luther wel werkelijk zozeer met zijn aangezicht stond naar een nieuwe tijd, zoals soms beweerd wordt, is zeer de vraag. Er is op dit punt onder de cultuurhistorici zelf nogal verschil van gevoelen. Er zijn er die sterk de nadruk leggen op wat zij zien als nog middeleeuwse resten bij Luther. En er zijn er zelfs die, geheel overslaande naar de andere kant, juist in Luther nog een typisch laat-middeleeuws mens zien. Men is het er dus niet over eens hoe en waar men hem, cultuurhistorisch, plaatsen moet. Dit onderzoek mag, ons inziens, er zijn en het mag ook voortgaan. Maar bezwaar hebben we er tegen als men Luthers werk uitsluitend vanuit deze gezichtshoek bekijkt. Luthers hoofdbetekenis ligt elders.

3. Nog even hebben we het over de existentialistische Luther. Dat is het nieuwste wat van hem beweerd wordt. Men noemt dan Bultmann, die zou dc lijn van Luther hebben doorgetrokken, met name van de jonge Luther, die nog niet zo orthodox was. Een objectieve geloofsinhoud zou voor deze jonge Luther nauwelijks bestaan hebben; waar was enkel wat waar was voor hém. Van hieruit is er een nieuwe waardering groeiende voor het Pietisme en haar visie op Luther.

Naar onze mening zit er zeker wat in, als men Luther ook zo eens bekijkt; maar het is tc eenzijdig. Juist ook Luthers preken — en als hij érgens existentieel zou moeten hebben gesproken dan toch zeker daar — hebben me geleerd dat het niet mogelijk is een existentialistische (eventueel: een piëtistische) Luther tc stellen tegenover een orthodoxe. De waarheid was voor Luther meer dan hij er zelf op een bepaald moment van zag en ondervond. In zijn preken vinden we hele beschrijvingen b.v. van Christus' godheid en van de „laatste dingen", geheel overeenkomstig het getuigenis der Schrift: er was bij Luther een eerbiedig aanvaarden daarvan: en ik acht het dan ook ontoelaatbaar om dit te rekenen tot de „onverteerde stukken" of Fremdkörper in zijn theologie.

Wat Luthers betekenis dan wèl is geweest? Daarover in het kort een paar opmerkingen. Hijzelf heeft deze betekenis hierin gezien, dat hij het Evangelie opnieuw aan het licht bracht. Dat Evangelie was nooit geheel ten onder gegaan. Luther noemt met kritische waardering mannen als Bernard van Clairveau. Franciscus van Assisi, Tauler en zovele anderen. Maar toch, ook bij hen ging het evangelie schuil. Het kwam niet voldoende uit de verf dat de mens zonder énige verdienste enkel door het geloof in Jezus Christus voor God rechtvaardig is en behouden wordt. Dit Evangelie of wel het Woord Gods lag bedekt onder een hele laag van menselijke woorden en inzettingen. Hier richtte zijn kritiek zich dan ook tegen het pausdom, voor hem het summum van alle antichristelijkheid. De wet heeft over het Evangelie geheerst. Terwijl de kerk de taak heeft de weg naar Christus te wijzen, heeft zij door haar geboden en wetten die weg belemmerd. Zij heeft niet het geloof onderwezen, maar haar eigen wetten. De werken, zoals bidden, vasten, boetedoeningen doen, naar de kerk gaan. geld geven aan dc kerk en haar instellingen, werden de weg tot de zaligheid. Dat betekende tevens een verschrikkelijke veruitwendiging van heel de godsdienst. Het hart van de mens deed er nog maar nauwelijks toe. Zo ging alle ware geloof ten onder, werden de mensen misleid voor eeuwig. Maar Gode zij dank, het Evangelie kwam weer aan het licht. Nog op zijn sterfbed heeft Luther daar God voor gedankt: Ik dank U dat Ge mij Uw Zoon, Jezus Christus geopenbaard hebt. Van hieruit kwam het tot een Reformatie. Er moest een andere kerk komen dan de Roomse. Niet een nieuwe kerk, maar een die rustte op het getuigenis deiapostelen, ccn gezuiverde kerk. Ja alles werd omgekeerd. Vanuit dit ene: het her-ontdekte Evangelie. In de kérk, maar ook in de samenleving — inderdaad heeft Luther ook cultuurhistorische betekenis gehad, maar hij heeft die niet als eerste levensdoel gezocht, ze was een gevolg van zijn nieuw verstaan van het Evangelie en de prediking daarvan. Luthers prediking bleef nl. niet beperkt tot de enkele mens, zijn zieleleven. Daar zette ze wel in, maar dan strekte ze zich ook veel wijder uit. Hij greep alles aan: het gezin, de overheid, de maatschappij, enz. De invloed daarvan is er tot op deze dag. Het proces kwam op gang op die befaamde dag 31 okt. 1517. Zo gezien hebben ook wij heden nog met die dag te maken. Wc kunnen onze God voor die dag dankbaar zijn!

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 oktober 1966

Protestants Nederland | 12 Pagina's

Luthers betekenis

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 oktober 1966

Protestants Nederland | 12 Pagina's