Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lezen in  „De navolging van Christus”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lezen in „De navolging van Christus”

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

mm BLOEMLEZINGEN UIT DE KERKGESCHIEDENIS

door P Vermeer, Epe'^m

D E vorige keer gaven we iets door over het ontberen van vertroosting. De lezer kan het vinden in hoofdstuk 9 (niet hoofdstuk 8 zoals onjuist stond vermeld) van Boek II. In hoofdstuk 10 schrijft Thomas a Kempis over de dankbaarheid voor Gods genade. Ter overdenking de volgende regels:

„Wie door de gave der genade onderwezen en door haar zeer smartelijke onttrekking geoefend is, zal het wel niet onderstaan zichzelf iets goeds toe te schrijven, veeleer zal hij gaarne belijden dat hij arm en naakt is.

Geeft Gode wat Godes is, en schrijft uzelf toe wat het uwe is.

Dit betekent: ken alle genade aan God toe, en aan uzelf alleen alle schuld, en besef dat gij door uw schuld strafwaardig zijt.

Zet u altoos op de laagste plaats, dan zal de hoogste plaats u gegeven worden, want het hoogste heeft geen vastheid zonder het laagste.

De grootste heiligen voor God waren immer de geringste in eigen ogen.

Hoe hoger zij in ere stonden, des te nederiger waren zij in zichzelf.

Vervuld van de waarheid en van de hemelse heerlijkheid, waren zij niet begerig naar ijdele glorie.

Gegrond en bevestigd in God, konden zij nooit hoogmoedig wezen.

Wie alles wat zij goeds ontvingen, Gode toeschrijven, nemen geen eer van elkander. zij zoeken de eer die van God alleen is. Hun hoogst verlangen is het, dat God in hen en in alle heiligen geprezen worde, en daarop is voortdurend hun oogmerk gericht. Wees daarom dankbaar voor het geringste, en gij zult waardig bevonden worden ook het grootste te ontvangen.

Laat het minste u het meeste zijn, en het onaanzienlijke gelde u als een bijzonder geschenk.

Zo gij op de waardigheid van de Gever ziet, zal geen gave u klein of ook al te gering voorkomen.

Want niets is klein, dat ons geschonken wordt door de allerhoogste God. Ook wanneer Hij u straffen en tuchtigen zou, moet gij dankbaar wezen, omdat het alles tot onze zaligheid dient, wat Hij over ons doet komen."

Ongetwijfeld geeft het bovenstaande voldoende stof om over na te peinzen en kan, zo denken we, voor menigeen heel wat nut opleveren tijdens de reis door dit pas begonnen jaar. Als het goed is, is ons leven een oefenschool in de dankbaarheid. Overigens, ware dankbaarheid kan nooit los worden gezien van het kennen van de eigen ellende vanwege zonde en schuld en van het waarachtig kennen van de Zaligmaker door een waar geloof en daarmee van het persoonlijk deelhebben aan de verlossing, die in Christus Jezus is. De trits van de Heidelberger: ellendeverlossing-dankbaarheid, is onopgeefbaar!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 januari 2003

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Lezen in  „De navolging van Christus”

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 januari 2003

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's