Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERK EN KERKRECHT 120

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERK EN KERKRECHT 120

DE DORDTSE KERKORDE, artikel 30b (2)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

120

In meerdere vergaderingen zal men niet handelen, dan 't gene dat in mindere niet heeft afgehandeld kunnen worden, of dat tot de kerken der meerdere vergadering in 't gemeen behoort.

Artikel 30 zegt dat er op de kerkelijke vergaderingen op kerkelijke wijze moet gehandeld worden. Dat is nimmer heersend en dwingend, maar altijd broederlijk en eenvoudig. Een kerkelijke behandeling betekent ook, dat op meerdere vergaderingen de te behandelen zaken alleen door de gemeenten aan de orde gesteld kunnen worden. De kerkeraden moeten de zaken ter behandeling op de classes brengen, de classes brengen de zaken ter behandeling op de Partikuliere Synodes en de Partikuliere Synodes brengen de zaken ter behandeling naar de Generale Synode. Zo bepaalde reeds de kerkorde van Groningen 1595: Er zullen geen andere gravamina dan die door de classes overgeschreven zijn, op de Synode behandeld worden. Een jaar tevoren besloot de Synode van Deventer (1594): „Om alle goede orde en vrede in de gemeente Gods te onderhouden, besluiten de broeders van de synode, dat de gravamina, welke in elke stad of gemeente mochten voorvallen, de synode wettelijk voorgedragen zullen worden door instruktie of credentie van de gevolmachtigden of gedeputeerden van ieders kerkeraad. En indien dan iemand in enige gemeente enige gravamina of zwarigheden heeft, zal hij die in zijn kerkeraad naar christelijke ordening aandienen, opdat die door de gevolmachtigden en niet door anderen, particulieren, aan de Synode mogen voorgesteld worden".

De kring van zaken, die op de meerdere vergaderingen behandeld worden, is beperkt. Art. 30 heeft dit beginsel dat de Synode van Embden 1571, reeds uitsprak, ook vastgesteld, in het 2e gedeelte. Hiermede wordt de zelfstandigheid en de vrijheid van de plaatselijke gemeente verzekerd, en tevens de kring van bevoegdheid van de meerdere vergaderingen afgebakend. In de eerste plaats behoort dan tot de bevoegdheid van de meerdere vergadering, te handelen over datgene wat in de mindere vergadering niet kan afgehandeld worden. Dit zijn dan de zaken waarin de plaatselijke kerkeraad de hulp inroept van de classis, of een lid zich beroept op een meerdere vergadering daar de kerkeraad niet in staat is dit lid te bevredigen. Ditzelfde geldt voor de classes wat betreft de Particuliere Synode, en voor de P.S. wat betreft de Gen. Synode.

De gereformeerden hebben dit beginsel uitgesproken niet alleen om het recht en de zelfstandigheid van de plaatselijke gemeente te handhaven, maar ook om te voorkomen dat allerlei zaken van de mindere vergaderingen zonder noodzaak op de meerdere vergaderingen gebracht zullen worden en deze vergaderingen met te veel werk zouden overladen worden. Classes en synoden zouden dan hun werkzaamheden tot het oneindige moeten uitrekken. Voetius heeft er reeds op gewezen dat de kerkorde zeer behoedzaam waakt dat er niets in de Synode behandeld moet worden dan wat in de kerkeraden en classes niet afgehandeld kan worden. En ook dat de gereformeerden zich zorgvuldig voor de boosaardige ziekte moeten wachten om van een synode een soort kerkeraad te maken, zoals bij Rome alles door de paus, de kardinalen en de bisschoppen wordt geregeld. De synoden moeten wel een cumulatieve (samenbrengende), maar geen berovende macht zijn. De leiding van de plaatselijke gemeente en de verzorging van de leden blijft altoos in de handen van de kerkeraad. Ook de verkiezing van ambtsdragers is het onvervreemdbaar bezit van de plaatselijke gemeente, behalve dan in plaatsen waar nog geen gemeente is geïnstitueerd en een kerkeraad ingesteld moet worden. Dan geeft de classis leiding, hoewel toch de roeping tot het ambt uitgaat van de plaatselijke gemeente. Geen enkele meerdere vergadering heeft de bevoegdheid aan een gemeente een predikant te sturen of een ouderling en diaken aan te wijzen, zoals de bisschop bij Rome dit doet.

Anderzijds kan een zaak op een meerdere vergadering komen, wanneer de kerkeraad zelf niet in staat is om een bepaald geval op te lossen. Er kan onenigheid in een gemeente zijn en de leden der gemeente klagen langs de kerkelijke weg bij een meerdere vergadering over him aangedaan onrecht. Zij kunnen een meerdere vergadering vragen aan de wanorde of aan de verkeerde toestand in'een plaatselijke gemeente een eind te maken. In deze gevallen kan geen enkele plaatselijke gemeente en kerkeraad de bevoegdheid ontnemen aaneen meerdere vergadering om zulke klachten te onderzoeken en te proberen de verkeerdheden uit een plaatselijke gemeente weg te nemen. Deze klachten behoren tot datgene wat art. 30 zegt: „of dat tot de kerken der meerdere vergadering in 't gemeen behoort" en onder het recht van appèl, waarover art. 31 nader handelt.

's-Gravenhage

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 juli 1967

De Saambinder | 4 Pagina's

KERK EN KERKRECHT 120

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 juli 1967

De Saambinder | 4 Pagina's