Een op de tien
Een op de tien moslims in Nederland keurt volgens een recente Intomart-enquête de aanslagen in de VS goed. Bij de hier wonende Marokkanen is dat zelfs een op de vier. Is die uitkomst verontrustend of valt dat mee?
Voor we ons laten verleiden om daarover uitspraken te doen, is het van belang te bedenken dat we de waarde van deze cijfers niet moeten overschatten. In de eerste plaats is het altijd moeilijk om onderzoek te doen onder allochtonen. Onder hen is de bereidheid om aan enquêtes mee te doen nog lager dan bij de rest van de bevolking. Taalproblemen en beduchtheid over de consequenties die het zou kunnen hebben wanneer je openlijk je mening geeft, spelen daarbij een rol.
Daarbij komt dat er altijd al een zekere drang is om sociaal-wenselijke antwoorden te geven. Aanhangers van extreem linkse of extreem rechtse partijen zijn bij verkiezingsenquêtes veelal ondervertegenwoordigd. Mensen die standpunten huldigen die sterk afwijken van hetgeen in de samenleving aanvaardbaar en gewenst is, moeten altijd een bepaalde drempel overwinnen om daar openlijk blijk van te geven.
Dat betekent dat onder de Nederlandse moslims de steun voor Bin Laden wel eens groter zou kunnen zijn dan uit die Intomart-enquête naar voren komt. Uitkomsten van enquêtes worden ook altijd sterk bepaald door de vraagstelling. Bij een eerder gehouden enquête waarin moslims gevraagd werd of zij begrip hadden voor de aanslagen, zei bijna de helft ja.
In ieder geval is het aannemelijk dat onder de miljoenen moslims in de VS en West-Europa ook de fundamentalistische stromingen hun aanhang hebben. Dat gaat dan al gauw om duizenden, zelfs tienduizenden mensen. Dat wil nog niet zeggen dat al die fundamentalisten desgevraagd bereid zijn tot zelfmoordacties. Maar zij vormen wel een milieu waaruit extremistische moslimorganisaties mensen kunnen rekruteren en waar zij over allerlei faciliteiten kunnen beschikken.
Uiteraard ondervinden de moslimminderheden in de westerse wereld de weerslag van de terreuracties van Bin Laden. Islamieten, met name traditioneel geklede islamieten, worden bedreigd, moskeeën en islamitische scholen worden beklad of in brand gestoken.
Die reacties zijn wel enigszins te begrijpen, maar natuurlijk niet goed te praten. Ze werken ook gemakkelijk averechts, doordat ze de aversie van de hier wonende moslims tegen de westerse maatschappij versterken. De kans is dan groot dat steeds meer van hen sympathie krijgen voor extremistische bewegingen en die zelfs gaan steunen. Dat moeten we uiteraard voorkomen.
De kunst is altijd om de verdeeldheid in de kring van je (potentiële) tegenstanders zo groot mogelijk te laten zijn. Niet om ze op een hoop te jagen. Gelukkig is er ook in de moslimwereld sprake van een grote verdeeldheid en onderlinge vijandschap.
Hier wonende moslims moeten zich aan onze rechtsregels houden. Extremistische groepen moeten goed in de gaten gehouden worden, zeker wanneer zij onder de dekmantel van de islam opereren. Bovendien zijn de dramatische gebeurtenissen van deze maand ook een reden om de toestroom van moslims naar de westerse wereld af te remmen. Zolang een op de tien moslims de aanslagen goedkeurt, zitten we niet te wachten op een verdere groei van deze bevolkingsgroep.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 24 september 2001
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 24 september 2001
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's