Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De wederkomst des Heren (IV)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De wederkomst des Heren (IV)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onverwachts of toch verwacht?
Zal de wederkomst van de Here Jezus op de wolken om te oordelen de levenden en de doden totaal onverwacht plaatsvinden?
Moeten we leven met de - velen angstig makende - gedachte, dat mogelijk zeer binnenkort, in elk geval nog in ons leven, zomaar terwijl niemand er op bedacht is de oordeelsbazuin zal slaan en de wereld vergaan?
Moeten we rekening houden met de mogelijkheid dat God spoedig door al onze plannen en wereldidealen een streep zal halen en een punt zetten achter heel de onstuimige vaart van onze tijd?
Als we de schriftgegevens nagaan over de tijd, van de wederkomst, dan is het ons duidelijk gezegd, dat niemand weet wanneer die dag zal zijn.
Jezus zegt overduidelijk: „doch van die dag en van die ure weet niemand, ook de engelen in de hemel niet, ook de Zoon niet, maar de Vader alleen" (Matth. 24:36).
In de vorm van een gelijkenis laat Hij er dan op volgen, dat die komst even onverwacht zal zijn als de komst van een dief in de nacht. Maar dit zegt Jezus niet tegen zijn discipelen en alle geslachten na hen, om in angst en slapeloze nachten te vrezen voor die plotselinge komst!
Hij wekt juist op tot waakzaamheid en om bereid te zijn, want op een uur dat gij het niet verwacht, komt de Zoon des mensen. (Matth. 24:42 en 44).
Geestelijk mag Zijn kerk niet inslapen! Het bereid zijn om Hem bij Zijn komst zonder verschrikken te kunnen ontmoeten is de geestelijke bereidheid, die door genade in bekering en geloof Hem kent in de kracht van Zijn verzoening als onze persoonlijke Verlosser en Levensbehouder.
Dat geloof in Hem, die geestelijke bereidheid, geeft een bepaalde inhoud en richting aan ons leven en heel onze levensopenbaring. Verschillende schriftgegevens zeggen ons dan dat we moeten zijn: reisvaardig (de lendenen omgord), de lampen brandende en getrouw bezig in onze goddelijke roeping. (Matth. 24:46, Luk. 12:43).
Juist dit laatste, getrouw bezig te zijn in onze goddelijke alledaagse roeping is het waarop Paulus bijzonder de Thessalonicensen wijst.
Maar dit bezig zijn in de dingen van het heden hier beneden, mag de waakzaamheid van het verwachten niet doen verslappen.
Het is niet nodig om over de tijd en de omstandigheden van de wederkomst des Heren u te schrijven, zo laat hij de gemeente weten. De gedachte had nl. post gevat onder invloed van sommige „over-geestelijke" figuren, dat die dag heel spoedig zou komen, zo zelfs dat men er weinig heil meer in zag om getrouw zijn werk te doen. Ge weet zelf zeer goed, schrijft hij dan, dat de dag des Heren zò komt als een dief in de nacht.
Maar hier laat hij het niet bij. Hij wijst de gemeente op een onderscheid. Er is nl. onderscheid tussen hen die in de duisternis zijn en zij die in het licht wandelen (door Gods Geest geleerd in het licht van het profetisch Woord). Terwijl zij, die in de duisternis wandelen zeggen: het is alles vrede en rust, overkomt hen een plotseling verderf, en ze zullen geenszins ontkomen.
Maar gij broeders, zijt niet in de duisternis, zodat die dag u als een dief overvallen zou, want gij zijt allen kinderen van het licht en kinderen van de dag. Wij behoren niet aan nacht of duisternis toe, laten wij dan ook niet slapen gelijk de anderen, doch wakker en nuchter zijn.
Laten wij die de dag toebehoren, nuchter zijn, toegerust met het harnas van het geloof en de liefde en met de helm van de hoop der zaligheid.
Hier wordt ons de recht christelijke levenshouding gewezen verwachtend de toekomst van onze Here Jezus Christus in wie de hoop onzer zaligheid vastligt; dat is werkend wachten en verwachtend de vervulling van Zijn beloften, bij het licht van Zijn Woord naspeurend de tekenen der tijden, vol verantwoordelijkheid bezig zijn in zijn goddelijke beroep.
Wie in zijn leven niet meer zelf met zijn eigen prestaties in het middelpunt staat, maar door Gods Geest geleerd oog krijgt voor de grote werken Gods, leert in het heden reeds leven uit die toekomst.
Die zal in de snelle ontwikkeling op allerlei gebied en bijzonder in de geestelijke worsteling onzer tijden toch een lijn ontdekken.
Want niet de mensen, maar God trekt de lijnen dwars door alle gewoel der eeuwen heen, naar de grote dag van Zijn overwinning.
Jezus Christus regeert en ook door alle verontrustende gangen van onze tijd is Hij bezig in de troon aan de opening van de verzegelde boekrol van Gods Raadsbesluiten. Dat wil dan ook zeggen dat Hij vanaf Zijn hemelvaart reeds bezig is aan de voorbereiding van Zijn wederkomst.
Die komst, al komt ze voor hen die Zijn Woord verachten, onverwachts, zal voor hen die Zijn verschijning liefhebben niet zo maar onverwacht komen, maar in de grote nood van de eindtijd als een verhaaste verhoring van hun gebeden. Zijn wij dan al in de eindtijd?
We leven al bijna tweeduizend jaar in de „laatste tijden", de eind der eeuwen, de laatste bedeling!
Alle eeuwen door, zelfs reeds in de tijd van het Nieuwe Testament (Paulus) heeft men duidelijke trekken gevonden van de vervulling van de profetie als men het tekenschrift der tijden trachtte te lezen.
Het moet ons daarom wel wat bescheiden maken in het zo maar even duidelijk vaststellen dàt hòe nu, in dat kleine stukje tijd, dat wij beleven, Gods beloften in vervulling gaan. In allerlei lectuur, veel van Amerikaanse oorsprong, is men vaak meer speculatief dan gelovig bezig om de krant naast de Bijbel leggend, precies aan te geven hoe laat het is op Gods klok.
Zeker is er in de tekenen der tijden een al duidelijker geluid van de naderende voetstappen van de komende Koning te ontdekken.
Maar de eerste vraag is niet of wij het theologisch interessant vinden om met de bijbel in de hand aan te wijzen dat er nu dit en dan dat gebeurt. De vraag geaccentueerd door de gang der tijden, klemt allereerst persoonlijk: zijn wij waakzaam en bereid om Hem te ontmoeten als Hij komt?
Is het gebed, dat de gemeente van de Here Jezus Christus gebeden heeft, toen God Zijn beloften aan ons verzegelde, in vervulling gegaan en verhoord: dat wij Hem aanhangen met waarachtig geloof, vaste hoop en vurige liefde; opdat wij dit leven, (hetwelk toch niet anders is dan een gestadige dood) om uwentwil getroost verlaten, en ten laatsten dage voor de rechterstoel van Christus Uw Zoon, zonder verschrikken mogen verschijnen?

de B.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 augustus 1973

De Wekker | 8 Pagina's

De wederkomst des Heren (IV)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 augustus 1973

De Wekker | 8 Pagina's