Een jonge dienaar

Kerst met Kersten: dat gold voor het dorpje Meliskerke in het jaar 1901.

Daar staat hij, doorweekt. Op de achtergrond de grauwe lucht. Zijn schoenen besmeurd met de Zeeuwse klei. Henri Kersten, 18 jaar oud. Tijd om aan het weer te denken heeft hij niet. Zijn werk roept.

Hij herinnert zich de brief van vorige week, de noodkreet. Vrede op aarde: dat gold niet bepaald voor de gemeente van Meliskerke. Er was ruzie en verdeeldheid. Nu vroegen ze hem om voor te gaan in hun gemeente. Hij had gebeden. God had hem gestuurd.

Hij preekt er vaak. Tot de kerkenraad op een dag voor hem staat. “Zou u op Oudejaarsdag ook bij ons willen zijn?”. Henri knikt. God heeft hem de afgelopen keren kracht gegeven. Hij voelt dat hij nu weer moet gaan. “Meester, we zijn wel gewend dat op zondagmiddag uit de Catechismus gepreekt wordt.”

Kersten schrikt. “Maar daar heb ik nog nooit uit gepreekt!” De kerkenraad is duidelijk: “Dat kan, maar dat zijn we wél zo gewend.”

Perplex kijkt hij de broeders aan. “Maakt het nog uit welke zondag het is?”

“Nee hoor, als je de Catechismus maar behandelt”, is het antwoord.

Daar ligt de jonge oefenaar op zijn knieën. Op de vloer van de boerderij waar hij verblijft. “Heere, U weet alle dingen. Het is me opgedragen en ik weet niet wat ik moet doen. Maar als ik straks de Catechismus opensla, wilt u me laten zien waarover ik moet preken?” Hij slaat zijn Bijbel open. Zondag 21 ligt voor hem. Juist de zondag over de algemene, christelijke kerk en over de gemeenschap der heiligen. Precies wat deze verscheurde gemeente nodig heeft!

Henri preekt veel in Meliskerke. De kerk zit steeds boordevol met mensen. Ruim een jaar later wordt hij beroepen. Ondertussen is hij nog meester op een school. Mijn oog zal op u zijn (Ps. 32:8): met deze tekst laat God weten dat Hij hem roept. Hij neemt ontslag en neemt het beroep van Meliskerke aan. 19 jaar is hij, als hij als lerend ouderling en oefenaar wordt bevestigd. Sommige kerkenraadsleden vinden hem te jong. Daar is dominee Pieneman het niet mee eens. Hij bevestigt Kersten met de woorden: Niemand verachte uwe jonkheid (1 Tim. 4:12). Hoe oud ben jij? 13, 15, 18? Dit verhaal leert je dat je nooit te jong bent om in Gods Koninkrijk te dienen. God vraagt je niet om net als Kersten al zo jong te gaan preken. Maar sla je Bijbel eens open. Gods Woord staat vol met geschiedenissen van jongeren. Jongeren die God dienden. David, het dienstmeisje van Naäman, Daniël. Bid God om een plek te mogen krijgen als dienaar in Zijn Koninkrijk!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen