Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Naaste

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Naaste

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

’Wie is mijn naaste?’, vroeg de wetgeleerde aan de Heere Jezus. Want Jezus had gewezen op de naastenliefde toen Hij de wet van God samenvatte: God liefhebben boven alles (met heel je hart, etc.) en je naaste als jezelf. Het gebod tot naastenliefde stond al in Leviticus 19: 18: ’u moet uw naaste liefhebben als uzelf.’ Het Hebreeuwse woord voor ‘naaste’ komt van een werkwoord dat ’met elkaar omgaan’ betekent. Vandaar: de naaste is iemand dicht bij je. Het is je broer, je buur of je vriend. Maar verder ook ieder die op je weg komt. De ’ander’ dus. Die moet je net zo liefhebben als jezelf.

Maar wie is dan mijn naaste? In de tijd van Jezus was daar discussie over. Is dat alleen de Israëliet, of ook de Romein? Van de geloofsgroep in Qumran is bekend dat zij leerden dat je alleen moest liefhebben wie hetzelfde geloof heeft. Je naaste is dan je medegelovige die hetzelfde denkt.

Het antwoord dat de Heere Jezus aan de wetgeleerde gaf, laat zien dat de Heere Jezus het begrip ’naaste’ veel ruimer invult. Hij vertelde de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan (Lk. 10: 25-37). Drie mensen zagen de gewonde man. Die man was hun naaste. Maar Jezus draait het dan om: Wie van hen was de naaste? Waarmee Hij zegt: wij moeten een naaste zijn voor ieder die onze hulp nodig heeft. De vraag ’wie is mijn naaste’ stel je om jezelf te rechtvaardigen (Lk. 10: 29). Je verraadt dat je graag wilt weten waar je stoppen mag met liefhebben. Maar Jezus zegt: er is geen grens. Je moet zelfs je vijanden liefhebben (Mat. 5: 44). Vraag niet ’wie is mijn naaste?’, maar: ’voor wie kan ik vandaag een naaste zijn, zoals de barmhartige Samaritaan?’.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 januari 2020

De Wekker | 24 Pagina's

Naaste

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 januari 2020

De Wekker | 24 Pagina's