Omgangsvormen
Steeds als je denkt dat het dieptepunt in omgangsvormen nu wel bereikt is, blijkt het nog slechter te kunnen. De laatste climax in de politiek was de jaarlijkse State of the Union in de Verenigde Staten. De president van de Verenigde Staten leek de voorzitter van het Huis van Afgevaardigden geen hand te willen geven. Zij op haar beurt verscheurde demonstratief een kopie van de toespraak, naar zeggen omdat ze geen pagina had kunnen vinden waarop iets stond dat waar was. Laat het er in de kerk anders aan toegaan. We hebben het nodig om werkelijk naar elkaar te luisteren.
De Amerikaanse politiek wordt de laat ste jaren gekenmerkt door steeds grotere polarisatie. Welke rol persoonlijk heden of het tweepartijensysteem daarin spelen laat ik verder rusten. Er is echter een duidelijk patroon herkenbaar hoe mensen worden ingedeeld in ‘kampen’ en tegen elkaar worden opgezet. Bij de tegenstander is weinig of niets te vinden waar je waardering voor kunt opbrengen. Gevolg is dat mensen niet meer naar elkaar luisteren of met elkaar praten, omdat ze elkaar fundamenteel wantrouwen.
Verwijdering
Deze tendensen zijn ook buiten Amerika en buiten de politiek merkbaar. Het bedreigt ook de kerken en kerkelijke vergaderingen. Op kerkelijke vergaderingen heb ik bij mijn weten nog nooit gezien dat mensen elkaar geen hand wilden geven. Zo’n openlijke clash ontstaat echter niet zomaar. Niet voor niets waarschuwt de apostel ons tegen elke wortel van bitterheid als het begin van geestelijke achteruitgang en schade voor anderen (Hebr. 12: 15). Deze waarschuwing hebben we ter harte te nemen als er in de kerken over diverse onderwerpen groot verschil van mening is. Inhoudelijk verschil van mening of zorg over de opvattingen van een ander kunnen zo makkelijk leiden tot persoonlijke verwijdering.
Tijdens een classis of synode zijn de pauzes daarom bijzonder belangrijk; niet zozeer als onderbreking, maar voor het onderlinge gesprek. Je kunt een broeder met wie je het stevig oneens was eens onder vier ogen spreken. Elkaars motieven werkelijk peilen of meeleven met een moeilijke thuissituatie gaat in een persoonlijk gesprek immers veel beter dan in een volle vergadering. Dat vraagt uiteraard wel dat we elkaar opzoeken, niet alleen degenen die mij bevestigen in m’n goede standpunt, maar ook degenen met wie ik fundamenteel van mening verschil. Als we elkaar niet meer spreken, ligt wantrouwen op de loer. Afgunst en onenigheid horen echter net zo goed bij de werken van het vlees als afwijkingen in de leer (Gal. 5: 19-21).
Luisteren
Tijdens de laatste vergaderweek van de generale synode werd een van de mooiste vragen gesteld toen er over een onderwerp twee rapporten lagen, omdat de commissie het intern niet eens kon worden. In de bespreking werd gevraagd: ‘wat spreekt u aan in het rapport van de ander?’ Daar kwam gelukkig antwoord op. Als het immers ‘niets’ is, kun je elkaars bijdragen verscheuren en heb je elkaar feitelijk niets meer te zeggen. Natuurlijk kun je je over een onderwerp een mening hebben gevormd, op basis van grondige overweging en onderzoek. Maar toch blijft het nodig om naar elkaar te luisteren en andere argumenten te willen horen en wegen.
Schrijver en NRC-columnist Bas Heijne haalde onlangs een collega aan, die stelde: ‘Pseudowetenschap herken je aan ‘experts’ die geen twijfel kennen.’ Dat is een uitspraak om ook in de kerk en in onze omgang met de Schriften te overwegen. Dat is niet om twijfel te verheerlijken of nooit tot een standpunt te komen. Maar we moeten onszelf wel de vraag stellen of we werkelijk geluisterd hebben naar de Schriften, niet alleen naar datgene wat ons standpunt bevestigt, maar juist ook naar wat ermee schuurt. Wij zijn allemaal geneigd om vooral te horen wat we toch al vonden. Wezenlijk voor een reformatorische omgang met de Schrift is echter dat de Schrift een ‘tegenover’ is, dat ze ons tegenspreekt en oordeelt. De Schrift is geen ‘materiaal’ om ons te dienen bij een standpuntbepaling, maar het is de stem van de levende God. Dan past ons zwijgen en luisteren. ‘Spreek, HEERE, uw knecht hoort.’ Luisteren is niet alleen wellevend tegenover elkaar, maar vooral eerbied tegenover de levende God.
Zegel
Tijdens de laatste synodeweek werd ook het nieuwe kerkelijk zegel gepresenteerd. De vernieuwing bestond in een grafische update. Het oude zegel was moeilijk te doorzien zonder toelichting en lastig te reproduceren. De vorige generale synode besloot daarom tot een grafische update, die is uitgevoerd door br. Marc Dorst uit Goes. De huidige synode heeft deze versie aangenomen als ons kerkelijk zegel.
De inhoud van het zegel is niet veranderd. Het is wel goed om opnieuw stil te staan bij de betekenis ervan. De geschiedenis uit Exodus 3 is een fundamenteel moment: het gaat over de roeping van Mozes, dé middelaar in het Oude Testament; dit is het begin van de uittocht uit Egypte, dé verlossingsdaad van God in het Oude Testament; en vooral: de HEERE zelf maakt hier Zijn naam bekend. God openbaart zich als de God van de vaderen, trouw aan Zijn verbond. Hij ziet, hoort en kent de nood van Zijn volk en Hij verbindt zich aan dit slavenvolk.
In dit beeld is de kerk een doornstruik: kwetsbaar, brandbaar materiaal. Bovendien bevindt de kerk zich in het vuur. Daarbij valt te denken aan het vuur van de vervolging, maar het is ook teken van de aanwezigheid van God zelf. De heilige God is in de kerk aanwezig, en toch verteert zij niet. In de woorden van het bijschrift klinkt de verwondering door: ‘en toch niet verteerd’. Menselijk gezien zou dat te verwachten zijn als Gods heerlijkheid verschijnt en ons leven doorlicht. En toch niet verteerd – dat is niet aan ons te danken (wij zouden verteerd worden, of elkaar verteren), maar alleen aan Gods genadige trouw. Mozes moest zijn schoenen uittrekken, omdat hij op heilige grond stond. Wij hebben diezelfde houding nodig: het besef van Gods aanwezigheid. Daarbij past eerbiedig luisteren naar Zijn stem. Dat zal ook de omgang met elkaar stempelen.
Geschiedenis van het kerkelijk zegel
Op de eerste synode na de Afscheiding, in 1836, wordt
al gesproken over een kerkelijk zegel. De synode van de Christelijk Afgescheidene Gere formeerde Kerk van 1854 geeft opdracht om een kerkelijk zegel te ontwer pen. In 1857 wordt meegedeeld dat dit is uitgevoerd. Dit zegel verbeeldt een kerk op een rots, een verwijzing naar Christus’ belofte na de belijdenis van Petrus dat Hij op deze rots Zijn kerk zal bouwen.
Na 1892, toen enkele Christelijke Gereformeerde gemeenten niet meegingen met de samenvoeging (de Vereni ging) van twee kerken, kwam een nieuw kerke lijk symbool in gebruik. Op De Wekker en het Jaarboek stond sindsdien het zegel met een toren op een rots. Het Latijnse randschrift is ontleend aan Spreuken 18: 10a: ‘De naam des HEEREN is een sterke toren.’ In de wolk boven de toren staat in (nogal onduidelijke) Hebreeuwse letters Gods naam JHWH.
In 1947 werd door de generale synode officieel een kerkelijk zegel ingevoerd. Bijna aan het einde van de synode vermelden de Acta (art. 116): ‘Kerkelijk zegel. Ten slotte werd nog besloten een kerkelijk zegel in te voeren, naar een ontwerp, zoals de kerk van Ulrum thans in gebruik heeft.’ Dit zegel is een uitbeel ding van Mozes voor het brandende braambos. Het Latijnse randschrift luidt: ‘nec tamen consumebatur’, ‘en toch niet verteerd’, een citaat uit Exodus 3: 2. Omdat nadere toelichting ontbreekt, is het gissen naar de motieven om dit zegel te kiezen. Mogelijk herkenden de broeders op de eerste synode na de Tweede Wereldoorlog zich in de woorden ‘en toch niet verteerd’. Misschien speelde ook de herkomst uit Ulrum, de bakermat van de Afscheiding, een rol.
De brandende braamstruik als kerkelijk symbool heeft oude papieren. Al in 1583 besloot een synode van de Hugenoten dit symbool te gaan gebruiken. Gezien de kerkelijke context van die tijd zal vooral gedacht zijn aan het vuur van de vervolging, waarin God Zijn kerk bewaart. De brandende braamstruik is als kerkelijk zegel nog steeds in gebruik bij kerken in onder andere Frankrijk, Schotland, Canada, Australië en Brazilië. Ook onze Amerikaanse zusterkerken, de Free Reformed Churches of North America, hebben dit zegel.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 februari 2020
De Wekker | 24 Pagina's