Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ecologische voetafdruk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ecologische voetafdruk

10 minuten leestijd

Earth overshoot day – het moment dat we als wereldbevolking meer hebben opgebruikt dan dat de aarde in een jaar voortbrengt – valt elk jaar een paar dagen eerder. In 2019 lag die datum al op 29 juli. Dat betekent dat onze collectieve voetafdruk te groot is. De Bijbel is geschreven in een tijd met veel minder mensen en veel minder technologie. Toch is er in de Bijbel een levenshouding te vinden waarmee we onze voetafdruk kunnen verkleinen en veranderen.

Op internet kun je je eigen ecologische voetafdruk met een simpel testje vaststellen. De nadruk bij die test ligt op de grootte van je voetafdruk: hoeveel hectare jij als persoon per jaar gebruikt voor al je consumptie. Die nadruk op de gebruikte oppervlakte samen met het gegeven dat we met heel veel mensen op aarde leven. We zijn met meer dan 7 miljard mensen en gebruiken veel meer grondstoffen dan de aarde kan bijbenen.

In de tijd van de Bijbel waren er veel minder mensen. De schattingen van het aantal mensen rond het jaar 0 lopen uiteen van 200 tot 600 miljoen mensen. De mensheid gebruikte in die tijd ook nog geen fossiele brandstoffen. Daardoor was de omvang van de ecologische voetafdruk van mensen veel kleiner dan vandaag. Toch waren er ook in oude tijden milieuproblemen met gevolgen voor de mens.

Agrarische samenleving

Het grootste deel van de Bijbel is geschreven tegen de achtergrond van een sterk agrarische samenleving. Al in de vroegste historie lezen we dat Adam van God de opdracht kreeg om de aarde bewerken (Gen. 3: 17), Kaïn was een landbouwer en Abel een herder (Gen. 4: 1-3). Het verschil met jagers- verzamelaarsculturen, zoals we die ook vandaag nog in sommige streken in Afrika tegenkomen, is dat jagers en verzamelaars puur leven van de natuurlijke rijkdom van de aarde. Ze doen geen pogingen om het landschap naar hun hand te zetten. Ecologisch gezien hebben deze gemeenschappen letterlijk nauwelijks een voetafdruk. Ze leven mee met de natuur.

In een landbouwsamenleving is dat anders. Stukken grond worden ontgonnen en bewerkt om voedsel te produceren. De hoeveelheid beschikbaar voedsel neemt toe. De bevolking groeit. Nieuwe grond wordt ontgonnen. Dorpen en steden ontstaan (Gen. 4: 17). En daarmee zet de mens een stevige voetafdruk neer op deze aarde. De mens vormt de aarde op zo’n manier dat tot duizenden jaren later de sporen in het landschap te herkennen zijn.

De ontwikkeling van de landbouw heeft voordelen, maar ook nadelen. Met dat de mens afhankelijker wordt van de landbouw wordt de impact van misoogsten groter. In de Bijbel spelen daarom hongersnoden (Jozef, Ruth) een grote rol. Daarnaast ontstaan in de agrarische samenleving ook de eerste door de mens veroorzaakte milieuproblemen. Denk hierbij vooral aan uitputting en erosie van de bodem. Als het land te intensief bewerkt wordt dan neemt de vruchtbaarheid af.

Sabbatsjaar en jubeljaar

Op dit punt heeft de wetgeving in het Oude Testament een duidelijk ecologische component. In Leviticus 25 lezen we Gods geboden over het sabbatsjaar en jubeljaar. Het sabbatsjaar (Lev. 25: 1-7) hield in dat elke akker na zes jaren van bewerken één jaar rust moest krijgen. In dat jaar mocht je niet zaaien, snoeien en oogsten. Dit betekende dat het land een jaar kreeg om te herstellen. De bodemvruchtbaarheid kon weer op peil komen. Daarnaast had deze wet ook een duidelijk sociale functie. Boeren hoefden een jaar lang niet te werken en konden rusten. Dit zevende jaar werd een ‘sabbat voor de HEER’ genoemd (Lev. 25: 2). Dat ene jaar was het land duidelijk gewijd aan de HEER. Daarmee beleefde Israël hoe het eigenlijk zat: het land is van de HEER, en jullie zijn te gast (Lev. 25: 23). Tegelijk was dit een heel gul jaar. Iedereen kon eten van wat er op Gods akker groeide. Niet alleen de eigenaar, maar ook slaven, slavinnen, vreemdelingen, vee, en zelfs de wilde dieren (Lev. 25: 6-7), een paradijselijke situatie.

Het jubeljaar kwam na 7 sabbatsjaren, dus elk vijftigste jaar moest een jubeljaar zijn. In dat jaar mocht iedereen die door armoede zijn land moest verpanden terugkeren naar zijn eigen grond (Lev. 25: 10). Ook dit gebod heeft zowel een sociale als ecologische component. De sociale component staat hier op de voorgrond: een Israëliet kon nooit blijvend zijn grond verliezen en tot slaaf gemaakt worden (Lev. 25: 39-41). Daardoor was er elke 50 jaar voor een familie de kans om opnieuw te beginnen als vrije boer. Tegelijk heeft dit gebod ook weer een ecologische component. Boeren die hun eigen stukje grond bewerken, en dat doorgeven aan hun kinderen, zullen goed voor hun grond willen zorgen. Ze hebben het diepe besef – zoals een gevleugelde uitdrukking zegt - dat ze hun stukje grond lenen van hun kinderen.

Geen landbezit

Op dat punt gaat Leviticus 25 trouwens net een laag dieper. De Israëlieten kennen in strikte zin namelijk geen landbezit. Ze ‘lenen het land’ van God. ‘En het land zal niet voor altijd verkocht worden, want het land is van Mij, en gij zijt vreemdelingen en bijwoners bij Mij’ (Lev. 25: 23). Hiermee laat God in zijn omgang met Israël zien wat de juiste verhouding tot het land is: mensen lenen het van God zelf. Dat is een extra reden om er goed voor te zorgen. Vergelijk het met een auto. Mijn eigen auto is regelmatig van binnen een flinke troep. En als ik er een keer zin in heb ruim ik het op, en ik heb daar niet zo vaak zin in. Maar als ik een auto leen van een ander zal ik na gebruik even controleren of ik er geen rommel in achterlaat. Zo is het ook met het land: als het van jezelf is dan ben je alleen aan jezelf verantwoording schuldig als je het uitput. Maar als het van God is dan ben je Hem verantwoording schuldig.

In een agrarische samenleving hebben mensen altijd de neiging om een stuk land als van zichzelf te beschouwen. Ook wij in de moderne samenleving zijn helemaal gewend aan het in eigendom hebben van grond of een eigen huis. Zozeer dat we het volstrekt normaal vinden en ons geen maatschappij kunnen voorstellen zonder eigendom.

In de Bijbel laten Gods wetten aan Israël zien wat Zijn grote ideaal is met deze wereld. En Israël kent in Gods ideaal geen landbezit, alleen landlening. Het land is van God, de Israëlieten zijn vreemdelingen en bijwoners. In het Hebreeuws is het woord voor ‘land’ en voor ‘aarde’ hetzelfde. Met hetzelfde recht kun je dus zeggen: ‘de aarde is van God’ (Psalm 24: 1). En elk mens is op Gods aarde een ‘vreemdeling en bijwoner’. Deze gedachte van het ‘lenen’ van het land vinden we daarom ook al terug in Genesis 1: 26-30. God schept de aarde. En hij roept de mens om de aarde te bevolken en onder z’n gezag te brengen. Daarmee wordt de aarde echter niet het bezit van de mens. De mens is geroepen om als beeld van God namens God over de aarde te heersen. En dat dus op een manier die past bij Gods goede zorg voor Zijn goede schepping. Hoewel het woord niet in deze betekenis in de Bijbel voorkomt, spreekt men hier vaak terecht over ‘rentmeesterschap’. We beheren Gods schepping, maar het is niet ons eigendom.

Vanuit deze gedachte is het goed om heel kritisch na te denken over onze visie op ons bezit. Onze huidige visie op het bezit van gronden leidt ertoe dat gronden in Latijns-Amerika en Indonesië snel uitgeput raken terwijl wij in Nederland kampen met grote stikstofoverschotten. Dat komt doordat wij als westerse cultuur de aarde zijn gaan zien als ons bezit, dat wij mogen exploiteren. Slimme en soms meedogenloze zakenmensen maken grote winsten in de voedingsindustrie over de rug van mensen en de natuur. En de belangrijkste wetten die gelden voor de omgang met de aarde zijn wetten van economisch gewin. Als we met elkaar echt zouden geloven dat de aarde van God is, en dat wij het namens Hem beheren, hoe anders zou de wereld er dan uit gaan zien. Als kerk en christenen zouden we in elk geval anders in het leven gaan staan dan de wereld om ons heen.

De zachtmoedige erft de aarde

Hoe dat ‘anders’ eruit zou kunnen zien, ontdekken we als we naar de verlosser, Jezus Christus, kijken. Inmiddels zijn bij het lezen van de Bijbel de ogen steeds meer opengegaan voor het gegeven dat Christus niet alleen mensen verlost, maar dat zijn verzoeningswerk zich uitstrekt tot de hele schepping (bv. Kol. 1: 20). Van hoe dat er concreet uitziet vangen we een glimp op in een bijzondere passage in Marcus 1. Als Jezus na zijn doop op de proef gesteld wordt door de satan, dan lezen we dat Hij te midden van de wilde dieren leefde (Marc. 1: 13). Daar in de woestijn, als Jezus de satan weerstaan heeft, daalt er rondom Hem een diepe vrede neer. En die woeste plek verandert voor even in een plek waar ‘de wolf zich neerlegt naast een lam, een panter bij een bokje’ (Jes. 11: 6). Rondom Hem, de zachtmoedige en nederige van hart (Matt. 11: 29), komt niet alleen de mens, maar ook de schepping tot rust.

En dat geldt niet alleen voor Jezus zelf maar ook voor zijn leerlingen. Over hen zegt Jezus in zijn beroemde Bergrede: ‘zalig de zachtmoedigen, want zij zullen het land/de aarde beërven’ (Matt. 5: 5). Deze zaligspreking van Jezus is een woordelijk citaat uit Psalm 37: 11 waar staat dat de nederigen/ootmoedigen het land zullen beërven. En dat maakt deze zaligspreking ineens heel duidelijk en actueel. Want Psalm 37 gaat in zijn geheel over slechte mensen, die hoogmoedig zijn, en met hun ellebogen anderen aan de kant duwen. De mensen die in deze wereld vanwege hun brutaliteit vaak aan het langste eind trekken. Door hun agressie zijn ze rijk en machtig (psalm 37: 16-17) ten koste van de armen en ootmoedigen. Maar Psalm 37 vertelt dat God dat om gaat keren. Het klinkt als een refrein door de Psalm heen: ‘de nederigen/door Hem gezegenden/rechtvaardigen zullen het land erven’ (vers 11, 22, 29). Mensen die nederig met hun God wandelen, zijn geschikt om voor zijn aarde te zorgen. Mensen die Gods rechtvaardige wetten gehoorzamen en oog hebben voor wat kwetsbaar is zullen als koning kunnen zorgen voor Gods schepping.

De Bijbel tekent zo mensen die als kind van God anders met zijn schepping omgaan. Niet vanuit egoïstische en uitbuitende motieven. Maar met oog voor zowel de zwakke medemens als het kwetsbare in de natuur. Vanuit een diep verlangen om aan Gods doel te beantwoorden. In Romeinen 8: 19 lezen we dat de schepping zelf reikhalzend uitziet naar het moment dat duidelijk wordt wie Gods kinderen zijn. Paulus doelt daar vooral op de toekomst, als Jezus terugkomt en alle dood en bederf voorbij zijn, en Gods kinderen goed voor de schepping zullen zorgen. Maar in Paulus’ woorden kunnen we ook een appel voor vandaag lezen. Als je vandaag door Jezus Christus een kind van God bent, dan zou de schepping daar ook vandaag al wat van moeten merken. Als kind van God zorg je namelijk – als het goed is – op een goede manier voor het stuk van de schepping dat aan jou is toevertrouwd.

De kwaliteit van je voetafdruk

Op dit punt is de ecologische voetafdruk een mooi hulpmiddel om eens te kijken hoe groot jouw impact op de schepping eigenlijk is. Tegelijk focust die voet afdruk wel heel erg op de kwantiteit (hoeveel grond je gebruikt). Vanuit Leviticus 25 leren we om ook vooral te kijken naar de kwaliteit. Hóe zorg je voor dat stuk grond dat jij gebruikt? Kunnen generaties na jou het nog gebruiken of put je het uit? Leviticus 25 roept ons op om te kiezen voor voedsel en kleding die verbouwd is op akkers die niet uitgeput of overbemest worden, maar waarbij rekening gehouden wordt met de generaties na ons. Of beter gezegd: waar rekening gehouden wordt met Hem van wie de aarde is.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 maart 2020

De Wekker | 24 Pagina's

Ecologische voetafdruk

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 maart 2020

De Wekker | 24 Pagina's