Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het erfgoed van geloof – ballast of zegen? (3/3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het erfgoed van geloof – ballast of zegen? (3/3)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat we van huis uit meekregen ten aanzien van geloof en kerk, wordt binnen hetzelfde gezin soms heel verschillend gewaardeerd. Hoe ga je daar mee om? In dit artikel de vraag hoe dat is bij crisissituaties als verlies en rouw. Dan komt het erop aan: begrijp je elkaar, ben je elkaar tot steun, of juist niet?

Ons bootje

Vanuit het contextuele perspectief, zoals in de vorige artikelen uiteengezet, kun je blijven kijken naar een schilderij als Kinderen der Zee (Jozef Israëls, 1872, Rijksmuseum Amsterdam). Was het een gezellig middagje op het strand? Waarschijnlijker is dat moeder thuis hard aan het werk was en vader op zee. Of was vader misschien op zee gebleven? Of zijn beide ouders gestorven en zijn ze op elkaar aangewezen? Jozef Israëls schilderde, getroffen door hun zware bestaan, visserskinderen bij Zandvoort. Het bootje staat symbool voor het moeitevolle leven. Het verbindt de kinderen met elkaar. Ze zijn wel op verschillende wijze op dat leven betrokken. De oudste draagt zijn verantwoordelijkheid en zorg. Het kind rechts volgt hem. Het kind links slaat het gade en heeft zijn eigen gedachten. Misschien ook wel zijn kritische commentaar of zijn cynische opmerkingen over de houding van de anderen. Mag de jongste ook nog iets zeggen over ons bootje, of doet hij er niet toe?

Ieder ervaart de moeiten van het leven op verschillende wijze. Je hebt elkaar nodig, maar bij ingrijpend verlies is het een hele opgave om daar ook samen goed mee om te gaan. Het woord van de één kan een reactie van onbegrip of verwijt van de ander opleveren. Een discussie wie gelijk heeft, zal niet helpen. Wel wanneer we rechtdoen aan wat het verlies met ieder doet. Dat schept ruimte.

Geen routekaart

Een standaardrouwverwerking bestaat niet. Modellen die beschrijven welke fasen je doorloopt (zoals: ontkenning, protest, onderhandelen, depressie, aan vaarding), helpen te begrijpen wat iemand doormaakt. Maar ze doen te weinig recht aan de verschillen tussen mensen en aan de meerdere dimensies die meespelen. In pastorale begeleiding is het van belang dat we niet – bewust of onbewust - een routekaart als regel voor de rouw hanteren. De weg laat zich niet voorschrijven. Wim ter Horst geeft in zijn boek ‘Over troosten en verdriet’ het beeld van een doolhof. Soms denk je dicht bij de uitgang te zijn, even later lijk je terug bij af. De Vlaamse psycholoog Manu Keirse zegt: ‘Verdriet is als een vingerafdruk. Het is herkenbaar voor iedereen, maar toch nooit voor twee mensen hetzelfde’.

Bakens in een woelige zee

Al is geen vaste lijn bij rouw aan te geven, dat wil niet zeggen dat in die woelige zee van gedachten en emoties geen bakens van herkenning te vinden zijn. Sommige patronen zijn fundamenteel menselijk. We zijn enerzijds gericht op het verlies zelf, anderzijds proberen we het voelen van de pijn te mijden en richten we ons op het veranderde leven. Meestal zal sprake zijn van een heen-en-weer bewegen tussen beide polen, waarbij de een meer verliesgericht en de ander meer herstelgericht zal zijn. Laat vooral begrip zijn voor die verschillen, ook in dezelfde familie. Wanneer we vast blijven zitten aan een kant, kunnen we daar lichamelijk en psychisch onder lijden. Een hulpverlener kan dan mogelijk veel betekenen. In de pastorale begeleiding kan worden verkend waar in de woelige zee van gedachten en emoties de bakens liggen van troost, kracht en nieuw vertrouwen. Laat mensen hun verhaal vertellen. Verdiepende vragen kunnen openingen en lichtpunten aan het licht brengen.

Contact met het verlies

De Israëlische schrijver David Grossman schreef het boek ‘Uit de tijd vallen’ na het verlies van zijn zoon Uri in de oorlog tegen Hezbollah in Libanon in 2006. In een interview vertelde hij: ‘Het is belangrijk om het verdriet niet af te dekken met meer en meer verbandjes, maar er contact mee te houden. En ook, wat niet minder belangrijk is, terug te keren van dat punt. Als je niet terugkeert van de plek waar je nog steeds de hartenklop en de warmte kunt voelen van degene die je hebt verloren, als je de kracht niet hebt om daarvandaan terug te keren, dan zul jij ook sterven.’ Dat terugkeren in de werkelijkheid van nu moeten we niet willen forceren. Het zal eerder schade toebrengen dan helpend zijn. Een voorbeeld geeft de Here Jezus ons in zijn omgang met de Emmaüsgangers. Hij geeft eerst alle ruimte aan hun teleurstelling, hun verdriet. Tot ze zelf op het punt komen van het verhaal dat ze hoorden over de opstanding. Dat is het moment om te spreken.

Woorden nodig

Grossman zei in hetzelfde interview over de weg die hij zelf had afgelegd: ‘Eerst heb je het gevoel dat je iets fysieks moet doen: rennen naar het uiteinde van de wereld, boven op de hoogste toren klimmen of je ziel uit je lijf schreeuwen …, maar na een tijdje heb je woorden nodig. Dat maakt ons tot mensen. We moeten de dingen een naam geven zoals Adam dat deed toen God de dieren bij hem bracht. Zo zijn we aanwezig in de wereld.’ De dingen moeten een naam hebben, dus persoonlijk worden. Vrome clichés zijn dat niet. Die doen, wanneer iemand heel kwetsbaar is, nog meer pijn. Het verlies zal iedereen op eigen wijze verwoorden en benoemen. De geloofswoorden waarin we zelf troost ervaren, zullen daarom ook niet zomaar door een ander begrepen worden. Het geloof kunnen we elkaar niet geven. Maar wanneer we de ander erkenning geven voor wat hij of zij voelt, kan wel ruimte en vrijheid ontstaan om te vertellen van onze troost en hoop.

Een onverbrekelijke band

Rouw is nooit klaar in die zin, dat de band met de overledene kan worden losgelaten. Hij of zij zal wel anders aanwezig zijn. De blijvende band komt tot uiting wanneer mensen soms na jaren zich nog afvragen wat hun gestorven ouders gezegd zou hebben of hoe zij gereageerd zouden hebben. Hun stem, opvatting of oordeel kan sterk richtinggevend blijven. Voor sommigen kan dat veel betekenen, voor anderen betekent het een belasting. Wanneer iemand veel afwijzing door ouders heeft ervaren, kan hun sterven een gevoel van opluchting geven. Maar een gevolg kan wel zijn dat hij of zij onbewust blijft zoeken naar goedkeuring van anderen en de last bij hen neerlegt. In het contextueel denken heet dat destructief gerechtigd zijn. Belastend kan het ook zijn wanneer bij het sterfbed door de stervende opdrachten zijn gegeven of aan hem beloften gedaan, die later niet uitvoerbaar blijken. Iemand kan verstrengeld raken tussen boosheid richting de overledene en eigen schuld gevoelens. Kan de band met de overledene worden opgeheven? Je blijft hoe dan ook kind, broer, zus. De loyaliteit blijft, soms verborgen, aanwezig. De last kan wel worden verlicht door erkenning te geven voor wat wel werd gegeven en gedaan. Laat aan het licht komen wat niet was gezien en laat de ander het goede dat God gaf, ontdekken. Het zoeken van Gods Koninkrijk en zijn gerechtigheid blijkt in het pastoraat steeds weer vele dimensies te bevatten.

Hoe Jozef en zijn broers verder kunnen

De broers van Jozef zijn bang dat Jozef zich alsnog op hen zal wreken na het sterven van hun vader Jakob. Ze hebben dan al 17 jaar samen in Egypte gewoond. De pijn van het verleden moet nu toch wel vergeten zijn, denk je. Na het wegvallen van het middelpunt van de familie zijn de broers daar echter niet zo zeker van (Gen. 50). Jozef is het kwaad ook niet vergeten (jullie hebben kwaad tegen mij bedacht). Hij is het wel in ander licht gaan zien (God heeft dat ten goede gedacht). Jozef kent zijn eigen plaats tegenover God. Hij blijft niet staren naar zijn kant van de balans. Na hertaxatie van het verleden ziet hij wat hij de broers geven kan. Het verleden regeert niet meer. Het negatieve kijken naar en beoordelen van elkaar heeft plaats gemaakt voor hulp aan elkaar en zorg voor elkaar. Die geschiedenis maakt duidelijk dat beschadigd vertrouwen niet zomaar hersteld is. Rouw en verlies kunnen pijn uit het verleden zo weer naar boven brengen. Maar hier werd schuld erkend, zonder dat de andere partij er nog eens op hamerde. Waar die beweging is en we niet blijven kijken enkel vanuit eigen gezichtspunt, kunnen we verder in nieuw vertrouwen. Is dat niet de weg die God ons wijst? Gemakkelijk is die weg niet. Hij heeft ons ook geen kalme reis beloofd. Dwars door de woelige zee belooft Hij wel een behouden aankomst.

 

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 april 2020

De Wekker | 24 Pagina's

Het erfgoed van geloof – ballast of zegen? (3/3)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 april 2020

De Wekker | 24 Pagina's