Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerkdiensten gebukt onder maatregelen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerkdiensten gebukt onder maatregelen

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kerken mogen per 1 juni weer open, maar met beperkingen. In de maand juni maximaal 30 aanwezigen, in de maand juli maximaal 100. En natuurlijk op anderhalve meter afstand van elkaar met bijbehorend pakket van hygiënische maatregelen. We zijn dankbaar dat het weer in de goede richting gaat en zullen er maar het beste van maken. Maar zo lang we niet met heel de gemeente samenkomen, elkaar begroeten en uit volle borst zingen, blijven we treuren.

‘We mogen de ‘onderlinge bijeenkomst’ wel weer meer gaan waarderen’

‘Wellicht moet vanaf juni op elke zondag het Heilig Avondmaal bediend worden’

Is het mogelijk om kerkdiensten alleen uit te zenden? Is niet de kern van de zaak dat de gemeente van de Heere samenkomt rondom het Woord van God, in een dienst die een ontmoeting met de Heere is en met elkaar? De gemeente is geen groep aanwezigen bij een kerkdienst, maar komt samen om te aanbidden. Daarom is het maar de vraag wat we in deze tijd aan het doen zijn als we kerkdiensten live uitzenden met alleen de uitvoerenden in het kerkgebouw. Kunnen dat kerkdiensten zijn? Niet dat ik ondankbaar ben voor de mogelijkheden die er zijn. Maar het is behelpen, laten we dat niet vergeten.

Onmisbaar

De samenkomsten van de gemeente zijn onmisbaar. Er is namelijk geen alternatief. Dat lezen we in Hebreeën 10: 25: ‘Laten wij de onderlinge bijeen komst niet nalaten, zoals het bij sommigen de gewoonte is, maar elkaar aansporen, en dat zoveel te meer als u de grote dag ziet naderen.’ Deze tekst wordt vaak aangehaald als een aansporing tot trouwe kerkgang nodig gevonden wordt. Maar in Hebreeën speelt meer. Heel deze brief bestaat uit bemoediging en aansporing in tijden van vervolging. Waarom bleven de mensen bij de samenkomsten weg? Omdat het gevaarlijk was om te komen. Je kon gezien worden en gepakt. Je kon hoon over je heen krijgen. Je geloof werd zichtbaar. Het was veel veiliger om het geloof persoonlijk te beleven en alleen te komen als het uitkwam of veilig was.

Je zou zeggen: dat is pas een plausibele reden om de kerkgang even te laten. Maar nee, zegt de apostel, niet doen. Er vloeit nog geen bloed uit (Hebr. 12: 4). Je kunt komen, dus kom je. Ook als dat een hoge prijs met zich meebrengt. Blijkbaar is er volgens de apostel geen alternatief. Je zou zeggen: de kerkenraad kan toch de huizen langs, dan hoeft de gemeente geen gevaar te lopen. Maar dat kan niet: de gemeente moet samenkomen. Dat is wezenlijk. Het christelijke leven kan niet zonder.

Volgzaam

Zijn we als kerken te braaf geweest in het opvolgen van de maatregelen die de overheid afkondigde? Moeten we dringender vragen om ruimte voor kerken, zeker nu rare regels dreigen, alsof het geen verschil maakt of je 100 of 1000 (of meer) zitplaatsen in je kerkgebouw hebt, en alsof dopen binnen de anderhalve meter een gevaar voor de volksgezondheid zou op leveren en het zingen te vergelijken zou zijn met het brallen en scanderen in stadions?

Terugkijkend denk ik dat we niet te braaf zijn geweest. Kerkdiensten op de biddag hebben een rol gespeeld bij de verspreiding van het virus. Het was goede burgerzin en maatschappelijke ver antwoordelijkheid die ervoor zorgden dat de kerken met een mini male aanwezigheid uitzendingen gingen verzorgen. De overheid nam goede maatregelen.

Maar nu begint het toch te wringen. We moeten allemaal ons best doen om het virus te stoppen, niets daarvan af. Maar wie de drukte in sommige winkels ziet, en beseft dat de economie moet gaan draaien ook als soms de anderhalve meter niet mogelijk is, begint te denken: kunnen we in het licht van het belang van kerkdiensten ook te volgzaam zijn, te voorzichtig?

Doop

Deze coronatijd levert interessante discussies op. Mag je thuis avondmaal vieren als vanuit de kerk uitgezonden wordt? Als de werkelijke aanwezigheid van de gemeente daarbij heel wezenlijk is, geldt dat dan niet net zo van de hele dienst? Kunnen we dan maar beter toegeven dat er geen diensten zijn maar wel uitzendingen, uit de nood geboren?

En dan de doop. Want je moet erg lange armen hebben om de hoofden anderhalve meter bij elkaar vandaan te houden. Dus moeten we er een mouw aan passen, of een stok en een schelp. Theologisch niet veel op aan te merken, maar het ziet er niet uit. Afstandelijkheid past ook echt niet bij de doop. Dan zou ik nog liever de doop vanaf de kansel bedienen. Die anderhalve meter halen we dan wel. Als het nu echt nodig was. Maar kom, is het echt nodig? Stel je een dienst voor in kleine bezetting, met ruime afstand tussen de gemeenteleden. En dan treden de doopouders met hun kind naar voren. Een ‘bubbel’, geen afstand nodig. De predikant treedt naderbij, hij is gezond, natuurlijk, anders was hij thuis. Hij ontsmet zijn handen, spreekt de doopformule uit (goed, eventueel zelfs met mondkapje) en doopt het kind. Het is allemaal zo veel veiliger dan de kleuters en kinderen die inmiddels weer naar school gaan.

Laten de kerken de overheden dringend vragen om reële maatregelen, zodat doop en avondmaal op een gepaste wijze en zonder afleiding plaats kunnen hebben.

Noodsituatie

Kan er sprake zijn van erediensten zonder dat er gezongen wordt? Het is momenteel nog in beraad. Bij zingen vliegen er meer partikels in het rond dan bij praten. En zingen met mondkapjes is vrijwel ondoenlijk. Een gesmoord neuriën? Kan het zingen gemist worden? Ik zou zeggen: nee, zeker niet. Als het echt gevaar oplevert en de zorgvuldigheid die we verder in praktijk brengen aantast, moeten we het nog niet doen. Dat kan er nog wel bij, bij de treurnis van de voorzichtige opstart van kerkdiensten. Want echt blij zijn voordat we weer samenzijn met iedereen is toch niet aan de orde. Er kan maar een vijfde tot een kwart van de gemeente aanwezig zijn. Per toerbeurt moet je naar de kerk. Misschien eens of tweemaal per maand. We zijn er nog niet. We leven nog in een noodsituatie. Zingen is wezenlijk, maar blijft dan nog iets om naar uit te zien.

Het zal belangrijk zijn om bij de voorzichtige opstart van kerkdiensten te blijven denken aan de mensen thuis. Het moeten, ervan uitgaande dat er nu reeds live-uitzendingen zijn, hybride diensten zijn, met zowel goede aandacht voor de mensen thuis als in de kerk. De mensen thuis ‘hangen’ er niet bij. Er moet nog steeds ‘in de camera’ gesproken worden. Wellicht dat het een blijvend aandachtspunt is voor predikanten. Er zijn altijd luisteraars op afstand. Hoe betrekken we die er echt bij, ook in de toekomst?

Als we per toerbeurt naar de kerk gaan (ik neem aan dat elke zondag niet haalbaar is, of je moet vier of vijf keer dezelfde dienst achter elkaar houden), hoe moet dat met de avondmaalsbediening? De hygiëne kan met schalen en bekertjes wel gewaarborgd worden. Langer uit stellen dan nodig, is niet goed. Dan moet wellicht vanaf juni op elke zondag het Heilig Avondmaal bediend worden, om zo in een maand tijd de gehele gemeente in de gelegenheid te stellen. Er is dan een coronacrisis nodig geweest om het ideaal van Calvijn te bereiken, die graag wekelijks het avond maal bediend zag.

Samen

Het hele Nieuwe Testament ademt gemeenschap. Het gaat om ontmoeting, onderlinge bemoediging. De kerken die nu tevreden zijn omdat er toch niet zo veel verandert – alleen zitten de mensen niet in de kerk maar thuis – hebben misschien altijd al te weinig aandacht gehad voor de gemeenschap. Hebben we de gemeente te veel als toehoorders en toeschouwers gezien? Het is wezenlijk voor de liturgie dat er een ontmoeting, een dialoog is met de levende God. De gemeente is participerend aanwezig in gebed en zang, in het geven van de gaven, in luisteren, beamen en belijden.

Daar zie ik misschien nog het meest naar uit: naar een actieve gemeente, naar gezamenlijkheid. Het besef: we beleven en dragen deze eredienst samen. Niets is heerlijker voor een predikant dan te zien dat het Woord dicht bij de mensen komt en hen raakt. Predikanten moeten preken naar hun beste kunnen en laat de gemeente maar laten zien en merken dat er naar hartenlust geluisterd wordt.

We mogen de ‘onderlinge bijeenkomst’ wel weer meer gaan waarderen. Laten we met vreugde samenkomen. Al kan dat voorlopig maar met een treurig aantal.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 mei 2020

De Wekker | 24 Pagina's

Kerkdiensten gebukt onder maatregelen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 mei 2020

De Wekker | 24 Pagina's