‘Abortus gaat geen milieu of kerkverband voorbij’
Het was een roerige week: ‘Danny op straat’ besteedde aandacht aan de wakers bij abortus centra, wat felle reacties opleverde en de Haarlemse rechtbank kwam met een verbod op ‘demonstreren’ op minder dan een halve kilometer afstand.
Onderweg naar de Week van het Leven heb ik een gesprek met Jennifer van der Mast (66), werkzaam als hulpverlener via Schreeuw om Leven.
Hoe ben jij bij Schreeuw om Leven betrokken geraakt?
“Eind jaren negentig kwam ik er via mijn man mee in contact. In 2000 begon Schreeuw om Leven met ‘Er is Hulp’. Jaarlijks waren er hulpverlenerscursussen. Ook mannen bleken om hulp te vragen en Bert Dorenbos vroeg daarom mijn man om de cursus ‘Toegerust om te dienen’ te volgen. Ik ging mee; je kunt er immers altijd wat van leren. Aan het eind werd iedereen gevraagd: ‘Wat hoop jij hiermee te doen?’ De een zat in de verpleging, anderen werkten met kinderen, maar ik zei: ‘Ik weet het niet.’ In 2004 wist ik het wel. De vriendin van onze zoon raakte zwanger en er was door haar ouders al een afspraak gemaakt bij een abortuskliniek. Die werd afgezegd. Er is geen relatie uit gekomen, maar we hebben een kleindochter van vijftien. Met de (groot) ouders heb ik nog altijd contact.”
“Mannen en jongens vormen een vergeten groep”, stelt Jennifer. Voor hen is minder aandacht, maar abortus heeft op een man ook veel invloed. Zijn kind wordt hem afgenomen. Om maar weg te komen uit dat ellendige gevoel, vluchten ze vaak in middelengebruik en ontstaan verslavingen. Sommigen belanden in de criminaliteit en raken helemaal aan lagerwal. Mijn man heeft heel lang hulp verleend. In 2016 is hij overleden en ik mis hem ook in dit werk. Samen liepen we Marsen voor het Leven in Amerika, Berlijn, Parijs. Abortus is een mondiaal probleem. Het is geweldig als je elkaar kunt motiveren en bemoedigen in de strijd ertegen.”
Mars voor het Leven
“In Amsterdam startten we de Mars voor het Leven ooit met zo’n honderd man. Op het Beursplein. Bert Dorenbos op een zeepkist en iemand op een gitaar om wat liederen te zingen. In de loop der jaren werd de sfeer daar echter te grimmig. Je liep in het cen trum over de grachten en zag dat zogenaamde pro-choicers, blazend op schelle fluitjes, ons probeerden in te halen. Soms moest de politie ingrijpen. Toen de trappen van de kerk waar we na de Mars heen zouden gaan, beklad waren met rode verf – echt afschuwelijk – zijn we uitgeweken naar Den Haag: eerst op het Plein, later op het Malieveld. En nu dus in Utrecht, want de vele regels maakten het in Den Haag moeilijk en de stoet werd ook steeds langer. We mochten alleen nog om het Malieveld en in kantoorwijken lopen. In 2018 – ik liep vooraan – kwamen wij al terug, terwijl de anderen nog moesten vertrekken. Utrecht is geweldig! In de Jaarbeurs sta je droog. Fijn is ook de medewerking van Christian Verwoerds muziekgroep en de presentatie door Riekelt Pasterkamp. De politie heeft het heerlijk rustig daar, terwijl in Amsterdam politie bescherming echt nodig was. Ruim 11.000 deelnemers waren er vorig jaar. Voor het eerst kwam de Mars in het Achtuurjournaal. Dit jaar wordt het een digitale mars. Een groepje van vijftig personen loopt de Mars met de gebruikelijke banners. Anderen kunnen bijvoorbeeld in hun eigen gemeente lopen en dat filmen. In het begin waren het vooral mensen uit evangelische kringen die meeliepen. Ik ben blij en dankbaar dat nu ook reformatorische christenen aansluiten. Er rijden bussen vanuit Zeeland, Urk en vele andere plaatsen.”
We noemden de reportage over ‘demonstranten’ bij abortusklinieken, hoe sta jij hierin?
“Eerst: Het zijn geen klinieken. In klinieken worden mensen beter gemaakt, dáár worden kinderen vermoord. Onze wakers worden veelal op één hoop gegooid met activisten van bijvoorbeeld ‘Jezus Redt’, terwijl deze groepering een andere benadering kiest. Dat iemand ‘moordenaar van haar eigen kind’ is, mag zo zijn, dat hoef je deze vrouwen niet te zeggen. Daar komen ze vaak vanzelf wel achter. Het is heel triest dat de wakers in Haarlem vijfhonderd meter uit de buurt van een abortus centrum moeten blijven. Andere gemeenten willen hetzelfde. Stisan, een koepel van negen abortuscentra, wil dat er een landelijk verbod op ‘demonstraties’ komt. Het gaat echter niet om demonstranten. Wakers werken altijd minstens met z’n tweeën. De een spreekt – voorzichtig – mensen aan, de ander staat een eind verderop en bidt. Dat is wat we doen. Alles wordt aangepakt om de mond van het ongeboren leven te snoeren. Het gaat over rechten van de vrouw, maar waar zijn de rechten van het kindje? Het heeft een eigen bloedsomloop, een eigen hartje. Er zijn nu voorstellen voor een initiatiefwet om abortus gemakkelijker te maken. De abortuspil wordt dan door de huisarts verstrekt, waarmee de bedenktijd van vijf dagen vervalt. Deze pil kan tot acht weken: het hartje klopt dan al. Zo’n abortus is pijnlijk en er zit een risico aan vast.”
Schuldgevoel achteraf
“De vraag naar een abortus kan zowel van een schoolgaande tiener komen als van een vrouw op leeftijd, die vindt dat haar gezin compleet is. ‘Had ik maar geweten hoe ik me had gevoeld, had iemand me maar verteld hoe het is.’ Dat horen we vaak in de hulpverlening. Vrouwen krijgen achteraf meestal schuldgevoelens, soms na tientallen jaren. Soms raakten ze zwanger door verkrachting en vertellen dat ze de verkrachting wel verwerkt hebben, maar de abortus niet. Een enkele keer heeft een vrouw geen schuldgevoel, maar meestal zit men er wel mee. Soms ontstaat dit pas bij een nieuwe zwangerschap of juist omdat het de laatste was. Vaak wordt het voorgesteld als ‘het moet kunnen’. Alsof je een kies trekt! ‘Morgen gaat het wel weer beter.’ Maar daarna begin de ellende. In de meeste gevallen wordt bij het maken van de echo voorafgaand aan de abortus het scherm weggedraaid. Anders zien vrouwen dat het echt een kindje is. Daarom heb ik altijd die plastic poppetjes bij me van een foetus van ongeveer twaalf weken, de leeftijd waarop de meeste abortussen plaatsvinden. Ik vraag hoe ver ze zijn en laat zien hoe het kindje er dan uitziet. Dat is heel krachtig. Natuurlijk is de andere werkelijkheid er ook. Op het nieuws en in films krijgen we soms gruwelijke dingen te zien, maar een verwoest lichaampje na een abortus bij ongeveer 13 weken, dat kan niet. Wij werken trouwens niet via schokkende foto’s, maar benadrukken de menswaardigheid van het leven. Liefdevol, niet veroordelend, opkomen voor het leven. We zijn pro-life, niet anti-abortus.”
Wat zouden kerken kunnen doen?
“Beleg avonden! Vertel wat abortus met iemand doet en laat de ervaring spreken. Waarom plegen vrouwen abortus en waarom kan het zo makkelijk, gezien de gevolgen? Gevolgen voor de vrouw en haar omgeving, maar ook voor de economie, de maatschappij. Kerken maken zich er echt te weinig druk om, maar het gaat geen kerk of kerkverband voorbij, het gaat geen enkel milieu voorbij. Het is belangrijk om een vertrouwenspersoon te hebben, zeker binnen de behoudende kerken. Er moet voorlichting zijn waar hulp te vinden is. En Wekkerlezers: doe mee met de Mars voor het Leven – ook al is het digitaal – en abonneer je op het blad Leef. Het ongeboren leven, dat zelf geen stem heeft, is beschermwaardig, dus kom ervoor op!”
‘Voor mannen en jongens is minder aandacht, maar abortus heeft op een man ook veel invloed’
‘Het gaat over rechten van de vrouw, maar waar zijn de rechten van het kindje met een eigen bloedsomloop en een eigen hartje?’
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 november 2020
De Wekker | 24 Pagina's