Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Relaties (5) – Een gebroken gezin

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Relaties (5) – Een gebroken gezin

8 minuten leestijd

Lezen: Genesis 27: 41 - 28: 9

Van een gebroken gezin wordt meestal gesproken na een echtscheiding. Er zijn echter ook andere oorzaken denkbaar waarom gezinnen uiteenvallen of gezins leden van elkaar verwijderd raken. Denk aan botsende karakters, een erfeniskwestie of situaties die het gevolg zijn van mishandeling of misbruik binnen het gezin. Ook in Genesis 27 gaat een gezin stuk. Was het een zaak van karakterverschillen tussen de zoons, waarop vader en moeder verschillend reageerden? Of moet je zeggen dat er eigenlijk meer achter zat? Het ging uiteindelijk over de vraag wie de geestelijke erfgenaam van vader Izak zou worden. De manier waarop Rebekka en Jakob daarbij te werk zijn gegaan, heeft voor alle gezinsleden grote gevolgen gekregen. Voor Jakob draait het erop uit dat hij ‘het huis uit moet’. Die gebeurtenis zegt weer van alles over het onderwerp ‘relaties’. Niet in het minst over de relatie met God.

Wat Jakobs broer hem toewenst

Soms lijkt het de enige oplossing in een vastgelopen situatie: dat een van de gezinsleden (tijdelijk) elders gaat wonen. Het kan een nuttige time-out betekenen, zeker als er niet alleen van verbaal maar ook van (dreigend) fysiek geweld sprake is. Zo is het ook aan het eind van Genesis 27. Na het bedriegen van vader Izak, door Rebekka bedacht en door Jakob uitgevoerd, is Ezau furieus! Hij schreeuwt letterlijk moord en brand.

Uiteraard is dat om te beginnen een zaak van diepgewortelde haat. Er zit bij Ezau echter nog iets achter. We begrijpen dat hij inmiddels toch meer belang bij het eerstgeboorterecht heeft dan op de dag dat hij dat weggaf voor een schotel linzensoep. Ezaus moordplannen bedoelen daarom niet alleen zijn woede te koelen. Als Jakob er niet meer is, biedt dat nieuwe kansen om alsnog vaders zegen te krijgen!

Gelukkig wordt door Jakobs snelle vertrek deze dreiging afgewend. Vervolgens zie je dat Ezau het over een andere boeg gooit. Hij begrijpt dat Jakob onder meer door zijn vader naar de familie in Paddan-Aram wordt gestuurd om daar een vrouw te vinden. In feite een herhaling van Genesis 24! Ezau voelt aan dat een en ander verband houdt met Jakobs toekomstige positie als dé erfgenaam van Izak. Intussen weet hij ook heel goed hoe vader en moeder tegen de twee vrouwen aankijken met wie hij zelf een huwelijk is aangegaan. Die komen allebei uit Kanaän. En Genesis 28: 8 herhaalt wat al eerder te horen was: daar zijn Ezaus ouders niet bepaald content mee (vgl. Genesis 26: 34-35). En dat is nog zwak uitgedrukt. In dat licht moet je het derde huwelijk zien dat Ezau sluit, ditmaal met iemand die toch ook nog familie is: Mahalath, net als Ezau een kleinkind van Abraham! (Genesis 28: 9)

Slaagt deze poging om Izaks gunst en zegen te herwinnen? Natuurlijk niet. Ezau slaat, zonder er zelf erg in te hebben, de plank mis. Zo gaat dat immers als iemand op eigen houtje ‘geestelijk’ probeert te doen. Dat is altijd tot mislukken gedoemd. 1

Wat Jakobs moeder hem toebidt

Overigens, dat het heilloos is om op eigen houtje te willen bereiken wat in feite een zaak van genade is, heeft de moeder van dit gezin ook moeten leren. Genesis 27 tekent ons Rebekka niet op haar best. Berekenend gaat ze te werk. De liefde voor haar man maar ook de relatie met God lijken op een heel laag pitje te staan. En als het in haar plannen past, deinst ze niet terug voor een ‘leugen om bestwil’. Dat werpt overigens ook een bepaald licht op die karaktertrek die we bij Jakob meermaals in Genesis tegenkomen. Hij heeft het van geen vreemde. Dat bepaalt ons erbij dat zonde zowel aangeboren als aangeleerd is. Jakobs leugenachtigheid heeft hij op twee manieren van zijn moeder overgenomen. Geërfd én nagevolgd. 2 Dat bewijst maar weer eens hoe belangrijk het voorbeeld is dat kinderen thuis van hun ouders meekrijgen. Ook in hun taalgebruik en hun kijk- en luistergedrag. En in hun houding ten opzichte van de kerk. Omdat dat via de dagelijkse omgang, ongemerkt, invloed heeft, is het zaak om hierin als ouders biddend en gewetensvol te werk te gaan. Ook de meest onopvallende gedragspatronen trekken nog jarenlang hun sporen. Dat werkt trouwens naar twee kanten: negatief én positief.

Laten we niet over het hoofd zien dat dwars door alles heen die positieve kant ook in dit gedeelte bij Rebekka merkbaar is. Ondanks alles is ze een vrouw met oog voor Gods zegen en voor het leven dat daarbij past. Ze beseft: met een vrouw uit Kanaän worden mijn jongens niet gelukkig. Vandaar dat zíj met het plan komt om Jakob naar Paddan-Aram te sturen. Opdat hij daar zal vinden wat haar schoonvader indertijd voor Izak verlangde: een vrouw met wie hij God kan vrezen en dienen.

Wat Jakobs vader hem toegeeft

Een lichtpuntje in dit gedeelte is, dat Izak en Rebekka het daarover gelukkig roerend eens zijn. Izak is vatbaar voor de argumenten van zijn vrouw. De gewilligheid die hij daarin aan de dag legt, is wel opvallend te noemen. Zowel tegenover Rebekka als tegenover Jakob. Als vader en zoon met elkaar spreken, komt er geen verwijt over Izaks lippen. Daar doet hij overigens ook verstandig aan. Ook zijn gedrag was immers laakbaar. Door toe te geven aan zijn eigen (culinaire) verlangens en voorkeuren, was hij tijdelijk het zicht op Gods raad en wil kwijtgeraakt. Dat is nu veranderd. Daarom is zijn zwijgen geen teken van zwakheid of lafheid ten opzichte van zijn zoon. Izak buigt in het accepteren van de status quo voor Gods wil! Wat is dat nodig: leren buigen voor God. Als je tot bekering komt, en als je voor de zoveelste keer tot bekering moet komen … 3

Vervolgens zien we dat Izak in het toegeven aan de huidige situatie zijn zoon ook nog een toegift meegeeft. Voor hij hem naar de familie in Haran stuurt, klinkt opnieuw een zegen. Als je goed luistert, hoor je dat die zegen anders klinkt dan in Genesis 27: 28- 29. Achteraf gezien was die zegen nogal aardsgericht. Niet vreemd als je bedenkt dat Izak zelf op dat moment behoorlijk aardsgericht is. In Genesis 28 is de man geestelijk weer op z’n plek gekomen. En het is meteen te horen ook. De zegen klinkt nu voluit geestelijk van toon. Het gaat niet om wat voorspoed en welvaart, maar om het doorgeven van de zegen van Abraham! De zegen van het ‘zaad’ en van het ‘land’, dat beloofd wordt aan hem die als een vreemdeling op aarde dient te verkeren (Genesis 28: 4).

Wat Jakobs God hem toeschikt

Met die zegen bedeeld, gaat Jakob op reis. Je zou zeggen: wat wil Jakob nog meer? Wie deze zegen heeft, bezit álles! Maar zie hem gaan: op dit moment voelt hij niet hoe rijk hij is. Hij moet weg uit zijn vertrouwde omgeving. Weg van de tenten, waarin hij graag vertoefde (Genesis 25: 27). Weg van zijn ouders. Ook van zijn moeder, die hij nooit meer terugziet. Hij is weliswaar een mens met een toegezegde zegen, maar intussen voorlopig ook een berooide zwerver. Iemand aan wie heerschappij beloofd is, maar vooralsnog zal hij de knecht worden van oom Laban. Iemand zegt misschien: ‘Dat is het verdiende loon voor zijn bedrog! God bezoekt in deze weg Jakobs zonde.’ Het is waar: Gods kinderen zondigen niet goedkoop. Toch is straf niet het enige dat God hem toeschikt. In de weg die God Jakob op stuurt, gaat Hij hem onderwijzen en geestelijk doen groeien. Onder meer om ruimte in zijn hart te maken voor de vervulling van Zijn beloften.

Is dat niet een wezenlijk onderdeel van de relatie tussen God en Zijn kind? Toegezegd heil moet wel toegepast heil worden. En daar moet ruimte voor gemaakt worden. Ook daarom moet Jakob op reis. Dat pad brengt hem niet alleen in Haran, maar ook in Bethel en Pniël. Jakob kan dat nu nog niet bekijken, maar zal in deze weg heel veel leren. Zo toont deze geschiedenis niet alleen de vruchten van Izaks en Rebekka’s opvoeding, maar wordt ook iets zichtbaar van de manier waarop de hemelse Vader Zijn kinderen grootbrengt. Grootbrengen door klein te maken. Wijs, geduldig, liefdevol en met de beste bedoelingen! 4

Gespreksvragen

1. Paulus zegt in 1 Korinthe 2: 14 dat de natuurlijke mens niet verstaat de dingen die des Geestes Gods zijn. Probeer in uw eigen woorden te omschrijven hoe dit ook bij Ezau naar voren komt. Wat kunnen we hieruit leren?

2. Ook zondig gedrag is zowel aangeboren als aangeleerd. Humanisten benadrukken alleen het eerste. Welk gevaar ligt erin om zonde alleen als iets erfelijks te zien?

3. Er is een tijd geweest dat ouders het als een teken van zwakte zagen om eigen fouten en zonden tegenover hun kinderen toe te geven. Waarom is dat een onjuiste gedachtegang?

4. Een vraag voor ouders: heeft u uit de wijze waarop God met u omgegaan is, wel eens praktische lessen mogen trekken voor uw eigen opvoeding?

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 april 2021

De Wekker | 24 Pagina's

Relaties (5) – Een gebroken gezin

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 april 2021

De Wekker | 24 Pagina's