Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Relaties (6) – Op vaders begrafenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Relaties (6) – Op vaders begrafenis

Lezen: Genesis 35: 27-29

8 minuten leestijd

Hoeveel huwelijken eindigen uiteindelijk in een scheiding? Het antwoord zal u wellicht verrassen, maar dat betreft in feite 100%. 40% van de Nederlandse huwelijken loopt vroeg of laat uit op een scheiding die men zelf bij de rechter aanvraagt. Van de overige huwelijken zegt men echter terecht: het is ‘tot de dood ons scheidt’. Ook van andere relaties, verbanden en verbintenissen geldt: ze zijn eindig. Er is slechts één relatie die nooit stopt. Dat is de relatie waarvan Paulus schrijft dat niets, zelfs de dood niet, ons kan scheiden van de liefde van God in Christus Jezus! (Rom. 8: 38-39) Wat is het nodig om dat, ook in het onderhouden van allerlei menselijke relaties, voor ogen te houden. Ook als we in Genesis 35 getuige zijn van het einde van het gezinsverband dat eenmaal door Izak en Rebekka werd gesticht. Dat gezin ‘eindigt’ in feite op de begrafenis van vader Izak.

De vader begraven

Het is iets dat in elk mensenleven toch wel een markering verdient: het moment waarop het ouderlijk huis wegvalt. Dat gebeurt ook in Genesis 35. Sinds Genesis 28 is er een hele tijd verstreken. Ezau en Jakob waren toen 40 en hebben inmiddels zelf dus ook een respectabele leeftijd bereikt: ze zijn beiden 120 jaar als vader Izak op 180-jarige leeftijd overlijdt. Beiden hebben een gezin gesticht en hebben zich in Genesis 33 ook met elkaar verzoend.

Jakob is sindsdien terug in Kanaän. Bij zijn terugreis uit Haran vertelt Genesis 31: 18 dat het de bedoeling was om terug te gaan naar vader Izak. Vóór Genesis 35: 27 lees je echter niet dat het ervan gekomen is. Wel wordt uit dat vers duidelijk dat als Jakob zijn vader eenmaal bezoekt, het niet om een kortstondige visite gaat maar om een blijvend ‘thuiskomen’. De locatie is in dat verband veelzeggend: Mamre bij Hebron. De plaats waar Abraham en Izak als vreemdeling verkeerd hadden. Ook de plaats waar Abraham was begraven (Gen. 25: 9).

Wat zegt dat over Jakob? Is het gewone verbondenheid aan het voorgeslacht? De vermelding van het begrip ‘vreemdelingschap’ toont dat er meer aan de hand is. Ook Jakob schaart zich bewust in de rij van de ‘geestelijke allochtonen’ met wie God Zijn verbond heeft gesloten. Ook hij zal wel in Kanaän wonen, maar er nooit echt thuis zijn. En dat herkennen al zijn geestelijke familieleden, tot in de eenentwintigste eeuw toe!

Jakob treedt dus, anders dan broer Ezau op het gebergte Seïr (buiten Kanaän!), in het voetspoor van Izak. En dan komt het moment waarop vader sterft. Een eindpunt, maar nog meer een nieuw begin: de tentbewoner mag stadsbewoner worden! (Hebr. 11:10) Van de begrafenis van zo iemand gaat iets uit. En zo is het ongetwijfeld ook met Izaks begrafenis geweest. 1

De strijdbijl begraven

Izak mocht weliswaar 180 jaar oud worden, maar in zekere zin was de man altijd ‘kind’ gebleven. Kind van Abraham en kind van God! Hij was niet de meest prominente aartsvader. Volmaakt was hij ook niet (zie Gen. 25 en 27), maar door Gods trouw wel vreemdeling op aarde geworden en gebleven. Zo is Izak door genade zalig geworden. En zijn zoons? Ze worden in vers 29 beiden genoemd. Ze zijn op de dag af even oud, maar voor het overige totaal verschillend, qua uiterlijk, karakter én geestelijk leven. En er was zoveel tussen beiden voorgevallen, dat je niet had durven voorspellen dat ze nu zij aan zij bij vaders graf zouden staan (vgl. bijv. Gen. 27: 41). Maar ze staan er. Het wordt nadrukkelijk gezegd: ‘En zijn zonen Ezau en Jakob begroeven hem.’ Alsof de Bijbelschrijver wil zeggen: wat bijzonder. Ze hebben samen vader de laatste eer bewezen.

Zoals gezegd vertelt Genesis 33 hoe het tussen beiden weer goed was gekomen. Hoewel je er meteen bij moet zeggen dat dat niet betekende dat de beide broers geestelijk op één lijn waren komen te liggen. Ezau was dan toch de man gebleken die met het ‘vele’ van deze wereld tevreden was. Jakob had door genade geleerd dat een mens pas tevreden kan zijn als hij ‘alles’ mag hebben: Gods zegen voor dit én voor het toekomende leven!

Intussen is het wel mooi om te zien dat de strijdbijl is begraven. En dat dus tussen twee broers die geestelijk niet eens op één lijn lagen! Het is pijnlijk – en in feite onbegrijpelijk – als dat niet blijkt te lukken in families die wél hetzelfde geloof belijden. Soms lid van dezelfde kerk, maar toch niet zover als Ezau en Jakob. Desgevraagd zijn er allerlei verontschuldigingen. ‘Kwam die ander maar eens over de brug …’ Is dat tegenover God en mensen vol te houden? Van de minste zijn is nog nooit iemand minder geworden. En als het goed is, gaat onze verzoening met elkaar dan nog verder dan die tussen Jakob en Ezau. Laatstgenoemde zal in Genesis 33 gedacht hebben: ‘Vooruit, zand erover! Het is zo lang geleden en ik ben er toch wel gekomen zonder Gods speciale zegen.’ Ds. H.C. van der Ent zei wel eens: ‘Zand erover is niet genoeg. Zand waait weer weg. Er moet bloed over onze zonden en ook over onze meningsverschillen!’ Zo is het ook. We hebben de toepassing van Christus’ bloed nodig. Dat bloed verzoent met God. En het heeft ook kracht in zich om elkaar te leren vergeven en met elkaar verzoend te worden. 2

De oude mens begraven

De afloop van deze geschiedenis onder streept dat Jakob en Ezau op vaders begrafenis wel samen geweest zijn, maar dat er ten diepste toch een kloof tussen beiden is blijven bestaan. Jakob blijft naderhand bij Izaks tent, Ezau gaat terug naar Seïr. Genesis 36 vermeldt vervolgens nog kort zijn geslachtslijn. Maar het gaat met Ezau net als eerder met Ismaël in Genesis 25: nog even een korte vermelding, om vervolgens uit het zicht te verdwijnen. De Schrift gaat namelijk verder met het trekken van de lijn van het verbond op weg naar de komst van Christus. Daar valt Ezau met zijn nageslacht buiten. Omdat hij een verworpene was? Je kunt ook zeggen: omdat hij God en Zijn belofte veracht heeft. Dat was tenslotte zijn eigen keuze. 3

Voor zover we uit Genesis weten, hebben Jakob en Ezau elkaar na Izaks begrafenis nooit meer ontmoet. Een bezegeling van hoe het in Genesis 33 al ging, toen ze elkaar voor het eerst sinds jaren weer even zagen. Iemand zegt: ‘Ezau was toen zo joviaal en hartelijk geweest. Lag het niet aan Jakobs houding dat het meteen weer tot een afscheid kwam?’ In zekere zin wel. En de aanpak was daarbij ook typisch die van ‘Jakob’ geweest. Niet recht door zee, maar met allerlei verontschuldigingen omgeven. Echter: de diepste reden voor de afstand die hij tot zijn broer nam, kwam niet van ‘Jakob’ maar van ‘Israël’. Het had een geestelijke achtergrond. Jakob was door genade een geestelijk mens geworden. Met de strijd die ieder kind van God kent: tussen de oude en de nieuwe mens. Het dagelijks proces van sterven en opstaan. Daarbij hoort ook het afstand moeten nemen van wat niets met God en Zijn verbond te maken wil hebben. ‘Wijk, werelds gewemel, ik moet naar de hemel, verhinder mij niet!’ (Hieronymus van Alphen)

Dat brengt ons terug bij de relatie met God. Die relatie vergt heiligmaking, en die heeft twee kanten. Onder meer het afsterven aan en het begraven van je oude mens. Betekent dat het verbreken van allerlei vriendschappen? Dat kan. En geen contact meer met ongelovige familieleden? Familie kies je niet, maar krijg je. Maar geloof kan wel zorgen voor een bepaalde afstand. Dat betekent niet dat je liefdeloos wordt of niet meer meeleeft als er zorgen zijn. Toch houdt Jakob wel op een bepaalde manier afstand tot zijn broer. Letterlijk, maar vooral innerlijk. Ze maken andere keuzes, spreken een andere taal en streven andere doelen na. Daarbij zegt een ‘Jakob/Israël’ als Asaf: ‘Het is mij goed nabij God te zijn’ (Ps. 73). Daartussen mag niets of niemand een wig drijven.

Het kan Gods kind ook vandaag wel eens onbegrip en ook eenzaamheid opleveren. Jezus voorzegde het ook al: dat ervaar je soms tot in je familie toe (Matth. 10: 36). Hij gaf er echter een rijke belofte bij: ‘Er is niemand, die verlaten heeft huis, of broeders, of zusters, of vader, of moeder, of vrouw, of kinderen, of akkers, om Mijnentwil en des Evangelies wil, of hij ontvangt honderdvoud, nu in dezen tijd, huizen, en broeders, en zusters, en moeders, en kinderen, en akkers, met de vervolgingen, en in de toekomende eeuw het eeuwige leven’ (Mark. 10: 29-30). 4

Vragen

1. Denkt u er wel eens aan welke herinnering uw leven, rouwdienst, graf en foto’s zullen nalaten? Hoe zou u daarin een geestelijk getuigenis kunnen neerleggen?

2. Volgens 1 Johannes 4: 20 is de houding tegenover de naaste de toetssteen voor de verhouding tot God. Wat vindt u van die gedachte? En (hoe) hanteert u die toetssteen in uw omgang met andere mensen?

3. Op welke manier komt Ezaus nageslacht ná Genesis in de Bijbel naar voren? Wat zegt dat over de wijze waarop Jakob reeds afstand meende te moeten nemen van zijn broer en diens gezin?

4. Welke lessen heeft u in de Bijbelstudies over Izaks gezin geleerd over uw eigen relatie tot God en de naaste?

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 april 2021

De Wekker | 24 Pagina's

Relaties (6) – Op vaders begrafenis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 april 2021

De Wekker | 24 Pagina's