Familie (5) – In gesprek: de kinderen
Voor kinderen is een goede relatie met hun ouders van levensbelang. Als de relatie met beiden of een van beiden niet goed is, dan heeft dat op een of andere manier invloed op andere relaties. Op de relatie met de partner, de eigen kinderen, andere familieleden, vrienden, collega’s, onbekenden die ze tegenkomen. Het zijn ‘onschuldige derden’.
Ze zijn niet verantwoordelijk voor de relatie die een kind met zijn of haar ouders heeft noch voor het onrecht dat een kind ondervond in die relatie. En ze zijn niet degenen bij wie de verantwoording ligt om dit op te lossen. Eenvoudig gezegd zijn de onschuldige derden het verkeerde adres waar een volwassen kind op de deur bonst. Hoewel je wat je overkwam terecht als onrecht ervaart, zet je in feite ondervonden onrecht voort in nieuw onrecht, als in een vicieuze cirkel.
In het derde artikel gaf ik aan dat ouders meer verantwoordelijk zijn voor de relatie met hun kind, zodat het genoeg over heeft om drager te kunnen zijn voor de volgende generatie. Maar ook volwassen kinderen hebben hun verantwoordelijkheid. Aan de ene kant voor het eren van hun ouders en aan de andere kant in hun verantwoordelijkheid voor de volgende generatie.
Het eren van ouders door volwassen kinderen is op allerlei manieren zichtbaar, bijvoorbeeld:
- in de manier waarop ze met hun ouders omgaan;
- door zelf ouder te worden en aan hun kinderen door te geven wat ze van hun ouders ontvingen;
- door het gekozen beroep: opa onderhield de wegbermen, zijn zoon gaat bij een bestratingsbedrijf werken, de kleinzoon gaat weg- en waterbouw studeren;
- door de politiek in te gaan en zo aan de maatschappij te geven wat in de opvoeding ontvangen is;
- door voor hun ouders te zorgen als ze oud zijn.
Doorbreken van onrecht
Bij de verantwoordelijkheid voor de volgende generatie gaat het behalve om het zorgen en opvoeden van hun kinderen ook om het doorbreken van het doorgeven van onrecht. Als voorbeeld een gedicht van Ida Gerhardt.
Het distelzaad Ik hoorde een vrouw; zij zeide tot haar kind,
zómaar op straat: ‘’t Was heel wat beter als
jij nooit geboren was.’ Het zei niets terug, het was nog klein, maar het begon ineens sleepvoetig traag te lopen; als een die in ballingschap een juk met manden torst en radeloos merkt dat zij zwanger is. In Babylon misschien of Nineveh.
Ja, het wàs zwanger, zwanger van dat woord.
Dat was, in duisternis ontkiemd, op weg: tot in het derde en vierde nageslacht.
Ida Gerhard schetst een situatie, zomaar een paar woorden die zij opvangt op straat. De moeder van het kind weet zich later misschien helemaal niet meer te herinneren dat ze dit gezegd heeft. Was het in een moment van moedeloosheid gesproken of vulde het vaker haar gedachten? Maar het komt wel aan bij het kind en wortelt daar, het kind gaat er zelfs naar lopen, alsof het een gewicht op de schouders draagt. Kan dit meisje als ze zelf volwassen is en kinderen heeft, voorkomen dat ze ook iets dergelijks zegt tegen haar dochter? Of legt ze ook haar kind een gewicht op de schouders? En als het niet dergelijke woorden zijn, is het misschien op een andere manier: door bijvoorbeeld van haar dochter de liefde en erkenning te verwachten die ze van haar moeder niet kreeg. Wat geef je door … tot in het derde en vierde geslacht?
Om een dergelijke vicieuze cirkel te doorbreken, is het nodig dat ook volwassen kinderen bij zichzelf te rade gaan, op onderzoek uitgaan. Net zoals de ouders in het vierde artikel, als voorbereiding op een gesprek of om de relatie met hun ouders te verbeteren. Om begrip en inzicht te krijgen naar eigen ouders toe, naar de grootouders, naar zichzelf, hoe ze in het leven staan en met andere mensen en hun omgeving omgaan, ten behoeve van de volgende generaties.
De Vader
Voor kinderen die hebben gebroken met één of beide ouders ligt er de vraag: wat maakte dat hij of zij afstand nam? In de gelijkenis van de twee zonen in Lukas 15 kan het zo verlopen:
Vraag aan de jongste zoon: Hoe is het gekomen dat je je erfdeel hebt opgevraagd en vertrok uit het huis van de Vader?
Antwoord jongste zoon: Misschien omdat ik niet de eerste ben, omdat ik mijzelf ruimte wilde geven en de situatie duidelijk maakte door te vertrekken.
Vraag aan de oudste zoon: Hoe is het gekomen dat je altijd bij je Vader gebleven bent?
Antwoord oudste zoon: Ik moest wel blijven toen de ander vertrok. Wie moest er anders voor mijn Vader zorgen?
Beiden krijgen erkenning van de Vader dat ze Zijn zoon zijn, bij Hem horen. De jongste zoon doordat de Vader op hem wacht en hem met open armen ontvangt. De oudste zoon door de woorden: ‘Mijn jongen, jij bent altijd bij me, alles wat van mij is, is van jou.’
Voorbereiding
Voor volwassen kinderen geldt hetzelfde in de voorbereiding als in het vorige artikel aangegeven is voor de ouders. Voor hen is de eerste vraag: wat motiveert je ten diepste om de relatie met je vader en/of moeder te verbeteren? Wie zie je voor je als je naar de toekomst kijkt? Bij de volgende stappen zijn er dezelfde vragen. De laatste stap is de verbeelding: om als volwassen kind te proberen vanuit de positie van de eigen ouders te kijken. Marian maakte zich als vijftiger nog steeds boos om haar ouders die haar voor haar gevoel miskend hebben in haar verantwoordelijkheid. Toen ze achttien was, kreeg ze verkering en als ze haar vriend mee naar huis nam, lieten haar ouders haar nooit alleen met hem. Dat stak haar, dat ze haar niet vertrouwden, terwijl de ouders van haar vriend er geen enkele moeite mee hadden om hen alleen in huis achter te laten. Maar toen Marian vanuit de positie van haar ouders keek, begon ze te begrijpen dat ze dit deden om haar te beschermen. Zelf moesten ze trouwen op die leeftijd, ze gunden hun dochter een ander begin van haar huwelijk. Toen dit tot Marian doordrong, kon ze langzamerhand haar boosheid hierover loslaten.
Het gesprek
Bij het in gesprek gaan met de eigen ouders is het belangrijk om de dialoog te zoeken. Als je als volwassen kind in je eigen verhaal blijft hangen dan ontstaat er geen opening richting ouders. Er ontstaat pas echt contact als je behalve het vertellen van je eigen verhaal ook zelf gaat luisteren. Als je vragen gaat stellen en probeert te begrijpen wat je ouders nu eigenlijk bedoelen, dan ga je de context ontdekken. En als je zelf dingen verkeerd hebt gedaan, kun je dat erkennen en er vergeving voor vragen. Het is van belang om samen te zoeken naar een manier die recht doet aan zowel hoe jij je leven hebt ingericht als aan wat voor je ouders belangrijk is.
Twee Bijbelse noties wil ik meegeven. De ene is om barmhartig te zijn zoals de Here God barmhartig is. In Exodus 20: 5-6 zegt God dat Hij ongerechtigheid bezoekt tot in het derde en vierde geslacht, maar Zijn barmhartigheid rijkt vele malen verder, die is aan duizenden van wie Hem liefhebben en Zijn geboden in acht nemen. Een misstap begaan in het voorgeslacht woekert voort, maar waar barmhartigheid is, waar onrecht wordt rechtgezet, wordt het voortwoekeren doorbroken en is herstel mogelijk. Als volwassen kind kun je negatieve dingen uit de familie opheffen, stoppen. Het is God de Vader Die kracht geeft tot dat herstel, Hij moedigt ons ertoe aan.
De andere Bijbelse notie is de invloed van de duivel in onze relaties, de specialist in het verstoren van de communicatie. In Efeze 6: 10-17 schrijft Paulus hoe wij ons kunnen wapenen tegen deze communicatieverstoorder. Een paar wapens haal ik naar voren:
- De gordel van de waarheid omdoen: dit gaat over betrouwbaarheid in onze levenswandel, te vertrouwen zijn in je handelen naar anderen toe;
- Het borstschild van gerechtigheid: net als bij waarheid gaat het hier om de relatie; hoe sta je tegenover God en tegenover je naaste? De Here God heeft Zijn gerechtigheid aan ons getoond door Zijn reddend handelen in Christus. Zijn wij in staat om vandaaruit onze naaste recht te verschaffen? Om, waar onrecht ligt, dat te veranderen?
- Bereidheid van het Evangelie van de vrede als sandalen aan de voeten: er klaar voor zijn om vrede te brengen; er goed over nadenken hoe je dat doet. Vrede brengen: aan de manier waarop we lopen is al te zien en te horen wat we komen brengen.
- De Geest, Gods woorden als zwaard: met alle voorbereiding en gebed kan het gesprek met een gerust hart aan God en Zijn Geest worden overgelaten. In het spreken met elkaar, in het elkaar vinden ligt ook het weerstaan van de communicatieverstoorder de duivel.
Het zesde en daarmee laatste artikel zal gaan over hoop en geduld.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 2021
De Wekker | 24 Pagina's