Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

God van vrede

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

God van vrede

We zijn geroepen de vrede van God uit te dragen

9 minuten leestijd

Tegen de tijd dat het Kerst is, hebben we de buik meer dan vol van de zoetige kerstlievigheid die we via allerlei reclame over ons heen krijgen. De oppervlakkige kerstdeunen in de winkelstraten geven de indruk dat alles eigenlijk pais en vree is, en dat zo ongeveer iedereen van goeden wille is. T

We weten allemaal wel beter, en toch dompelt men ons ieder jaar weer onder in die sfeer die zo pijnlijk onecht is. Want tussen de reclameblokken door krijgen we in het nieuws te horen wat er allemaal aan kwaad, geweld, boosheid, onverschilligheid en noem maar op zich wereldwijd ook nu weer voordoet.

Voor het imposante gebouw van de Verenigde Naties in New York staat een beeld van een smid die een zwaard tot een zeis omsmeedt. Het beeld is ontleend aan het Oude Testament, het is deel van de profetie waarin een nieuwe tijd wordt aangekondigd (zie Jesaja 2:4 en Micha 4:3). De vijandschap tussen mensen en volken is tot een einde gekomen, de volken zoeken en vinden hun thuis in Jeruzalem waar de Here woont en ze vragen naar zijn heilzame geboden, om ernaar te leven. Men zal zitten onder de eigen wijnstok en vijgenboom. Het woord ‘vrede’ staat daar niet, maar dit is wel wat vrede inhoudt.

Wie vandaag in deze wereld om zich heen kijkt ziet daar weinig van, eerder het tegendeel. Met de vrede in de samenleving en tussen de volkeren staat het er niet florissant voor, en een beweging vanuit de volken naar Jeruzalem, naar de tempel, naar Christus is er al helemaal niet te zien. In ons deel van de wereld wordt de God van de Bijbel afgedankt. En toch is er dat verlangen naar vrede, naar heelheid, goedheid, saamhorigheid. Waarom leeft dat toch nog altijd? Omdat het onze oorsprong is, en omdat de Here ons geen vrede voor ons hart en vrede in de wereld laat vinden totdat we die gezocht en gevonden hebben in Hem, van Wie we ons los verklaard hebben. Maar wanneer zullen we tot dat inzicht komen en zal die vrede werkelijkheid worden?

Sjalom

Het Hebreeuwse woord voor vrede kennen we allemaal wel: sjalom. Sinds de vorige eeuw wordt het ook in Nederland gebruikt. Wie het Hebreeuwse woord uitspreekt tekent protest aan tegen een verinnerlijkte invulling van het christelijk geloof, waarbij je denkt en zegt de vrede met God te kennen, maar tegelijkertijd geen hand uitsteekt naar de mensen naast je en zelfs in vijandschap met hen leeft. Het bijbelse woord ‘sjalom’ is inderdaad omvattend, zeker in het Oude Testament. Er is geen vrede met God mogelijk buiten je naaste om. Maar nog minder vrede tussen mensen, aan God voorbij.

Het woord ‘sjalom’ komen we in het begin van het Oude Testament vaak tegen, waar mensen elkaar ontmoeten. Het is de inhoud van hun groet: ‘Vrede!’ Dat het geen inhoudsloze vanzelfsprekendheid is, blijkt in de zegen die de priesters op het volk mogen leggen (Numeri 6:24-27). ‘De Here zegent en behoedt’, is de opening. Dat is: Hij doet delen in het goede wat van Hem alleen kan komen, en Hij bewaart tegen alle kwaad. ‘De Here doet zijn aangezicht over je lichten en is je genadig’, gaat het verder. Hij wendt zijn ogen niet van je af, Hij laat je niet in het donker ronddwalen, maar betoont metterdaad genade aan zondaars. Het loopt uit op: ‘De Here verheft zijn aangezicht over je en geeft je vrede.’ Vrede is dus niet maar afwezigheid van geweld, maar veel meer: dat de Here je zegent, doet leven en je bergt in zijn nabijheid.

De priester Zacharias kon die zegen niet uitspreken, omdat hij toen het erop aankwam de Here niet op zijn Woord vertrouwde. Maar als zijn tong wordt losgemaakt en hij zijn lofzang zingt, klinken woorden uit die zegen daarin door: ‘de Opgang uit de hoogte ziet om naar hen die gezeten zijn in duisternis en schaduw van dood, om onze voeten te richten op de weg van de vrede’ (Luk. 1:78-79). De ‘Opgang uit de hoogte die omziet’, dat is de Here Die zijn aangezicht over ons heen buigt. En ‘vrede’ wordt hier omschreven als door God zelf meegenomen zijn op een weg die daaruit voortkomt en daarnaartoe leidt.

Dan zijn we al in het Nieuwe Testament. Daartussen liggen de profetische geschriften van het Oude Testament. Daarin wordt gaandeweg steeds duidelijker dat voor die vrede een nieuwe wereld moet komen, en vooral: een nieuwe mens. Maar hoe zal dat geschieden?

Vrede op aarde

Het antwoord op die vraag is: Christus. Wanneer Hij geboren is, loopt de lofzang van de engelen uit op ‘vrede op aarde, bij mensen van het welbehagen’ (Lucas 2:14). Nee, het is niet zo dat er nu vrede op aarde aanbreekt omdat God ineens ‘in mensen een behagen’ zou hebben, dus vreugde zou vinden in mensen zoals ze zijn. Het is anders: de vrede die is neergedaald is onlosmakelijk verbonden met het kind dat geboren is, Jezus. Vrede is geen nieuwe stand van zaken, maar het is de diepste inhoud en het doel van Gods komen in Christus om de wortel van alle innerlijke onvrede en van alle haat en nijd tussen mensen weg te nemen. Gelukkig is die vrede ook niet voor ‘mensen van goeden wille’, en dus van die goede wil afhankelijk. Nee, ze is voor hen die erkennen en belijden dat zij als het er op aankomt uitzichtloos van God afgekeerd zijn en zich er alleen maar over kunnen verwonderen en verheugen dat God in Christus hen heeft opgezocht. De vrede is er ‘voor mensen van het welbehagen’, dat zijn zij die alle pretenties en illusies over zichzelf opgeven, en die alleen maar hopen op de Here en leven van zijn genadige verkiezing.

Die vrede komt dan ook niet als een geleidelijk proces, waarin we als mensheid rustig groeien naar een andere mentaliteit. Maria krijgt meteen al te horen dat Jezus weerstand zal oproepen en dat ook door haar eigen innerlijk een zwaard zal heengaan. Israël zal niet onderkennen, wat tot zijn vrede dient (Lukas 19:42), en Christus afwijzen. Het komt met ons mensen en de wereld niet goed langs de weg van geleidelijkheid, Christus zal moeten lijden en sterven, om vrede te máken door het bloed van zijn kruis (Kolossenzen 1:20). God laat niet toe dat wij op een andere manier een schijnvrede zoeken. Dat zit erachter wanneer Christus in Mattheüs 10 zegt: ‘Ik ben niet gekomen om vrede te brengen maar het zwaard.’ Maar in Christus’ kruis is wel degelijk onze vrede! De vrede die de zonde verzoent en wegdoet. Als Jezus is opgestaan uit de do- den, zegt Hij in Johannes 20 tot zijn leerlingen: ‘Vrede met jullie.’ Het klinkt in dit hoofdstuk maar liefst drie keer, er ligt nadruk op. En zij en wij mogen antwoorden (Romeinen 5:1): ‘Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede met God door onze Here Jezus Christus.’ In de groet, zoals we in vele brieven van het Nieuwe Testament kunnen lezen, gaan genade en vrede hand in hand. Vrede met God, dat houdt in dat je in Christus geborgen bent. Tot Gods vrede behoort ook dat Hij ‘de satan spoedig onder uw voeten zal verpletteren’ (Romeinen 16:20). Zo ver is het nog niet, maar de vrede van God die al ons denken ver te boven gaat behoedt al wel onze harten en gedachten in Christus Jezus (Filippenzen 4:7). Vrede is niet maar een mooie gedachte, het is de werkelijkheid van Gods Koninkrijk waarin Hij de zijnen bergt.

‘Hij is onze vrede’

Christus heeft – lezen we in Efeziërs 2 – in zijn lijden en sterven de muur van vijandschap tussen Israël en de volken afgebroken, en Hij heeft in zichzelf die twee tot één nieuwe mens herschapen. Zo heeft Hij vrede gemaakt. En die vrede blijft onlosmakelijk met Hem verbonden. ‘Hij is onze vrede.’ (Efeze 2:14) Korter en krachtiger kan het niet gezegd worden. Toch zien we om ons heen ook dat de vijandschap tussen Israël en de volken nog levensgroot is en vernietigend woedt. De twintigste eeuw heeft laten zien hoe diep het kwaad in de menselijke ziel zit, en hoe een onvoorstelbare haat jegens het joodse volk tot een verbijsterende en gruwelijke uitbarsting kan komen.

Hoe staat het in dit opzicht met de kerk? Draagt zij er ook verantwoordelijkheid voor dat er nieuwe muren werden opgetrokken, van getto’s binnen Europese steden, rond concentratiekampen? Die vraag hoeven we hier niet te beantwoorden, als we maar wel erkennen en belijden dat de vijandschap tegen Israël ook in christelijke harten nog maar al te vaak aanwezig is. Hoe kan het? Leven we wel echt van en in de vrede van Christus?

Zalig de vredestichters

We zijn geroepen de vrede ‘na te jagen’ (Romeinen 14:19). In de Bergrede prijst Christus de ‘vredestichters’ gelukkig, en zegt van hen dat ‘zij zonen van God genoemd zullen worden’. Die naam ‘zonen’ houdt ook in dat hun inzet voor vrede tussen mensen bij God vandaan komt. Het Nieuwe Testament noemt Hem op vele plaatsen dan ook de ‘God van de vrede’ (zie bijvoorbeeld Romeinen 15:33 en 16:20 en Hebreeën 13:20).

Hoe sticht je vrede? In Jakobus 3:18 horen we dat ‘gerechtigheid een vrucht is die in vrede gezaaid wordt voor hen die vrede stichten’. ‘Gerechtigheid’ wordt in de aarde gelegd, biddend dat God vrucht geeft. Zo heeft God zelf het in Christus gedaan. Hij heeft deze wereld niet met geweld verlost. En Hij gaat ook vandaag niet met geweld te werk. Zaaien kan alleen maar in vrede. In het vers ervóór lezen we over de ‘wijsheid die van boven is’, dat is de wijsheid die zijn oorsprong en geheim heeft in het geboren worden door het Woord van de waarheid (Jakobus 1:18). Daar word je een ander, nieuw mens van: ‘ten eerste rein, vervolgens vreedzaam, welwillend, voor rede vatbaar, vol barmhartigheid en goede vruchten, onpartijdig en ongeveinsd’ (Jakobus 3:17). Als je zo iemand bent zul je in de samenleving niet te vinden zijn bij hen zich laten gaan op de sociale media, hun gelijk proberen te halen met dreiging en geweld, hun eigen mening verabsoluteren. We merken hoe de verruwing en verharding ook in de kerk doordringen. In gemeenten en op kerkelijke vergaderingen gaat het soms hard tegen hard. Dat is niet ‘rein’, en evenmin ‘vreedzaam’.

Als klein deel van Gods wereldwijde kerk hebben wij alle reden om vandaag de Here te bidden dat Hij ons leven, dat Hij ons als kerk terechtbrengt, in Christus. En dat gebed is alleen dan oprecht en draagt alleen dan een belofte in zich, als Hij ons aantreft als mensen die zelf ook metterdaad ‘vrede stichten’.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 december 2021

De Wekker | 28 Pagina's

God van vrede

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 december 2021

De Wekker | 28 Pagina's