Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Heeft Jezus Zich vergist?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Heeft Jezus Zich vergist?

6 minuten leestijd

Met Pasen vieren we de overwinning van de opgestane Heer. Toch kijken we ook nog uit naar Jezus’ wederkomst, waar Hij Zijn overwinning helemaal compleet en definitief zal maken. Maar laat dat niet erg lang op zich wachten? Sterker nog: is het niet zelfs zo dat bepaalde uitspraken van Jezus suggereren dat Hij allang had moeten terugkomen?

Er zijn drie teksten in de evangeliën te vinden waarin Jezus ogenschijnlijk zegt dat Hij nog zal terugkeren wanneer de discipelen in leven zijn. Dat zijn Mattheüs 10: 23, Markus 9: 1 (Matt. 16: 28; Luk. 9: 27) en Markus 13: 30 (Matt. 24: 34; Luk. 21: 32). Omdat Jezus in deze teksten (zie het tekstkader) lijkt te zeggen dat Hij binnen een bepaalde periode of termijn zal terugkomen, worden deze teksten ook wel de drie ‘termijnuitspraken’ genoemd.

De termijnuitspraken

Misschien bent u zelf ook wel over deze teksten gestruikeld. Zegt Jezus hier dat Hij binnen één generatie terugkomt? En heeft Hij Zich dan vergist? Dat is inderdaad de mening van veel theologen. In Nederland is deze visie bijvoorbeeld verdedigd door ds. André Troost in zijn boeken Dat Koninkrijk van U en Engel naast God.

Toch is dat nogal een conclusie. Toegegeven – Jezus was een mens, en wist naar eigen zeggen ook niet wanneer het einde zou komen (Mark. 13: 32). Maar iets niet weten is niet hetzelfde als iets mis hebben. En hiermee lijkt de betrouwbaarheid van Jezus ook op het spel te staan. Want de vervolgvraag is onvermijdelijk: als Jezus Zich hier heeft vergist, hoe weten we dan dat Hij Zich niet vaker vergiste?

Het is daarom goed om nog eens nauwkeurig naar deze teksten te kijken, om te zien of zulke conclusies nu echt nodig zijn.

Mattheüs 10: 23

De eerste termijnuitspraak (Matt. 10: 23) staat in de context van Jezus’ eerste uitzending van de discipelen. Het zou kunnen dat Jezus hier zegt dat Hij nog terugkomt voor de discipelen door alle steden van Israël hebben kunnen trekken, maar een andere uitleg is ook goed mogelijk. Allereerst spreekt Jezus volgens vrijwel alle uitleggers vanaf vers 16 over een latere situatie dan in de voorafgaande verzen. Het gaat niet langer over de eerste uitzending van de discipelen tijdens Jezus’ leven, maar over de latere missie van de apostelen (en de kerk) aan Israël na Pasen en Pinksteren.

Dan nog zou het kunnen dat Jezus zegt dat Hij nog komt voordat de apostelen (in die latere tijd) door alle steden van Israël hebben kunnen trekken. Maar Jezus’ uitspraak kan ook betekenen dat het vluchten door de steden van Israël – hoelang dat ook moge duren – zal blijven doorgaan tot aan Zijn komst. In dat geval zegt Hij niets over hoe snel de Mensenzoon komt, maar alleen iets over de duur van de vervolging en zending in Israël. Deze uitspraak van Jezus is dubbelzinnig.

Markus 9: 1

Bij de uitleg van Markus 9: 1 is het van belang om zowel de voorafgaande (de wederkomst) als de aansluitende context (de verheerlijking op de berg) voor ogen te houden. Verwijst Jezus in Zijn termijnuitspraak nu naar de wederkomst, of juist naar de verheerlijking op de berg? Het antwoord is in zekere zin: beide. Jezus zegt als het ware: ‘Sommigen die hier staan zullen nog iets ervaren van hoe het zal zijn als Ik in Mijn heerlijkheid terugkom.’ Die belofte is vervuld in de verheerlijking op de berg, die een voorafschaduwing was van de wederkomst. Want daar waren het inderdaad ‘sommigen’ die iets ‘zagen’ van ‘de Mensenzoon in Zijn glorie’. Deze uitleg vindt ook steun in 2 Petrus 1: 16-18, waar ook een verband wordt gelegd tussen Jezus’ verheerlijking op de berg en Zijn wederkomst.

Markus 13: 30

De laatste termijntekst (Mark. 13: 30) staat in één groot gedeelte over de verwoesting van Jeruzalem en het einde van de wereld. Bedoelt Jezus daar dat al het voorafgaande, ook Zijn komst, binnen één generatie zal plaatsvinden?

Vanuit de context is het waarschijnlijker dat Jezus met ‘al deze dingen’ alleen naar de tekenen verwijst die voorafgaan aan Zijn komst, maar niet naar Zijn komst zelf. Het zijn de voortekenen die nog als een oordeel over deze generatie zullen komen, maar het moment van Jezus’ komst is juist niet bekend (Mark. 13: 32).

Daarnaast is het een typisch kenmerk van profetie om toekomstige gebeurtenissen te beschrijven alsof ze elkaar direct opvolgen, terwijl ze in de loop van de geschiedenis ver uit elkaar blijken te liggen. Het is alsof profeten naar een groep bergen in de verte kijken: die bergen liggen ver uit elkaar, maar vanaf waar zij staan is de afstand tussen de bergtoppen niet goed te zien. Profeten geven geen exact tijdschema van de toekomst (en proberen dat ook niet), en moeten zo dus ook niet worden gelezen en beoordeeld. Hetzelfde geldt wanneer Jezus Zijn komst direct verbindt aan de verwoesting van Jeruzalem in het jaar 70 (Matt. 24: 29).

Bovendien is het heel kenmerkend dat profetieën in de loop van de geschiedenis meerdere vervullingen kunnen krijgen. Het is daarom niet uitgesloten dat de tekenen waarover Jezus spreekt een eerste vervulling hebben gekregen in 70 n.C. (bij de verwoesting van de tempel), maar tegelijkertijd nog op een diepere vervulling wachten. Dit plaatst de (lange) tijd tussen de tekenen en Jezus’ komst wel in een ander perspectief, omdat de tijd van de voortekenen nog niet per se volledig vervuld en afgerond is.

We moeten dus rekening houden met dit profetische karakter van Jezus’ woorden wanneer Hij Zijn komst verbindt aan de verwoesting van de tempel. Als we dat een vergissing noemen, zou dat een leesfout van onze kant zijn, geen dateringsfout van Jezus.

‘Wees waakzaam’

Gezien deze overwegingen lijkt het me niet alleen onwenselijk, maar ook onnodig om te zeggen dat Jezus Zich in deze termijnuitspraken zou hebben vergist. Wat Hij leerde over de toekomst staat nog steeds en is ook nog steeds relevant. En dat zijn in de kern drie simpele dingen: (1) Ik kom zeker terug; (2) Jullie kunnen onmogelijk weten wanneer; (3) En daarom moeten jullie altijd klaar zijn. Jezus vraagt Zijn volgelingen niet om de toekomst te berekenen en ook niet zozeer om ieder moment van de dag aan het einde te denken. Hij vraagt ons wel om er te allen tijde rekening mee te houden en erop voorbereid te zijn. ‘Wees dus waakzaam, want jullie weten niet op welke dag jullie Heer komt’ (Matt. 24: 42).


Mattheüs 10: 23: ‘Amen, Ik zeg jullie: jullie zullen niet klaar zijn met [het vluchten door] de steden van Israël voordat de Mensenzoon komt.’

Markus 9: 1: ‘Amen, Ik zeg jullie: sommigen die hier staan zullen de dood niet proeven voordat zij het koninkrijk van God hebben zien komen in kracht.’

Markus 13: 30: ‘Amen, Ik zeg jullie: deze generatie zal niet voorbijgaan voordat al deze dingen zijn gebeurd.’

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 maart 2023

De Wekker | 36 Pagina's

Heeft Jezus Zich vergist?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 maart 2023

De Wekker | 36 Pagina's