Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Slaven in de gemeente van Christus?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Slaven in de gemeente van Christus?

4 minuten leestijd

I In het Nieuwe Testament horen slaven helemaal bij de gemeente van Christus. Blijkbaar waren ze er: slaven die tot geloof kwamen, lid werden van de kerk en vervolgens gewoon slaaf bleven. Hun meesters of eigenaren werden door de apostelen opgeroepen hen goed te behandelen. Hoe strookt dit met ons gevoel van rechtvaardigheid?

Om die vraag goed te kunnen beantwoorden, moeten we kennis hebben van de maatschappelijke omstandigheden van die tijd. Toch kan ieder woord dat ik hierover schrijf verkeerd overkomen bij iemand die zelf weet wat het is om slaaf te zijn. Daarom wil ik allereerst onderstrepen dat volgens de hele Bijbel ieder mens als schepsel van God gelijkwaardig is, en dat er in Christus geen verschil is tussen slaaf of vrije (Gal. 3: 28, Kol. 3: 11). Het feit dat er slaven waren in die tijd en dat dat in de gemeente van Christus bleef bestaan, veroorzaakt pijn. Ik was op Curaçao toen koning Willem-Alexander excuses aanbood, ook persoonlijk, en heb gemerkt hoe belangrijk dit is voor mensen die de gevolgen van het slavernijverleden nog steeds met zich meedragen. Laten we ons dat goed realiseren als we enkele Bijbelteksten over slaven lezen en nadenken over de betekenis daarvan voor vandaag.

Oudtestamentische achtergrond

In Joodse geschriften klonk het woord ‘slaaf’ vaak positief. Dat houdt verband met het hart van de oudtestamentische boodschap: God heeft Zijn volk uit Egypte bevrijd, zodat zij ‘slaven van God’ kunnen zijn. Dát je slaaf bent is dus geen schande, als je beseft dat je bij de beste Meester hoort. Hij zal je als Zijn eigendom beschermen.

Om die reden noemen ook de apostelen zich ‘slaven’ van God of van Christus (Rom. 1: 12, 2 Petr. 1: 1, Jud. 1). Net zoals God Zijn volk bevrijdde uit Egypte, heeft Christus de Zijnen bevrijd om Hem te dienen (Rom. 12: 11) en elkaar dienstbaar te zijn (Gal. 5: 13). Christus zelf heeft de gelovigen het goede voorbeeld gegeven door slaaf te worden (Fil. 2: 7). Telkens wordt hiervoor hetzelfde woord ‘slaaf’ of ‘totslaaf gemaakte’ gebruikt.

Het Romeinse Rijk

Men heeft wel verondersteld dat slaven het niet zo slecht hadden in de tijd waarin het Nieuwe Testament geschreven werd. Inderdaad is er een verschil met de mensonterende toestanden waarin slaven in later tijd werden uitgebuit. Zo waren er in het Romeinse Rijk bijvoorbeeld wetten die een eigenaar verplichtten een zieke slaaf te verzorgen. Maar recenter onderzoek heeft aangetoond dat het niet klopt dat het in de Romeinse tijd wel meeviel. Slaven waren voor de wet geen mens, ze waren ‘sociaal dood’ en werden als dingen behandeld. Heren konden elkaar aanmoedigen hun macht te laten voelen door slaven angst in te boezemen met willekeurige afstraffingen, zweepslagen en erger.

Hoe is het mogelijk dat er in het Nieuwe Testament niet scherper wordt opgeroepen een einde te maken aan de slavernij als instituut? Drie dingen zijn van belang om een antwoord te vinden op deze vraag, die ons alle drie iets te zeggen hebben voor vandaag.

Elkaar dienen

Ten eerste: de oproep aan slaven om trouw te blijven staat steeds in het verband van vermaningen aan állen in de gemeente elkaar te dienen. Daarmee zijn slaven dus geen uitzondering en worden ze serieus genomen als volwaardige leden van de gemeente, wat tegen de bovengenoemde opvattingen over slaven ingaat. Hoe belangrijk is dat ook in onze maatschappelijke verhoudingen: hoog en laag, hoe dien je elkaar?

Mensenhandel

Ten tweede, ook al is er geen oproep tot een revolutie om slavernij af te schaffen, het Nieuwe Testament is wel ongemeen fel in de veroordeling van mensenhandel (1 Tim. 1: 10, Openb. 18: 13). Deze veroordeling van de wortel van veel – ook hedendaagse – slavernij is helaas actueler dan ooit.

Filemon

Ten derde is er de brief aan Filemon, waarin Paulus een weggelopen slaaf terugstuurt naar zijn meester. De apostel dringt erop aan Onesimus te ontvangen alsof hij Paulus zelf was (vs. 17). Hij is ervan overtuigd dat Filemon méér zal doen dan hij hem durft te vragen (vs. 21). Maar wat is dat? Een weggelopen slaaf vrijlaten zou niet alleen tegen Romeins recht ingaan, maar ook tegen alle toenmalige verhoudingen van eer en respect. Moest Filemon hem dan weer als slaaf aanvaarden? Paulus zegt geen van beide. Hij dringt aan op een beslissing die gegrond is op liefde en geloof, en die genomen wordt in de gemeenschap met Jezus Christus en al de anderen in zijn huis (vs. 1-6). Kón Paulus in die tijd méér doen dan die richting te wijzen? En wordt aan ons iets anders gevraagd?

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 september 2023

De Wekker | 32 Pagina's

Slaven in de gemeente van Christus?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 september 2023

De Wekker | 32 Pagina's