Vrienden maken met de mammon?
Maak vrienden met de mammon, zegt Jezus. Hij stelt daarbij een onrechtvaardige rentmeester ten voorbeeld. Waarom prijst Jezus deze man, die op een oneerlijke manier onder zijn straf probeert uit te komen?
De gelijkenis van de onrechtvaardige rentmeester is een van de lastigste gelijkenissen. Bij het lezen komen vanzelf de vragen boven. Hoe kan zo’n onrechtvaardige rentmeester ten voorbeeld gesteld worden? Is het echt goed te praten wat hij doet? Als dat niet zo is, waarom worden zijn acties ons dan als een voorbeeld voorgehouden? De rentmeester fraudeert. Het is niet alleen de baas van deze rentmeester die hem prijst, Jezus sluit Zich bij hem aan.
Rentmeester
In vers 1 krijgen we twee mensen voorgesteld. Een ‘zeker rijk mens’ en een ‘rentmeester’. De eerste is eigenaar van veel landerijen, maar bestuurt de zaken van afstand. De pacht van het land en het beheer ervan heeft hij uitbesteed aan een rentmeester. Een rentmeester is geen slaaf of loonarbeider, maar iemand met grote verantwoordelijkheid. De rentmeester kan zelf ook keuzes maken over pacht en de opbrengst van het land. Het dagelijks bestuur is in handen van de rentmeester die naar eigen inzicht handelt en vervolgens toelichting geeft en verantwoording aflegt aan de eigenaar.
De functie van rentmeester laat goed zien hoe wij als mens leven in Gods wereld. Als schepselen van God hebben wij aan Hem, de Schepper en Eigenaar, verantwoording af te leggen. We hebben als beelddragers van God ook grote verantwoordelijkheid gekregen over hoe we met Zijn schepping omgaan. We mogen keuzes maken, handelen, bouwen, ontwikkelen en innoveren, maar moeten net als de rentmeester verantwoording afleggen. We zijn geen eigenaars, maar beheerders.
Klacht
Er wordt een klacht ingediend over de rentmeester. Waarom? Omdat de rentmeester zijn goederen verkwistte (vers 1). Het gaat niet om diefstal blijkbaar. Dan zou je ook eerder verwachten dat de rentmeester de gevangenis in zou gaan en veroordeeld zou worden. Er is wel sprake van financieel wanbeleid. De rentmeester is een slechte rentmeester. De eigenaar heeft daar schade van geleden. De rentmeester moet op het matje komen. ‘Geef rekenschap van uw rentmeesterschap, want u kunt niet langer rentmeester zijn’ (vers 2). Hij wordt ontslagen, maar krijgt nog een paar dagen om alles in orde te maken, zijn werkzaamheden af te ronden, de balans op te maken en alles te verantwoorden.
Plan
De rentmeester denkt: dit gaat niet goed. Straks zit ik zonder werk. Het staat slecht op je cv: ontslagen wegens financieel wanbeleid. Hij zal nooit meer als rentmeester aan de bak kunnen. Wat moet ik doen? vraagt hij zich af. Ik moet actie ondernemen, ik moet mijn toekomst veiligstellen. Want ‘spitten kan ik niet en voor bedelen schaam ik mij’ (vers 3). Hoe kan ik hier een plan op zetten?
Dan denkt hij: ik ga vrienden maken. In die paar dagen die ik nog over heb, ga ik naar de pachters toe en ik ga vrienden maken. Ik ga de schuld van hen verminderen, zodat ze mij enorm zullen waarderen en voor me klaarstaan als ik mijn baan kwijt ben.
Dat is natuurlijk een vreemde en ook wel onwaarschijnlijke situatie. Stel je die rentmeester voor die net ontslagen is, geen inkomsten meer heeft, en vervolgens van pachter naar pachter gaat voor slapen, eten en koffie. Dat is inderdaad een onwaarschijnlijke situatie, maar dat kan in een gelijkenis. Een gelijkenis is een verhaal uit het leven gegrepen, waarin de werkelijkheid kan worden opgerekt om een belangrijk punt heel helder te maken. De rentmeester gaat berekenend te werk. Een voor een spreekt hij de pachters en vermindert hun schulden. Over de opbrengst van het land en het bedrijf moeten ze een bepaalde afdracht afstaan aan de eigenaar. De hoogte ervan is vastgesteld door de rentmeester. Maar nu ontbiedt hij hen en zegt: Wat is je schuld? Zo veel? Dan gaan we daar wat aan doen. Pak een pen, haal het bedrag dat we afgesproken hadden maar door, en schrijf dan maar een nieuw, een veel lager bedrag op. Moet je honderd vaten olie afdragen? Maak daar maar snel vijftig van. Moet je honderd zakken tarwe betalen? Maak daar maar tachtig van (vers 6-7). Wat doet de rentmeester dus? Nadat hij er in zijn beheer een potje van heeft gemaakt, maakt hij het in de laatste dagen van zijn rentmeesterschap nog erger. En nog wel in zijn eigen voordeel! Hij maakt er inderdaad vrienden mee, maar dit kun je toch op geen enkele manier goedpraten.
Lof
Het is verbijsterend om te lezen dat de eigenaar dit hoort en de rentmeester prijst. Hij heeft gehoord wat de rentmeester met de prijzen heeft gedaan. ‘En de heer prees de onrechtvaardige rentmeester, omdat hij verstandig gehandeld had.’ Hoezo? Wat de rentmeester gedaan heeft, is toch in het nadeel van de eigenaar? Hoe kun je nu iemand prijzen die zo sluw berekenend zijn eigen toekomst veiligstelt op een manier die in mildere vorm al aanleiding was voor ontslag?
Maar let op: de eigenaar prijst hem niet om zijn slinkse praktijken. Het frauderen wordt niet geprezen. Het punt dat lof verdient, is slechts dat hij het slim heeft aangepakt. De waardering daarvoor is te vergelijken met het gevoel dat je krijgt als je in de krant leest hoe een groep overvallers een heel slimme kraak heeft gezet, en op een heel doordachte en planmatige manier de politie is ontvlucht. Je denkt: ongelofelijk, perfecte organisatie, sublieme samenwerking. De waardering of het ontzag daarvoor betekent nog niet dat je de boeven aandraagt voor een lintje of dat je ze graag in je bedrijf zou laten werken. Het blijft een criminele actie en je bent blij als de politie hen te slim af is en achter de tralies krijgt. Je keurt het gedrag niet goed, maar slim waren ze wel.
Zo is het hier in de gelijkenis ook. De rentmeester krijgt waardering van de eigenaar en Jezus plaatst in lijn met deze waardering Zijn indringende aanbeveling om vrienden te maken met de onrechtvaardige mammon. De rentmeester heeft ‘verstandig gehandeld’, dat wil zeggen: hij heeft nagedacht over zijn toekomst en die veilig willen stellen. De manier waarop hij dat deed verdient geen schoonheidsprijs, integendeel, die is kwalijk te noemen. Maar dat de rentmeester niet bij de pakken neer is gaan zitten, is een goede zaak. Hij is in actie gekomen en wist dat er een toekomst was om veilig te stellen.
Verstandiger
De Heere Jezus voegt er deze woorden aan toe: ‘Want de kinderen van deze wereld zijn onder elkaar verstandiger dan de kinderen van het licht’ (vers 8). Kinderen van de wereld worden hier tegenover de kinderen van het licht gesteld. Kinderen van de wereld zijn de mensen die leven voor het hier en nu, voor de rijkdom van de wereld. Ze gaan voor het geld, dat zo gemakkelijk een afgod wordt, en afgod met een naam zelfs: de mammon. Kinderen van het licht zijn in het licht van Gods genade geplaatst en leven gericht op Gods Koninkrijk. Zij zoeken eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid en alle anderen dingen zullen erbij gegeven worden (Matth. 6: 33).
De kinderen van de wereld zijn verstandiger dan de kinderen van het licht. Ze zijn meer vooruitziend, ze gaan vaak zorgvuldiger met hun toekomst om. Ze weten dat het nodig is te investeren om een goede en financieel degelijke toekomst te hebben. Zo berekenend was ook de rentmeester. Je moet het niet laten gebeuren maar actie ondernemen. De rentmeester is wel verkeerd bezig, dat blijft staan, maar dat hij investeert in zijn toekomst is te prijzen. Zijn gelovigen zo vooruitziend? De kinderen van het licht kunnen blijkbaar nog erg opgaan in dit leven en belangrijke investeringen in Gods Koninkrijk vergeten. School, opleiding en carrière bepalen alles en bezig zijn met geloof en liefdevolle dienst aan de naaste komt er soms bekaaid van af. Dan kun je nog een voorbeeld nemen aan investeerders die verder vooruitkijken dan twintig jaar. Die weten wat belangrijk is om in de toekomst rijk te kunnen leven. Gaan gelovigen vaak niet met minder beleid te werk? Wegen wij af wat echt waarde heeft voor God? We zullen eens rekenschap moeten afleggen aan de Eigenaar van ons leven. Hoe gebruiken we de tijd die ons gegeven is? Best beschamend hoe de onrechtvaardige rentmeester ten voorbeeld wordt gesteld aan de kinderen van het licht!
Mammon
Jezus zegt: ‘Maak uzelf vrienden met behulp van de onrechtvaardige mammon’ (vers 9). Het is een aansporing van de Heere Jezus, met woorden die bij de gelijkenis passen. Je moet vrienden maken, net zoals de onrechtvaardige rentmeester deed. Dus met behulp van geld. Jezus is helder over het geld: de ‘onrechtvaardige mammon’ noemt Hij het. Dat wat je kunt bezitten, hebben. En waar je in op kunt gaan en aan vast kan zitten. Dat gebeurt altijd met afgoden. Het lijkt zo te zijn dat jij het in bezit hebt, maar het heeft jou in bezit. Geld is op zichzelf niet verkeerd, maar geld roept gemakkelijk boven wat diep in ons hart zetelt: begeerte en egoïsme. Daarom noemt Jezus het geld ‘de onrechtvaardige mammon’, omdat er zo veel onrecht mee gebeurt. Het kan ook onrecht zijn als je netjes je geld beheert en helemaal niet fraudeert, maar ondertussen ook vergeet dat je zelf niet de eigenaar maar de rentmeester bent, en dat er veel armen in de wereld zijn die onze hulp nodig hebben en dat ons consumptiegedrag veel te zwaar op de schepping weegt. De farizeeën waren zo vroom als maar kan, maar toch geldzuchtig (zie Luk. 16: 14). Dat kon volgens hen samengaan. De Heere Jezus pleit voor een heel andere omgang met geld.
Vrienden
Maak daarom vrienden met je geld. Gebruik die onrechtvaardige mammon, die veel rentmeesters al verleid heeft tot fraude, voor echte vriendschap. Vrienden maken betekent in dit geval: deel uit van je geld. Verlicht de schulden van armen. Verleen hulp. Als een rentmeester die Gods veelsoortige genade mag beheren en uitdelen (zie 1 Petr. 4: 10). Deel uit van wat God je gegeven heeft. Het is de beste investering voor de toekomst. Je kunt je toekomst zeker stellen door vanuit een hart vol liefde te geven aan mensen in nood. Daar maak je vrienden mee, en die zullen je als je gebrek lijdt, ontvangen in de eeuwige tenten (vers 9). Dat zijn woorden die passen bij de gelijkenis. Anders geformuleerd: je hebt toekomst als je als kind van het licht geïnvesteerd hebt in de toekomst van Gods Koninkrijk waarbij naastenliefde zo hoog als maar kan in het vaandel staat. De door u geholpen armen zullen u tegemoetkomen als u eens mag ingaan in Gods hemels Koninkrijk.
Een gelijkenis verder gaat over de rijke man en de arme Lazarus (Luk. 16: 19-31). De rijke man had wel vrienden gemaakt, maar daar hoorde Lazarus niet bij. Als je vrienden maakt met geld, door te geven aan de armen, zullen vrienden als Lazarus je met vreugde ontvangen.
In deze serie artikelen onderzoeken we gelijkenissen van de Heere Jezus die niet zo gemakkelijk te begrijpen zijn. Wat bedoelt de Heere Jezus hier precies? Waarom vindt Hij dit punt belangrijk? Wat betekent het voor ons? Dit keer ‘De onrechtvaardige rentmeester’ (Luk. 16: 1-9).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 februari 2024
De Wekker | 20 Pagina's