Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘Ook ons kosterswerk moet gereinigd worden’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Ook ons kosterswerk moet gereinigd worden’

Dienen in het huis van God:

5 minuten leestijd

Al ruim 47 jaar mogen Aart en Betsie van den Dool (71) dienen als kostersechtpaar in de CGK van Noordeloos. Met veel liefde en toewijding zetten ze zich in voor dit stukje werk in Gods koninkrijk. Ze blikken samen terug op al die jaren, vol mooie momenten, maar ook periodes met uitdagingen. Aart: “Ik heb lessen in nederigheid gehad.”

“Als broekies van 24 jaar begonnen wij op 19 december 1976 als kostersechtpaar”, begint Aart te vertellen. “We waren jong. Ik leidde samen met een vriend van ons de vereniging, toen hij zei: ‘Aart, ze zoeken een koster. Is dat niet iets voor jullie?’ Hij zag er wel wat in voor ons. We woonden toen in Hoogblokland, maar als je koster werd, mocht je het kostershuisje in Noordeloos betrekken. ‘Dan woon je ook nog wat dichter bij de kerk’, was zijn argument.” “We voelden er in eerste instantie weinig voor”, vult Betsie aan. “Aart zat nog op de avondschool, werkte 40 uur en ik was zwanger van ons tweede kind. We dachten niet: dat doen we er wel even bij. Volgens onze vriend stelde het allemaal niet zoveel voor, dus Aart heeft toch gesolliciteerd. Hij was een van de vijf sollicitanten. Twee kandidaten mochten op gesprek komen en Aart werd uiteindelijk gekozen.”

Kostershuisje

Het jonge gezin verhuisde naar het kostershuisje in Noordeloos. Aart: “Daar hebben we relatief kort gewoond. In 1980 kwam de boerderij vrij waar we nu nog steeds in wonen. Er vond ruilverkaveling plaats. De boer vertrok naar de polder en de kerkenraad besloot de boerderij te kopen, omdat die op het erf van de kerk staat. Eerst werd gevraagd of de dominee er wilde wonen, maar die bleef liever in de pastorie. Toen mochten wij hier wonen. Dat was voor ons heel bijzonder. We hadden inmiddels vier kinderen en dat was wel echt het maximum in het kleine kostershuisje. De boerderij was ruim en had een grote schuur.”

Voorzienigheid

Echtpaar Van den Dool heeft geen moment spijt van hun beslissing om als kostersechtpaar aan de slag te gaan. “Ik zou het niet als roeping typeren, maar het is Gods voorzienige leiding geweest dat dit op ons pad is gekomen”, vertelt Aart. “Dat hebben we op zoveel momenten gezien. Doordat we hier kwamen wonen, kregen we ook de mogelijkheid om een Woord en Daad-kringloopwinkel te openen. Dat had anders echt niet gekund. Daarnaast zitten we hier ideaal. Ik hoef het gordijn maar open te schuiven om te zien of de vereniging bijvoorbeeld al is afgelopen. We lopen weinig tevergeefs naar de kerk.”

Verweven

Het kosterswerk is niet iets van Aart alleen. Betsie: “Van de vrouw wordt verwacht dat ze mee draait. We doen het echt samen en zo ervaren we het ook. Doordeweeks werkte Aart, dus kwamen de taken op mijn schouder. Aart nam zaterdag en zondag voor zijn rekening. Dat ging naadloos. Aart nam weleens vrij voor een trouw- of rouwdienst, maar meestal deed ik die gewoon. Dan moest ik hier wel wat regelen voor de kinderen. Maar ik kan me niet herinneren dat het problemen gaf. Toen de kinderen groter werden, hielpen ze mee. Het werd echt een stukje van ons leven. Het was verweven met ons gezin.”

Laagdrempelig

Gastvrijheid is een goed dat Aart en Betsie hoog in het vaandel hebben staan. Aart: “Ik geloof dat we in de eerste plaats gastheer en -vrouw van de kerk zijn. Dat speelt misschien het meest zon­dags. Dat je mensen vriendelijk begroet en oog hebt voor nieuwkomers en gasten. We nodigen ze ook geregeld uit voor een bakkie koffie.” Betsie: “Ik herinner me dat de kinderen weleens zeiden: ‘Nou, vanmorgen maar eens een keer geen visite.’ Het was bijna standaard dat er iemand bij ons was. Ik leerde die gastvrijheid toen ik in de verpleging zat. Ik woonde toen in Utrecht en ging geregeld naar de CGK (Centrum). Ik kwam in een vreemde kerk en dan is de vraag: wie spreekt jou dan aan? Dat was toen de koster. Hij vroeg mij na de dienst koffie te komen drinken. In de gemeente zelf werd ik eigenlijk niet aangesproken, dus dan is het extra fijn dat er wel iemand naar je vraagt. Het is een relatief klein gebaar, met een grote betekenis.”

“Iedereen stapt hier heel makkelijk naar binnen”, gaat Aart verder. “Dat past bij ons. Is de vereniging de soeplepel vergeten of moeten de ijsjes in de vriezer? Ze lopen zo naar binnen. Daar hebben we geen moeite mee. We willen laagdrempelig zijn. We zijn gewend aan volk over de vloer, zeker ook door onze winkel. We genieten van het contact met anderen.”

Reinigen

Aart en Betsie genieten van het kosterswerk en kijken in dankbaarheid terug. Een hoogtepunt wil het stel niet onbenoemd laten. Aart: “De buiten diensten die we organiseerden in coronatijd. Geweldig was dat! We hebben daarin zo de leiding van de Heere ervaren, in hoe Hij de dingen voorspoedig maakte. Ik heb ook veel mogen leren. Het bijzondere aan dit werk is dat je mag dienen. Dat is heel goed voor mij geweest. Ik heb door dit werk lessen in nederigheid geleerd en ben zachtmoediger geworden. Je werkt binnen een familie met vijfhonderd familieleden die niet allemaal hetzelfde denken. Je doet het nogal eens verkeerd. Daar moet je mee leren omgaan. Als je op je strepen gaat staan, gaat het niet goed. Het kosterschap is daarom voor mij een leerschool geweest.”

Betsie: “Ik leerde dat ik het voor de Heere doe. Er waren soms avonden dat ik moe was en dat ik ’s avonds de kerk moest schoonmaken. Dan dacht ik: moet dit nu weer? Ik realiseerde me toen dat ik het niet voor de mensen doe, maar voor God. Ik was nog steeds moe, maar het gaf een heel andere insteek.”

“Inderdaad, we doen het voor de Heere”, vult Aart aan. “En ook over ons kosterswerk moet het verzoenend werk van de Heere Jezus komen, om het te reinigen. Het is vanuit het hart, maar met gebreken. God heeft ons gezegend met een goede gezondheid. Zolang Hij ons de krachten geeft, blijven we het doen.”


Dienen in de kerk

In deze serie vertellen CGK-leden over de manier waarop zij een steentje bijdragen in hun gemeente. Wat maakt hun taak zo mooi, en wat drijft hen?

Vandaag deel 23: Aart en Betsie van den Dool zijn koster in Noordeloos.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 maart 2024

De Wekker | 20 Pagina's

‘Ook ons kosterswerk moet gereinigd worden’

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 maart 2024

De Wekker | 20 Pagina's